10 misvattingen over SEO die jij als marketeer voor waar aanziet

28 november 2014, 06:00

Voor marketeers die niet dagelijks met SEO bezig zijn ontstaat een wildgroei aan kennis die lang niet altijd correct is

Het optimaliseren voor zoekmachines en de disciplines die daarbij komen kijken, bestaan al velen jaren. De vraag is of Google in 1998 kon voorspellen dat het optimaliseren voor zoekmachines zo’n apart beroep zou zijn met geheel eigen disciplines. Ook op Marketingfacts is het al jaren een veelbesproken en -gelezen onderwerp. Omdat SEO in al die jaren zo veel veranderd is, zijn er ook veel misvattingen ontstaan. Niet alleen is veel accurate kennis inmiddels verouderd, door de jaren heen zijn er ook veel artikelen geschreven en zijn daarin dingen beweerd die helemaal niet waar zijn of niet meer waar zijn. Hierdoor ontstaat er bijvoorbeeld bij marketeers die niet dagelijks met SEO bezig zijn een wildgroei aan kennis die lang niet altijd correct is. Hierbij 10 misvattingen over SEO die wij vaak horen van directeuren of marketingmanagers en die jij waarschijnlijk ook wel eens gehoord hebt en misschien zelfs wel voor waar aanziet.

Update 28 november 2014, 12:15: bij punt 9 werd abusievelijk gesproken over de Panda-update van Google, dit moet uiteraard de Penguin-update zijn.

1. De meta-omschrijving in zoekresultaten heeft invloed op rankings

Wat hoor ik nog vaak van vakidi- en -genoten dat de meta-omschrijving geoptimaliseerd moet worden om beter gevonden te worden in Google. Dat heeft tot gevolg dat er grote overoptimalisatie op omschrijvingen komt. Het resultaat: Google geeft een andere omschrijving van de pagina weer in de zoekresultaten, omdat de omschrijving niet relevant genoeg is.

Ja, deze meta-omschrijving heeft ooit deel uitgemaakt van de rankingfactoren in Google. En nee, dat is nu niet meer het geval. Dat wil niet zeggen dat je er niets mee kunt doen. Het is namelijk tekst die een zoeker te zien krijgt voordat deze besluit wel of niet op jouw resultaat te klikken. Schrijf je omschrijvingen dus eerder vanuit de intentie van de zoeker en een conversiegerichte gedachte, dan vanuit een SEO-perspectief.

Er zijn steeds meer websites die helemaal niets invullen en Google laten bepalen wat de beste omschrijving voor een pagina is. Bij productpagina’s is dit prima te doen, omdat de productomschrijving in je webwinkel vaak beschrijvend is. Bij een ‘over ons’- of contactpagina is dat niet het geval, dus is daarbij een unieke omschrijving gewenst. Je wist vast ook al dat Google op basis van de zoekquery de omschrijving in de resultaten kan aanpassen? Op deze manier kan het dus zijn dat bij sommige query’s jouw meta omschrijving getoond wordt en bij andere query’s een stuk tekst op de pagina.

2. Artikelen doorplaatsen op sites met meer autoriteit verbetert je SEO

Normaal gesproken is het positief als een website die groter is dan de jouwe content zelf ook publiceert. Je krijgt een link die nieuwe bezoekers naar je website brengt en die leveren misschien zelfs omzet op. Dit is de reden waarom veel mensen geloven dat je dit vooral moet doen. Het gaat er immers toch om dat grote websites naar jouw website linken?

Het probleem met het herpubliceren van content is dat het zorgt voor dubbele content. Het gaat hier dus niet over een nieuw artikel geschreven voor of door de grotere relevante website die naar jouw website linken. Het probleem bij het herpubliceren door grotere websites is dat zelfs als een grotere site teruglinkt, zoekmachines die site waarschijnlijk hoger terug laten komen in de zoekresultaten. Ze hebben immers meer autoriteit.

Dit is een van de problemen van kleine retailers die gebruikmaken van het partnerprogramma van o.a. bol.com. Bol.com heeft een grotere autoriteit en de kleine retailer ziet zijn eigen productpagina’s wegzakken in de zoekresultaten. Hij verkoopt uiteindelijk wel, maar verliest in het proces wel onnodig marge.

Het herpubliceren van content door grotere websites kan een goede tactiek zijn om nieuwe bezoekers te krijgen, maar je moet dan wel één regel volgen: spreek af dat de website het zogeheten canonical-element toevoegt aan de link-tag. Het canonical-element laat aan Google weten dat jouw artikel het origineel is.

<link rel=”canonical” href=”http://onlineboswachters.nl“>

Onze ervaring leert dat 9 van de 10 websites het technisch niet kunnen of niet willen, omdat ze niet snappen wat je precies vraagt. Maar zorg dat je het in ieder geval vraagt. Zorg er ook voor dat jij met het artikel op je eigen website al een week in de zoekmachine staat voordat de andere website(s) het gaan plaatsen. Hiermee verhoog je de kans dat jouw originele artikel niet naar beneden geduwd wordt.

3. Het gebruik van Google AdWords verbetert je SEO

Een discussie die elk jaar wel weer naar boven komt, is die waarbij wordt beweerd dat als je met zoekadvertenties in Google AdWords begint, je ook automatisch een positief resultaat ziet in de organische resultaten – met name bij non-branded zoekwoorden. Een misvatting. Het is namelijk niet zo dat je automatisch beter gevonden zult worden in de organische resultaten.

(De branded zoekwoorden zijn niet zo spannend, omdat je daar toch al wel op nummer 1 gevonden wordt (wij adviseren altijd om ook op je eigen merknaam een AdWords-campagne te doen trouwens, zo weet je zeker dat je altijd bovenaan staat op je eigen merknaam!)

Andersom klopt het wél: aandacht besteden aan je SEO kan invloed hebben op je AdWords-kosten. Er is namelijk wel invloed tussen de relevantie en het succes van je landingspagina enerzijds en de cost per click (CPC) die je in AdWords betaalt anderzijds. Hoe relevanter Google je site vindt voor de zoekterm, hoe lager dus je advertentiekosten. Het heeft dus zin om je landingspagina voor SEO te verbeteren en tegelijk ook voordeel te behalen uit AdWords.

Brand awareness

Er is ook een soortgelijke theorie die voer voor discussie geeft. Deze gaat uit van het feit dat als je een groot budget hebt voor AdWords je daarmee jouw brand awareness flink kunt vergroten, je staat immers altijd bovenaan de zoekresultaten en in combinatie met een display campagne is jouw banner op alle grote websites terug te vinden. Dit vergroot dan de kans dat men naar jouw website linkt, waardoor jouw website beter zal scoren in Google. Je krijgt dan dus meer bereik en hiermee stijgt de kans dat mensen over je gaan praten en uiteindelijk naar je gaan linken. En hoe meer relevante links, hoe beter je rankings. Google heeft samen met Ipsos ook onderzoek naar dit fenomeen gedaan.

Als je het vanuit deze hoek bekijkt, zijn er dus wel degelijk mogelijkheden om met de inzet van AdWords je positie in de organische resultaten te verbeteren – er is alleen geen directe link.

4. Google bestraft dubbele content op je eigen site

Dat Google je straft voor het opnemen van dubbele content op je website is deels een misvatting, maar deels ook waar. De misvatting komt vooral door onbegrip over wat ‘dubbele content’ is in de context van Google-penalties. Zoekmachines als Google bestraffen misleidende content, zoals het vullen van meerdere pagina’s met dezelfde blokken tekst om de website groter te laten lijken, of het beheren van meerdere domeinen met vrijwel alleen maar dezelfde content met als doel beter op te vallen.

Er is echter ook een type dubbele content dat níet direct bestraft wordt. Zoals we eerder bespraken bij punt 2, over het delen van content op andere websites met meer autoriteit, kan dubbele content heel goed bestaan. Door middel van het gebruik van de canonical tag, alleen een bronvermelding in het gekopieerde artikel is vaak niet genoeg. Toch kunnen er situaties zijn waarin je content wilt herhalen op je eigen website. Het is dan vooral van belang om even een stap terug te zetten en de pagina als geheel te bekijken. Is de dubbele content slechts een alinea of een paar zinnen die je ook elders hebt gebruikt, dan zal dit weinig invloed hebben op je zoekmachineresultaten. Heb je een pagina grotendeels gekopieerd met slechts enkele aanpassingen hier en daar, dan kan je er mogelijk beter voor kiezen deze pagina’s samen te voegen of de dubbele content op een aparte pagina weer te geven.

Het komt hier uiteindelijk dus vooral neer op grote stukken dubbele content op je eigen website of die van andere zonder bronvermelding. Google gaat hier op de eigen supportpagina dieper op in en biedt daar ook enkele tips aan. In het verlengde hiervan wordt vaak de opvatting gebruikt dat hoe meer pagina’s je hebt, hoe beter dat is. Deze opvatting gaat uit van het feit dat als je maar elke dag pagina’s aan blijft maken, bijvoorbeeld door contentmarketing, je beter gevonden zult worden. Dus dat zou beter zijn voor SEO.

Het uitbreiden van het aantal pagina’s op je website kan zelfs een negatieve impact hebben vanuit oogpunt van Google, als het ziet dat je een website hebt met informatie die niemand leest of deelt. Daarnaast moet je goed beseffen hoe een zoekmachine werkt om dit goed te doen. Elke website krijgt namelijk een bepaald crawlbudget van een zoekmachine; dit is het aantal pagina’s dat Google per visit bekijkt.

Hoe meer pagina’s je hebt, hoe kleiner de kans is dat de belangrijkste pagina’s bezocht worden. Het budget kan groeien naarmate je Pagerank stijgt, maar je zult dus pagina’s die niet interessant zijn voor een zoekmachine, zoals een bedankt-pagina, uit moeten sluiten in je sitemap en gebruikmaken van de noindex-metatag om meer budget voor je belangrijkere pagina’s over te houden.

5. Je moet geen links kopen

Zoekmachines willen niet dat websites links kopen om zo de zoekresultaten te manipuleren. Vanuit SEO-oogpunt is een groot aantal relevante links naar je website positief voor je vindbaarheid in zoekmachines. Daarom is het kopen van een link interessant om een link te verkrijgen op websites en -pagina’s waar dat anders niet mogelijk is.

Omdat dit regelmatig verkeerd gaat, wordt er al snel gezegd dat je geen links moet kopen. Net als met het doorplaatsen van jouw artikelen op andere websites, kan het kopen van links nieuwe bezoekers naar jouw website brengen. Als het ook interessante en kwalitatief goede content is, kan dit tot extra omzet leiden.

De oplossing als je links wilt kopen? Gebruik het nofollow-element. Als je links koopt en het nofollow-element laat toevoegen op jouw link op de pagina van de ander dan zullen zoekmachines die link negeren en zal dit geen negatief effect hebben voor je. Kortom, zie de link als een advertentie: hij levert geen directe SEO-waarde, maar het extra bezoek dat je genereert en de verwijzingen die dat bezoek oplevert, hebben dat effect uiteindelijk wel.

Ook als je advertenties op je eigen website voert, is een nofollow-attribuut trouwens aan te raden om problemen op lange termijn te voorkomen.

6. Hoe hoger je bounce rate, hoe lager je ranking

Veel marketeers zeggen dat hoe hoger je bounce rate is, hoe lager je in de zoekresultaten komt. Hoewel er geen twijfel is dat het verminderen van je bounce rate de moeite waard is, heeft het (nog) niets te maken met je positie in de zoekresultaten.

Logischerwijs zou het namelijk zo zijn dat een zoekmachine zoals Google kan zien hoe lang het duurt voordat jij weer terugkomt op de resultatenpagina, bijvoorbeeld omdat jij na 10 seconde de back-button gebruikt hebt. Dit kan een teken zijn dat een artikel wel of niet voldoet (ligt aan zoekquery) aan de verwachting van de zoeker en daarom op een andere positie zal komen te staan.

Wij hebben geen relatie kunnen ontdekken tussen bounce rate en rankings, noch bij grote, noch bij kleine klanten. Neemt niet weg dat dit een hele logische stap is voor zoekmachines om te implementeren. Matt Cutts heeft in 2012 voor het laatst (zover bij mij bekend) op Search Marketing Expo aangegeven dat Google de bounce rate niet gebruikt om rankings te bepalen. Klikgedrag integreren in het ranking-algortime als signaal is ons inziens een logische stap voor zoekmachines.

Een leuk experiment in het verlengde hiervan, is dat van Rand Fishkin. Hij heeft getest of het aantal clicks op een link op Twitter de zoekmachineresultaten beïnvloeden (spoiler: misschien, niet helemaal duidelijk).

7. A/B-testen heeft een negatieve impact op je Pagerank

Het argument dat A/B-testen een negatieve impact op je Pagerank heeft, gaat uit van het idee dat je met een test dubbele content maakt. Hoe meer je test, hoe meer dubbele content je krijgt op je website. Je hebt immers twee versies van een pagina die vrijwel niet verschillen van elkaar. Omdat je met A/B testen dus ineens meer links naar dezelfde informatie hebt, is dit nadelig voor je Pagerank.

De mogelijke impact die dit heeft op je Pagerank is echter zó minimaal, dat dit niet opweegt tegen de voordelen van A/B-testen. Sowieso bestaat dit ‘probleem’ niet eens bij alle vormen van A/B-testen. Als je werkt met Optimizely of Visual Website Optimizer, wordt alles via Javascript gedaan en bestaan er geen twee URL’s. Werk je met twee pagina’s, zorg dan voor een canonical tag, een noindex (in HTML en in robots.txt) en redirect de varianten na de test naar het origineel (of aangepaste versie).

Dit argument komt toch vaak terug als discussiepunt op evenementen of wordt aan Matt Cutts gevraagd; vooral omdat A/B-testen hip is bij marketingevenementen en de groep met echte experts niet zo heel groot is. Google heeft daarnaast ook haar eigen Content Experiments-dienst, waarmee je eigenlijk al weet of het een negatieve invloed heeft.

Als Google dan iets loslaat over de gevolgen op vindbaarheid van A/B-testen, dan kun je in ieder geval met een paar dingen rekening houden:

  • Cloaking is niet toegestaan. Cloaking, het weergeven van andere content voor zoekmachines dan voor gewone gebruikers, is een grote zonde in de ogen van Google en wordt bestraft. Een gewone A/B-test vormt geen probleem, maar je mag een variant niet selecteren omdat de gebruiker een Googlebot is.
  • Gebruik het canonical element. Als je meerdere url’s in je A/B-test gebruikt, is er het risico dat Google deze pagina’s als dubbele content ziet. Door het canonical element toe te voegen aan een link naar de originele url, maak je aan het Google-algoritme duidelijk dat dit geen dubbele content is, maar dat het gaat om variaties op het origineel.
  • Gebruik 302-redirects in plaats van 301’s. Een 301 is een permanente redirect, maar als je een A/B-test uitvoert, zijn redirects van variaties slechts tijdelijk. Daarvoor kun je het beste de tijdelijke 302-redirect gebruiken.
  • Run een test niet langer dan noodzakelijk. Als je conclusies uit een A/B-test kunt trekken, zorg dan dat je deze zo snel mogelijk afrondt en de elementen van de A/B-test van je website verwijdert. Als Google merkt dat een A/B-test voor een onnodig lange tijd loopt, kunnen ze dit interpreteren als een poging om zoekmachines te misleiden.

8. Bij ruimtegebrek kun je content in alt-tags van afbeeldingen plaatsen

Wanneer je een pagina ontwerpt, moet je constant afwegingen maken tussen de kwaliteit en de kwantiteit van de content enerzijds en het visuele aspect van je webpagina anderzijds. Wanneer je een grote lap aan tekst aan je bezoekers toont, kan dit afschrikken, terwijl te weinig tekst kan zorgen dat je minder opvalt bij zoekmachines of je doelgroep geen antwoorden op haar vragen krijgt. Wat doe je dan?

Er wordt gezegd dat je dan maar informatie in de alt-tag van plaatjes moet opnemen. Zo krijg je meer informatie op een pagina en dit zou goed zijn voor SEO. We horen dit niet heel vaak, maar toevallig een paar weken geleden weer een keer. Daarom toch een uitleg.

Een alt-tag is een beschrijving die je mee kunt geven aan een afbeelding die zoekmachines vertelt wat de afbeelding voor moet stellen. Hierdoor zouden zoekmachines meer zoekwoorden terugvinden op je pagina dan dat er daadwerkelijk aan de bezoeker in tekst gepresenteerd wordt.

Het probleem hiermee is dat je tekst aan een zoekmachine presenteert die niet aan een normale bezoeker getoond wordt. Zoekmachines willen een zo duidelijk mogelijk beeld krijgen van de gebruikerservaring en bestraffen websites eerder die hen op zo’n manier om de tuin proberen te leiden. Dit ‘trucje’ is geen lang leven beschoren en biedt daarnaast ook geen substantieel voordeel in je rankings.

Het advies is dan ook om gewoon te vertellen wat er op de foto te zien is en dan doe je het al beter dan veel van je concurrenten. Daarnaast word je veel beter gevonden in Google Image Search als je fatsoenlijke alt-tags hebt per plaatje.

9. Hoe meer links, hoe hoger je ranking

Het verkrijgen van links naar je website wordt ook wel linkbuilding genoemd. Linkbuilding is een belangrijk onderdeel van SEO, maar dat betekent niet dat je plaats in de zoekresultaten alleen hierdoor bepaald wordt. Meer links wil niet automatisch zeggen dat je beter zal scoren in Google.

Het algoritme van een zoekmachine is een complexe mix van factoren, waarvan het aantal inkomende links er slechts een van is. De kwaliteit van de links is een factor die velen vergeten. Daarnaast telt ook de frequentie van nieuwe links naar je website als een belangrijke factor.

Een mooi voorbeeld van hoe het niet moet, is bij een bestaande website van een grote klant even een link in de footer toevoegen naar je web- of marketingbureau. Jouw website zal niet ineens beter gaan scoren en het zal eerder kwaad doen dan goed. De reden is dat zoekmachines ineens 1.000 links van 1 domein naar jouw website zien. Dat kan ernstige gevolgen hebben voor je eigen rankings.

Het landschap van zoekmachineoptimalisatie en linkbuilding is iets dat constant aan verandering onderhevig is. Vandaag de dag is het extra belangrijk om een netwerk van links op te bouwen van hoge kwaliteit. Met updates als Penguin wordt het ook steeds meer een vereiste.

Als je online relevant wilt zijn, is het belangrijk dat je het belang begrijpt van linkbuilding en hoe je dit goed kunt implementeren. Of je nu al een ervaren SEO’er bent of net wilt beginnen met linkbuilden, het is een expertise op zich waarbij veel marketeers wel eens vergeten hoe belangrijk het opbouwen van een relatie is. Want lukraak links naar je website zien te krijgen of kopen, dat werkt in ieder geval niet.

10. Een daling in de zoekresultaten betekent een Google-penalty

De angst om bestraft te worden en daardoor van pagina 1 in Google ‘af te vallen’, is voor veel marketeers groot op het moment dat ze SEO serieus nemen. SEO komt vaak alleen in het nieuws als er nieuwe regels en straffen zijn, dus ergens is die angst te begrijpen. Daarnaast is de doorklikratio te verwaarlozen als je niet in de top-5 staat.

Waar bedrijven soms de fout in gaan, is als ze zomaar aannemen dat een daling in bezoekers het gevolg is van “een penalty van Google”. De zoekmachineresultaten voor je website zijn constant aan verandering onderhevig. Omdat er zoveel factoren zijn die dit bepalen, is het onverstandig om direct aan een penalty te denken.

Ook kijken marketeers vaak naar verkeerde rapporten. Er worden vaak appels met peren vergeleken. Als je dan al een penalty zou hebben, weet dan in ieder geval waar je naar kijkt. Kijk bijvoorbeeld eens specifiek naar het organische verkeer. Het kan namelijk goed zijn dat je te maken hebt met een daling van de traffic vanuit social media. De reden daarvan kan zijn dat de UTM-tagging niet meer gebruikt wordt, waardoor bezoekers vanuit sociale kanalen niet meer als zodanig gekenmerkt worden.

Interne en externe factoren

Er zijn verschillende interne en externe factoren die kunnen verklaren waarom je lager in de resultaten terug komt. Interne factoren kunnen dingen zijn als het per ongeluk toevoegen van een noindex-tag aan de site in plaats van aan een individuele pagina, een technische verandering waardoor de url’s minder SEO-vriendelijk zijn, een te grote overlap aan content, concurrentie tussen eigen pagina’s, het uitsluiten van bestanden in je robots.txt of een verminderde activiteit op social media.

Externe factoren zijn dingen als trends waardoor jouw website tijdelijk meer of minder relevant is voor een bepaald onderwerp, of concurrerende websites die zelf aan zoekmachine optimalisatie zijn begonnen en dit beter gedaan hebben.

Zorg dus altijd dat je eerst weet wat er mis is voordat je begint aan een oplossing en ga niet meteen uit van een penalty van Google. Mocht je twijfelen, kijk eens in Google Webmaster Tools. Daar staat een melding als je een penalty hebt gekregen. Dan kun je het oplossen en kun je vanuit die plek Google ook vertellen dat het opgelost, waarna het de website zal heroverwegen.

Wees dus gerust: heb je toch een Google-penalty, dan zijn er SEO-specialisten die je daar prima bij kunnen helpen.

Conclusie

Omdat je iets ‘ergens gehoord hebt’, betekent niet dat het ook waar is. Zeker in de wereld van SEO is het belangrijk dat je je goed informeert, maar ook dat je zelf test of laat testen. Sowieso is SEO niet iets dat je ‘er even bij doet’. Probeer te begrijpen waarom bepaalde zaken werken zoals ze werken en dan zul je ook beter begrijpen hoe de volgende stap in de evolutie van zoekmachineoptimalisatie jouw website beïnvloedt.

Een van de mogelijkheden is om je te laten informeren door verschillende SEO’ers. Met de gedachte dat twee meer weten dan één. Iedere SEO’er heeft zijn eigen specialisme. Iedere SEO’er heeft weer andere klanten en kan dus weer een andere visie hebben. Dat maakt de ene niet beter dan de andere, maar dat maakt de wereld van SEO wel zo boeiend. Elke goede SEO’er heeft hetzelfde doel, nl. jou én de zoeker helpen succesvol te zijn in zoekmachines.

Bovenstaande misvattingen zullen niet opgelost zijn na dit artikel. En er zijn nog genoeg andere om over te schrijven. Bijvoorbeeld dat SEO een trucje is of dat je met alleen SEO succesvol kunt zijn. De opvatting dat SEO dood zou zijn, heb ik expres weggelaten uit het artikel. Uiteraard is dat een misvatting, maar al keer op keer herkauwd. Dat online marketing verandert door bijvoorbeeld apps en social klopt, maar er zijn maar weinig disciplines die zo aan verandering onderhevig zijn als SEO.

Ik ben benieuwd welke misvatting je zelf nog kent. Of misschien vind je wel iets van de misvattingen die hierboven staan beschreven. Laat het vooral weten!

Mike van Hoenselaar
Online marketeer / strateeg bij Online Boswachters

Groeiboswachter bij online marketing bedrijf Online Boswachters waar ik bedrijven help om succesvol te zijn op internet. Ik adviseer op het gebied van online marketing, web performance, conversie optimalisatie, webanalyse, growth hacking en gebruiksvriendelijkheid van (UX) design. Altijd op zoek naar die perfecte vruc.ht om te plukken. Ik sta continu open voor nieuwe ontwikkelingen om te integreren in onze projecten. Om processen sneller, makkelijker en efficiënter te laten verlopen. Recent gestart aan een nieuwe uitdaging die alles te maken heeft met escape rooms met Escape Rooms Nederland.

Categorie
Tags

30 Reacties

    RanD

    Grappig dat ze hier MOZ tegenspreken op basis van SEO op een aantal punten..


    28 november 2014 om 09:46
    Tammo Peters

    Ik ben het volkomen eens met je conclusie. Omdat je iets ‘ergens gehoord hebt’, betekent zeker niet dat het ook waar is. Helaas besteden er nog te veel marketeers onnodig tijd aan verkeerde SEO-werkzaamheden, zonde!


    28 november 2014 om 11:28
    Mike van Hoenselaar

    @RanD:

    Welke punten heb je het specifiek over?

    En wat is jouw eigen visie over deze punten?

    @Tammo:

    Ik denk voornamelijk dat het komt dat SEO er bij moet in plaats van dat het een aparte expertise of onderdeel is binnen een bedrijf.


    28 november 2014 om 11:54
    Hans Dinkelberg

    N.a.v. punt 8: een belangrijke reden om in je alt-tag een correcte beschrijving van de afbeelding te zetten, is natuurlijk om je content toegankelijk te maken voor bezoekers die een visuele beperking hebben of om andere redenen geen afbeeldingen kunnen ‘zien’.


    28 november 2014 om 14:17
    andrescholten

    @RanD: nog grappiger zijn al die mensen die Moz klakkeloos geloven…heb je ook nog wat onderbouwing? Ben wel benieuwd wat je precies bedoeld.


    28 november 2014 om 16:02
    Mike van Hoenselaar

    @Hans:

    Het kan dubbel opgevat worden hoe het er nu staat.

    alt teksten zijn ZEKER belangrijk. Je moet ze zoals je zelf ook terecht aangeeft vullen om bezoekers met visuele beperking een betere beleving te geven.

    Mij gaat het er om dat er marketeers zijn die die alt tag 100+ tekens geven om op die manier meer informatie op de pagina te krijgen.


    28 november 2014 om 16:10
    Mike van Hoenselaar

    @Eduard:

    Ik heb dat expres nog eens gelezen, want die had ik uiteraard gelezen (ooit), maar dan is er toch nog eentje doorheen geglipt. Zo zie je maar, een jaar later nog steeds actueel.

    Zal ook nog wel even blijven verwacht ik.

    Grappig dat het allebei nummer 4 is en op dezelfde dag gepublished is. Daarvoor moet je bij de MF redactie zijn :).

    Volgend jaar ben jij weer aan de beurt goed? 🙂


    28 november 2014 om 19:53
    eduardblacquiere

    @Mike

    Prima 🙂


    28 november 2014 om 20:02
    Roderick

    Goed stuk, maar vanwaar nog PageRank gebruiken bij punt 7 is dat niet op sterven na dood? Ik begrijp het idee en wellicht dat je bewust voor PageRank hebt gekozen omdat de meesten dat begrip kennen?


    28 november 2014 om 21:27
    Martin

    Hallo Mike, uitstekend artikel.

    Heb een vraag over duplicate content.

    Via Chrome commando site:domijnnaam zie ik dat een concullega het volgende toepast.

    Content begint met zoekwoord parketschuren [tekst..]

    Volgende pagina zoekwoord houtenvloer schuren [tekst…]

    De [tekst] is overal hetzelfde alleen zoekwoord begint anders.

    Ze zijn niet zichtbaar op site maar zogeheten ”landingspagina’s vermoed ik.

    Vraag mag dit?

    Groet, Martin


    28 november 2014 om 21:46
    Mike van Hoenselaar

    @Martin:

    Ik weet niet goed of ik je vraag begrijp.

    Een concullega heeft (als voorbeeld) 10 pagina’s in Google staan ieder ogenschijnlijk geoptimaliseerd op een zoekwoord (zoals parket schuren). Op deze (landings)pagina’s staat vrijwel identiek dezelfde tekst alleen begint de allereerste alinea van deze pagina met het betreffende zoekwoord.

    Als dat klopt dan zou ik me niet al te grote zorgen maken.

    Meneer of mevrouw Panda komt vroeg of laat voorbij bij deze website en dan is het afgelopen.

    Mocht deze website nou toch erg goed gevonden worden en hoge rankings behalen. Deel hem dan vooral dan kan ik er inhoudelijker iets over zeggen waarom dat is.

    “Ze zijn niet zichtbaar op site”

    Wat bedoel je hiermee? Dat de pagina;s niet zichtbaar zijn via de homepage?

    PS: site: is een Google commando, niet van Chrome (is browser) 🙂


    28 november 2014 om 21:55
    Roderick

    Eens dat autoriteit moet worden bepaald, maar had het idee dat domein en pagina-autoriteit langzamerhand meer ingeburgerd waren dan PageRank, vandaar mijn vraag.

    Presentatie niet gezien, ga ik wel doen 😉


    28 november 2014 om 21:58
    Martin

    Hallo Mike ik dm je even via Twitter Ik deel hem niet hier vind ik niet correct. Ik weet dat die collega geen verstand heeft van website’s maar dat de bouwer dit heeft gedaan

    De pagina’s zijn niet zichtbaar via de homepage

    Dat commando is idd van Google bedankt voor de correctie

    groet, Martin


    28 november 2014 om 22:03
    Mike van Hoenselaar

    @Roderick:

    DA gebruikt ook PR (als je de DA van MOZ bedoeld). 🙂

    Maar DA is gewoon een volledigere weergave en houdt rekening met meer aspecten om iets te kunnen zeggen over autoriteit.

    Maar da wistu ge wel 🙂

    @Martin:

    Checked.

    * Pagina’s zijn op 7 plekken verschillend (met gemiddeld 2 woorden) op een tekst van 200 woorden. 80% is dus hetzelfde. Geen lang leven beschoren. Zorg voor pagina’s van 500 tot 1500 woorden. Much better.

    Valt me trouwens niet tegen dat ze nog op pagina 3 gevonden worden trouwens :).

    * Geen link vanuit homepage zeg je ook al mee hoe belangrijk de pagina’s eigenlijk zijn. Dat hoeft niet per se, maar ze hebben een pagina /schuren. Link de parket schuren pagina dan in ieder geval daar vanaf. Enorm relevant. Maar agh, zelfs de algemene /schuren pagina is dezelfde tekst als de ‘child’ pages.


    28 november 2014 om 22:22
    Kim

    Mike, adviseren jullie gebruik te maken van MOZ? Of zijn er inmiddels betere alternatieven?


    1 december 2014 om 10:37
    Mike van Hoenselaar

    @Kim:

    Je bedoeld de tools van Moz?

    Die kun je prima gebruiken.

    Weet alleen wat je meet en probeer ook eens andere tools.

    Om te zien wat het verschil is.

    Geen enkele partij heeft het namelijk 100% goed.

    Dat is goed om te weten als je op basis van die data dingen gaan beslissen.


    1 december 2014 om 10:52
    jeroen

    Zit een beetje met punt 6. Relatie bouncerate en ranking. Er zijn verschillende scenario’s.

    Scenario A: iemand zoekt via google voor een oplossing van zijn probleem. Hij klikt op het resultaat, vindt zijn oplossing en verlaat de pagina. Dit is een bounce.

    Scenario B: iemand zoekt via google voor een oplossing van zijn probleem. Hij klikt op het resultaat, vindt zijn oplossing NIET en keert terug naar het zoekresultaat en kiest voor aan andere site in de lijst van zoekresultaten. Ook dit is een bounce, maar wel 1 die google de informatie geeft dat de zoekterm schijnbaar niet 100% aansluit bij de content op de pagina. Dit zou naar mijn mening dan wel invloed moeten hebben op de ranking, maar dan vooral tijdens de eerste periode waarin de pagina in de index is opgenomen.

    Zie ik dit verkeerd?


    1 december 2014 om 12:19
    Mike van Hoenselaar

    @jeroen:

    Nee zeker zie je dit niet verkeerd.

    Dat is ook de reden (waarschijnlijk) dat Google die relatie ook (nog) niet gebruikt. Juist om die twee scenario’s. Aan de andere kant, hoe vaak ben jij terug gegaan naar de zoekresultaten als jij op zoek was naar iets, dat antwoord gevonden had op een pagina via Google en dan terug bent gekeerd naar de zoekresultaten? Ik sluit meestal de tab namelijk. Daar zou Google al mee kunnen beginnen, dus niet de scenario’s, google, pagina openen, oplossing gevonden, pagina sluiten, maar mensen die terugkeren naar de zoekresultaten.

    Maar het is zeker materie die tot nadenken zet.

    Want hoe zeker ben je als iemand in 5 seconde weer terug is bij de zoekresultaten. Heeft deze nou wel of niet gevonden wat hij of zij zocht?

    Factoren waar ik zo 123 aan denk die Google zeker wel mee kan nemen om dit beter te kunnen benaderen:

    * Lengte van pagina waar zoeker op uitkomt, is het een lange pagina en de bezoeker is in 5 seconde weer terug. Wat zegt dat over kwaliteit pagina.

    * Tijd die ze blijven voordat ze terugkeren, 5 of 20 seconden is een heel verschil. Daarnaast laten ook steeds meer mensen (ook ik) daaagen hun tabs open staan.

    * Is er scrollgedrag gedetecteerd op de pagina (of andere interactie gemeten in GA, als er een interactie gedaan is dan zegt dat ook iets over kwaliteit van pagina

    * Wat heeft de zoeker gedaan toen hij terugkwam in de zoekresultaten? Volgende resultaat aangeklikt? Heeft de zoeker dan wel gevonden wat hij of zij zocht?

    We will see wat Google zal doen.


    1 december 2014 om 12:35
    Jeroen

    Wellicht is de term relatie ranking op basis van bouncecijfer niet de juiste omschrijving van hetgeen we nu omschrijven. Het is meer de relatie ranking en het aantal bezoekers dat nadat de pagina is bezocht alsnog een nieuwe pagina bezoekt met dezelfde zoekterm.

    Daarnaast heb je natuurlijk vaak de situatie waarbij bezoeker een term invoert, een pagina bezoekt en daarna zijn zoekterm verfijnd. Ook dit geeft aanvullende informatie over de pagina, dus ook de ranking voor bepaalde keyword combinaties.


    1 december 2014 om 12:42
    Mike van Hoenselaar

    @Jeroen:

    het ging in eerste instantie in de misvatting om bounce vs ranking. Wat we beschrijven samen is daar een onderdeel van natuurlijk.

    Volgens mij zijn we het er over eens dat Google werk aan de winkel heeft 🙂


    1 december 2014 om 15:28
    Yori

    “Wij hebben geen relatie kunnen ontdekken tussen bounce rate en rankings, noch bij grote, noch bij kleine klanten. Neemt niet weg dat dit een hele logische stap is voor zoekmachines om te implementeren.”

    Zelf werk ik voor een groot voucherportaal in Duitsland. Uit ervaring kan ik zeggen, dat er in deze niche wel degelijk een relatie bestaat tussen BR en Rankings. Hoewel we normaalgesproken stabiele rankings hebben, merken we vaak binnen twee dagen een verschil: BR stijgt, rankings zakken. Zodra de BR weer zakt, zien we binnen korte tijd ook weer een positieve ontwikkeling in de rankings.


    1 december 2014 om 21:43
    Mike van Hoenselaar

    @Yori:

    Interesting. Very interesting.

    Lijkt me mooi om wat rapporten te zien die dat aantonen.

    Hopelijk wil je die met me delen.

    mike{at}]onlineboswachters[dott}nl


    1 december 2014 om 22:42
    Chris Hudepohl

    @Mike Leuk artikel! Het stukje van Adwords met betrekking tot ranking heb ik mijn twijfels bij. We hebben voor een klant de Adwords uitgeschakeld ivm. een onderbezetting in de vakantie periode. Vanaf dat moment zagen we ook een forse daling in de zoekwoord posities in het organische deel van Google. Toen we vervolgens de Adwords campagnes weer inschakelden kwamen de organische resultaten automatisch weer omhoog.


    2 december 2014 om 08:20
    Mike van Hoenselaar

    @John-Pierre:

    Ben ik het mee eens.

    Meta omschrijving niet direct invloed op algoritme.

    Maar net zoals bouncerate is CTR een goede factor om relevantie mee aan te tonen. Dus Google zal CTR zeker gebruiken. Je ziet ook dat als resultaat 3 vaker aangeklikt wordt dat deze meer kans zal hebben om boven 1 en 2 te komen. Maar goed, het blijft 1 factor op 100den factoren.

    Dus het ligt er maar net aan wie dan die 1 en 2 zijn.

    Wij adviseren zelf ook altijd om de meta omschrijvingen wel te gebruiken en zo te schrijven dat ze aansluiten op intentie en conversie opwekken.

    Dank voor je reactie!


    3 december 2014 om 19:43
    Thomas Frenkiel

    Er is een verschil tussen pogo-sticking en een hoge bounce rate. De bounce-rate op jouw website wordt door Google niet gebruikt. Pogo-sticking wel, lijkt me. Dat is ook de reden dat er soms nieuwe websites met een lagere autoriteit dan de concurrenten hoog kunnen staan: ze hebben een lagere website autoriteit, maar scoren beter qua performance. Dit wordt door Google beloond.


    8 december 2014 om 14:06
    Kelly

    Dankjewel voor dit interessante artikel Mike, ik heb er echt wat van opgestoken


    15 december 2014 om 13:25

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!