Succesvolle sociale netwerken: het W3 model (3)

6 mei 2008, 03:51

Dit is deel drie van een drieluik over een theoretische benadering van succesvolle sociale netwerken. Naar mijn mening moeten er bij een sociaal netwerk/ online community antwoorden gezocht op drie basisvragen: Waarom, Wie en Wat? Ik gebruik deze 3W’s om de commerciële kansen van een netwerk te kunnen beoordelen en functionaliteiten te kunnen vergelijken. Hoe is de Waarom-vraag beantwoord (soms vraag ik me echt af of dat wel gedaan is …) en hoe zijn de Wie-elementen ingevuld? Waarom groeit het ene netwerk, terwijl het andere stagneert/niet van de grond komt?

Zo is het W3 model voor sociale netwerken tot stand gekomen. Deel 1 van het W3 model over het Waarom? is hier (en hier op M!), deel 2 over Wie is hier (en hier op M!) te vinden. Aanvullingen zijn gewenst! Deel 3 gaat over: Wat wordt er gedeeld (met Wie en Hoe)?

Wat?

In een actief netwerk wordt door de gebruikers op een of andere manier content gedeeld met andere gebruikers (interactie).

De content kan uit verschillende vormen bestaan:

  1. Updates van profielenpagina’s, denk aan mutaties in Plaxo, LinkedIn, Xing, Hyves
  2. Beeld en geluid (foto’s, film, MP3’s). Dit kan eigen materiaal zijn of materiaal van anderen. Ga hier niet het wiel opnieuw uitvinden, maar integreer bestaande killer apps zoals Flickr, Last.fm en YouTube. Content wil je 1x uploaden, niet meerdere keren.
  3. Microblog (de WieWatWaar items, zie deel 2)
  4. Weblog, bijv. Hyves & MySpace bieden een weblogfunctionaliteit binnen het eigen profiel
  5. Geplaatste vragen in fora (bijvoorbeeld ‘Answers’ in LinkedIn)

De interactie kan bestaan uit:

  1. Reacties van andere gebruikers op geplaatste content, ook weer gevoed door een update-mechanisme (via email, RSS, SMS)
  2. Directe reacties tussen gebruikers onderling. Een belangrijke keuze hierin is of gebruikers andere gebruikers kunnen benaderen buiten hun eigen vriendennetwerk. Als dit niet het geval is, wordt groei (zowel op persoonlijk niveau als op netwerkniveau) beperkt en kan de waarde van het netwerk voor een gebruiker dalen. Xing onderscheidde zich lang van LinkedIn door direct contact buiten het netwerk mogelijk te maken. Inmiddels is dit via een simpele omweg binnen LinkedIn ook mogelijk (connecten via ‘Business Partner’ of ‘Groups’). Best practise IMHO: het contact buiten het eigen vriendennetwerk verloopt gefaciliteerd via de beheerder, na acceptatie over en weer kan er direct contact volgen. Zorg i.i.g. dat voor berichtenverkeer (mails, berichten, krabbels) binnen het netwerk een volwaardige applicatie gebruikt wordt en dat de berichten archiveerbaar zijn, zowel inkomend als uitgaand.
  3. Direct contact tussen beheerder en gebruikers, bijvoorbeeld via een periodieke nieuwsbrief. Dit is een uitstekend middel om het websitebezoek te verhogen en om slapende gebruikers te reactiveren.
  4. IRL, oftewel In Real Life. Marco Derksen riep in december 2005 al: ‘Het succes van online communities ligt offline’. Online contacten worden verstevigd door offline contacten. Voorbeelden: de Hyves-feesten en de reeks Twitterborrels.

Conclusie:

Zonder het delen van content (in welke vorm dan ook) is een online netwerk niets meer dan een verouderd telefoonboek en zonder interactie is een community ook ten dode opgeschreven. De beheerder dient er dan ook voor te zorgen dat het maken en delen van content laagdrempelig mogelijk is en dat interactie binnen de community flink gestimuleerd wordt. Dit is een voortdurend proces waarin niet verzaakt kan worden. Maak slim gebruik van andere diensten om content te delen en bevorder de interactie tussen gebruikers.

Lode Broekman
Docent Digital Marketing bij Hogeschool Van Amsterdam

Lode Broekman (1965) is een resultaatgerichte organisatieadviseur, erkend Senior Marketing Professional (SMP), met ruim 25 jaar ervaring in (online) marketing en communicatie. Hij staat bekend om zijn klantgerichte en pragmatische oplossingen voor commerciële vraagstukken en verder om zijn boeiende presentaties. Daarnaast heeft hij veel ervaring als projectmanager. Hij is enkele jaren docent op de Hogeschool van Amsterdam, Commerciële Economie.

Categorie
Tags

6 Reacties

    Feeder

    Lode, kun je nog wat zeggen over een initiatief als http://www.flametree.nl, social networks geinitieerd door bedrijven dus (in dit geval ABN Amro)? De rol van beheerder kent hier zijn eigen do´s en dont´s vermoed ik. Wij leveren zelf netwerkfunctionaliteit in de vorm van branded microblogs en zien dat onze klanten soms worstelen met de beheerdersrol. Ben dus (opnieuw) benieuwd naar je mening in deze.


    6 mei 2008 om 04:32
    lbroekman

    @Karel Flametree verdient eigenlijk meer aandacht dan alleen een reactie of een korte post (waar Matthijs al naar verwees). Ik roep al wat langer dat er naar mijn mening ruimte is voor een goed Nederlands(-talig) zakelijk netwerk naast LinkedIn. DeOndernemer.nl heeft kansen (combi landelijk en lokale content), Zibb.nl heeft flink wat traffic maar minder ‘community’ naar mijn mening, http://www.frisinjehoofd.nl is een voorbeeld van een niche community die slim wordt beheerd.

    Flametree laat naar mijn mening qua usability nog teveel steken vallen (te veel beta nog) en biedt nu nog te weinig onderscheid voor de gebruikers. Maar als ze in staat zijn om op korte termijn te upgraden (in techniek en dienstverlening), dan zie ik zeker potentieel, mits ze de gebruikers kunnen ondersteunen bij hun doelen (de 1e W).


    6 mei 2008 om 05:38
    Vincent Neve

    @Lode: Leuk drieluik om te lezen, chapeau. Voor mij blijft je tweede W de belangrijkste. De Waarom vraag moet eigenlijk continu in het teken van Wie staan, terwijl deze derde W, wat, met name gaat over wat er uit het Wie voortkomt.


    6 mei 2008 om 07:10
    lbroekman

    @vincent Dank je! Zonder ‘Wie’ geen community, da’s logisch (zou JC zeggen). En natuurlijk, klantgericht gedacht moet ‘Wie’ voor ‘Waarom’ komen, maar zo werkt niet iedereen… Beide vragen dienen goed beantwoord te worden, anders heb je een probleem. Nog wel een andere overweging: doelgroepen bestaan niet, gebruikers wel (quote Paul Postma). Je kunt van te voren wel bedenken wie er van de dienst gebruik gaan maken, maar in de praktijk pakt dit meestal anders uit.


    6 mei 2008 om 07:42
    Vincent Neve

    @Lode: worden gebruikers dan niet gewoon in zijn algemeenheid doelgroep(en)? Ik snap wel dat implementatie van plannen anders kan uitpakken dan gepland, maar als je de 3 W vragen beantwoordt zul je je toch altijd wel ergens op richten, dus doelgroep(en) hebben?


    6 mei 2008 om 10:43
    lbroekman

    @vincent Het ‘gebruikers ipv doelgroepen’ gaat idd alleen op bij bestaande netwerken (organisaties), bij een start-up heb je een visie, idee en beoogde doelgroep(en) maar geen data waarop beslissingen gebaseerd kunnen worden.


    6 mei 2008 om 10:50

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!