Verlaagt consumer generated content onze standaarden?
Het internet staat op dit moment werkelijk tjókvol knipperende mySpace en Hyves pagina’s, slecht geschreven blogs en onscherp geschoten videos. En dat heeft natuurlijk een kwaliteitverlagend effect op onze marketinginspanningen. Al helemáál wanneer je merk echt aan brandgagement gaat doen.
“De vraag naar professionele creativiteit hólt echt achteruit.”
Fotografen, videografen, art directors, copywriters, journalisten, … noem maar op. Werkelijk állemaal voelen ze de hete adem van de overproductieve consument in hun rechtopstaande nekharen blazen. En zitten ze met de handen in het schrale haar; “Waar gaat dat heen, met onze leuke, goedbetaalde baantjes?”
Maar: vrees niet, er is geen enkele reden om bang te zijn. Die consumer generated future verlaagt onze standaarden niet; ze verhóógt ze juist. De plaatjes en praatjes worden welliswaar kneuteriger, maar de creativiteit eromheen absoluut niet.
Wij moeten juist nóg creatiever worden, om die overproductieve consument nog ‘het hoofd te kunnen bieden’. We moeten nieuwe paden zoeken, maken en bewandelen.
De creatief van morgen is dan ook geen fotograaf, art director of copywriter meer; hij is ‘t allemáál. Hij is een interactieve creatief generalist; iemand die zich niet meer specialiseert in kunstjes, maar in kennis en kunde. En die overproductieve consument niet meer tegenwerkt, maar juist hélpt. Met het maken van betere, en zuiverder, tweerichting (marketing-)communicatie.
En het reclamebureau van morgen? Dat is geen ‘meubelfabriek’ meer, maar een IKEA of een GAMMA. Of een meubelmakersopleiding, die elke geïnteresseerde consument de kneepjes van het vak bijbrengt. Of zelfs een …
Inderdaad, van bovenaf opgelede standaarden worden ter discussie gesteld en door de consument bijgesteld en zodoende dient de marketeer nog scherper te zijn en sneller kunnen anticiperen en aanvoelen wat hot is en wat not.
Het is niet alleen zozeer dat de overproductieve consument door de toenemende laagdrempeligheid om media te genereren en delen concurentie veroorzaakt voor de professional. Het is meer ook de tijdsspan waarmee dit gebeurt en mensen gaan verwachten. Zo had ik toevallig van de week nog een gesprek met filmproducer hier op de vloer.
Doordat mensen snel filmpjes maken met bv een telefoon kan bijna instant resultaat worden getoond van een evenement. Terwijl een professional een item moet draaien en vervolgens professioneel moet bewerken, dit kost logischerwijs veel meer tijd, waardoor hij bijna achter de nieuwsfeiten aan loopt..
Het is nog streeds zo dat slechts een klein gedeelte van de consumenten content vervaardigd. Het grootste gedeelte consumeert alleen maar. Bij Digg.com is deze ratio circa 1:30.
Ik denk dat creatieven “as we know it” nog geruime tijd zullen bestaan. Alleen al omdat de content genererende consument niet de resources heeft die creatieven wel hebben en consumenten willen wel graag kwaliteit.
Geen zorgen dus.
@Bastiaan: “slechts een klein gedeelte van de consumenten vervaardigt content” -> maar dat kleine gedeelte bestaat al wel uit dui-zen-den malen zoveel mensen, als de nog veel kleinere groep professionele creatieven.
En m.b.t. resources: technisch zitten veel consumenten al op een hoger niveau dan de meeste professionele creatieven. Ze schieten plaatjes op 10 MegaPixels, videograferen op HD en publiceren hun creaties – zoals Tristan hierboven al aangeeft – tientallen malen sneller dan hun professionele ‘concurrent’…
Maar nu naar de waarde Carl, wat is die voor de markt of voor bedrijven?
Ik denk dat we moeten oppassen de bijdrage van consumer generated content te overschatten. Natuurlijk is die er en dat zal in de komende jaren alleen maar meer worden, maar het zal nog een flinke uitdaging worden om deze om te zetten in waarde (incidentele successen zoals youtube, myspace en wikipedia daargelaten).
@Marco: Het is inderdaad een flinke uitdaging, en dáárom moeten ‘wij creatieven’ dus snel nog creatiever worden, en op andere vlakken, dan we al zijn.
Die ‘consumer generated’ stroming kun je onmogelijk overschatten. De dijk is nog maar nét doorbroken, en voor je ’t weet is ons hele marketinglandje ermee overspoeld.
En de marketeers die nu nog hun vinger in die dijk proppen, met de ijdele hoop dat het tij wel keren zal, zullen in de stroming ten onder gaan.
Wordt een leuke discussie dinsdag 😉
@ Carl. Resources zitten ‘m niet alleen in techniek, maar ook in opleidingen, collega’s, seminars (succes Marco) en de gemakkelijke toegang tot deze.
Consumenten kunnen hun producten danwel sneller publiceren maar dat gaat duidelijk ten koste van de kwaliteit en dus ook de waardering van de andere consumenten. Een pro fotograaf maakt mooiere plaatjes met een 10 Megapixel camera dan de gemiddelde consument, de fotograaf doet er alleen wat langer over.
Met Marco ben ik het een dat de consumer generated content niet overschat moet worden. Maar onderschat ‘m ook niet er zitten parels bij en die krijgen nu veel meer kans om opgemerkt te worden. Dat is een prachtige ontwikkeling waar weer veel waarde uit te halen is.
@Bastiaan: “dat gaat duidelijk ten koste van de waardering van de andere consumenten” -> waarop baseer je deze stelling? Of is het een assumptie, gebaseerd op jouw persoonlijke, professionele kijk op dat kneuterig gedoe van het gepeupel?
Mijn ervaring is juist dat die ‘doodgewone consument’ echt heel erg veel sneller tevreden is dan ik, de ‘professioneel creatief’.
Trouwens Carl helemaal mee eens. Niet je vinger in de dijk proppen maar mee zwemmen. Omarm die hele CGC stroming en doe er je voordeel mee. *glimlacht om de fijne beeldspraak*
Bij dat laatste sluit ik me helemaal aan: ‘Omarm die hele CGC stroming’!
@ Carl. Ik heb hier geen onderzoek naar gedaan, maar wat je ziet op bijvoorbeeld Flickr dat de kwalitatief betere foto’s van pro’s (die daar tegenwoordig ook actief zijn) hogere waardering krijgen dan de mindere foto’s van hetzelfde onderwerp. In casu: ze komen hoger in de “Most interesting” sectie.
@ Marco en Bastiaan,
Het feit dat bezoekers weinig nuttige content toevoegen kan volgens mij mede worden verklaard door leertheoretische overwegingen, bijvoorbeeld de leercirkel van Kolb. Kolb stelt dat je pas kunt spreken over het eigen maken van een leerervaring nadat je de volgende vier fasen hebt doorlopen, namelijk: – doen; – experimenteren; – theorie en zelfreflectie. De volgorde maakt niet eens zoveel uit. Dat is afhankelijk van je voorkeurstijl.
Heb je deze fasen doorlopen, pas dan ben je ervan overtuigd dat je nuttige content kan leveren. Ik kan me voorstellen dat veel bezoekers een website voor de lol bezoeken of om kennis te vergaren. Vervolgens surfen ze verder en zijn pas veel later, terwijl ze jouw weblog allang zijn vergeten, zijn ze in staat om elders wel content te leveren.
Ik vermoed dat de meesten blijven steken in de fasen van zoeken naar kennis (theorie), doen (bijvoorbeeld een eigen weblog) en experimenteren. De fase van zelfreflectie? Wie komt daar aan toe? Misschien die ene procent.
Groet,
Arnoud
Beste Marco,
Ik vind het een heel goed thema. Zeker actueel. Ik volg het op MF allemaal met veel belangstelling. Voor zover ik het heb gelezen mis ik iets in je presentatie. Namelijk de waarde van content. Misschien heb ik niet goed gekeken hoor. Dan hoor ik het graag van je. als ik op de content klik krijg ik alleen maar “vragen” te zien.
Content? Het lijkt zo vanzelfsprekend. Ik heb vroeger wel eens bij de SNS-investment gezeten met de website http://www.lerenbeleggen.nl.
Daar kreeg ik de terechte kritiek dat ik niet commercieel was. Achteraf gezien begrijp ik dat ik we te weinig content hadden. Toch werkte ik samen met o.a een marktetingburo. We waren zelfs uitgenodigd door de Universiteit van Leiden. Jaja. Ik kan er nu nog om lachen. Beleggen was een hype.
Nu, enkele jaren later maar vooral naar aanleiding van de reacties op mijn welblog begrijp ik pas waarom. Ze hadden groot gelijk. Er wordt niet eens zoveel gereageerd op mijn weblog.
Echter “via via” krijg ik leuke reacties. Soms van mensen waarvan ik dit niet had verwacht.
Hoe komt dit? Door de content.
In jouw presentatie stel je natuurlijk erg goede vragen. Ik mis iets over de oorspronkelijke redenen van het bezoek. Wat maakt de inhoud zo speciaal dat anderen ervoor bereid zijn om de zeepkist of de kansel te beklimmen.
Groet,
Arnoud
Shit, iemand anders heeft de domeinnaam in gebruik. Ik sta daar los van.
Grappig.
Arnoud
@ Arnoud. Wat een waardevolle bijdrage aan deze discussie. Ik als consument geef hier en hoge waardering aan :-).
Ik ken de theorie van Kolb niet, maar ik zal me er eens in verdiepen.
Goed punt Arnoud, ik laat inderdaad in de plaatjes weinig zien van de content of de waarde alhoewel ik daar impliciet in mijn verhaal wel op inga. Pak als voorbeeld het plaatje van InnoCentive, een community van wetenschappers waar bedrijven als Eli Lily en P&G problemen kunnen plaatsen en die tegen betaling door wetenschappers elders worden opgelost. Ook Marketingfacts is natuurlijk een mooi voorbeeld. Een aktieve community waar de lezers, de leden en de bloggers gezamenlijk content creeeren die voor iedereen bruikbaar is in zijn presentaties, businessplannen, etc. Zelf hebben we dit inmiddels vertaald naar bijv. cursussen en het jaarboek. Oftewel, online samenwerking -> content -> waarde. Zal eens nadenken hoe ik dat nu visueel kan laten zien.
@Marco,
Als je dan toch gaat visualiseren, overweeg dan een visualisatie te maken van het kleine-wereldfenomeen. Pas dan wordt de waarde van “evangelisten” duidelijk. Hoeveel mensen zou een evangelist in zijn netwerk kunnen hebben? Bij hoeveel mensen kan hij jouw product promoten zonder dat hij zelf beseft dat hij als evangelist functioeert? Simpelweg omdat hij (m/v) enthousiast is.
Interessante litheratuur:
Netwerken, over het waarderen, opbouwen en gebruiken van sociaal kapitaal.
Wayne Baker
Vooral zijn verhaal over spilfuncties (die evangelisten kunnen zijn) zijn in dit verband interessant om te lezen.
@Carl,
Leuk he, dat dit dus blijkt te werken. Acht jaar is al een hele tijd.
@Arnoud: Dat die website het al 8 jaar uithoudt is overigens vooral te danken aan de deelnemers en de mensen die deze nog steeds onderhouden. ‘Het concept’ was slechts een simpel beginnetje, en ik ben persoonlijk alleen dáárvoor verantwoordelijk geweest.
Dat is dus de bekende 1%-regel die al eind jaren 90 bekend was van virtuele communities Carl en die ik a.s. dinsdag zal bespreken in mijn presentatie.
Je laatste zin is wellicht een aardige afsluiter van mijn verhaal; mag ik ‘m gebruiken?
Met naamsvermelding? ’tuurlijk! 😉
Wellicht is het niet zo dat de kwaliteit achteruit gaat maar dat onze definitie van kwaliteit aan het verschuiven is. Misschine vinden wij als consumenten wel dat een reclame met een foto helemaal niet perfect hoeft te zijn. Wellicht is de consument heden ten dagen wel gewoon immuun geworden voor de kleine nuances in beeld en is daarmee de meerwaarde van een uitgebriede fotoshoot voor een goede campagne aanzienlijk lager geworden.
Begrijp mij niet verkeerd, ik vind dat creativiteit een noodzakelijke en tevens ook waardevolle toevoeging is aan alle communicatie uitingen. CGC zorgt voor incidentele successen. Dat is wat anders dan een team daarvoor inschakelen die het altijd tot een goed einde brengt. CGC is mijns inziens meer toevalstreffen. Evenwel denk ik dat het goed is om je als professional te realiseren dat voor een mooie ervaring geen perfectie noodzakelijk is. Gelukkig niet, het zou het voortbestaan van het menseljk ras direct op scherp zetten.
He, wat jammer nou…
Heb je wel een flinke zooi screendumps gemaakt?
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!