Economisch weerbericht (54): TTT als boosdoener
De tachtigste verjaardag van De Grote Crash, midden volgende week, geeft aanleiding tot fundamentele bezinning. Het is mijn overtuiging dat de verstoorde relatie tussen Trust, Transparency en Technology, de TTT-drieëenheid van IBM uit het Grote Recessie-jaar 2008, de noemer is van alle financieel-economische excessen van de afgelopen periode. De TTT-rapporten van IBM gaan over de verzekeringsbranche, welnu: een optimale TTT-relatie IS de generieke verzekering.
Er ligt een grote taak om de systemen van het menselijke handelen inherent transparant en “trustworthy” te maken zoals dat in computertermen heet. Zeker met het oog op de hand over hand toenemende “harde” Virtualisering van de Wereld, die ooit begon met geld, daarna de media en die sinds het digitale informatietijdperk alle kanten op waaiert, tot aan de NBIC-convergentie toe (nano-, bio-, info- en cognitieve technologieën en wetenschappen – zie “Leven als bouwpakket”) is een optimale TTT-relatie via systemen die inherent transparant zijn, hun ICT-component voorop (ppt), een vereiste.
Web Presence
De komende decennia ontwikkelt zich de “Web Presence” van personen, organisaties, dingen, nieuwe artefacten, zich organisch vormende softwareapplicaties, hun identiteiten, hun interactie en last but not least geldstromen. Die Virtualisering van de Wereld en haar economische consequenties moet worden gedragen en vooruitgeholpen door een deugdelijke digitale infrastructuur en transparante digitale systemen. Dat is geen science fiction maar een praktische realiteit, waarin security, traceability, auditability en authenticatie – allemaal real-time en on-demand – gegarandeerd moeten zijn. We moeten niet meer blind moeten hoeven aannemen dat het wel goed zit met de relatie tussen Trust, Transparency en Technology. Die relatie moet tot in de puntjes beredeneerd en inzichtelijk zijn. Daarvoor is niet zozeer regelgeving nodig maar vooral systeemtransparantie.
De Grote Crash
In de financieel-economische excessen vanaf De Grote Crash is een belabberde TTT-relatie op basis van falende automatisering altijd een belangrijke boosdoener geweest. Aan telegraaflijnen gekoppelde tickertape-printers vielen in oktober 1929 uren lang uit toen de hysterie op de beurs haar hoogtepunt bereikte en er te veel transacties ineens werden doorgegeven. Op maandag 21-10 begonnen de storingen. Een uur lang beschikte de New York Stock Exchange niet over transactiegegevens, wat leidde tot onzekerheid en paniekverkoop.
De enige die op een gegeven moment iets deed om vertrouwen te herstellen was Richard Whitney, NYSE-vice-president en broker bij J.P. Morgan. Letterlijk tot aan zijn enkels in de verkooporders en de ticker tapes ging hij van beurskantoor naar beurskantoor en kocht hij massa’s aandelen. Maar op Black Monday 28 oktober was duidelijk dat een bankinterventie niet zou plaatsvinden; er gebeurde helemaal niets om het tij te keren. Ruim 9,25 miljoen aandelen wisselden van eigenaar en de koersen raakten in een vrije val. De volgende dag kwam de genadeslag. Op Black Tuesday werden meer dan 16,4 miljoen aandelen te koop aangeboden en vielen de tickertape-printers meer dan 2,5 uur uit. De recordhandel van de woensdag erna werd pas 39 jaar later geëvenaard. Het was het einde van de Roaring Twenties, van het feesten en het slapend rijk worden.
Wie ooit de vraag krijgt waarom vertrouwen en transparantie in samenhang met technologie (Trust, Transparency, Technology) zo van belang zijn, kan met goed fatsoen verwijzen naar dit voorbeeld. Het zou een kwart eeuw duren voor de beurzen in 1954 weer overtuigend zouden aantrekken.
Oktober 1987
Net zo goed als 1929 kunnen we de Black Monday van 24 oktober 1987 aanhalen, toen wereldwijd de computerhandel in aandelen aan banden werd gelegd om het ticker tape-syndroom van 1929 op vele malen grotere schaal te voorkomen. De beurzen beleefden het grootste percentuele dagverlies ooit en de computersystemen konden de vloed aan orders niet meer verwerken. Ook hier was de verstoorde relatie tussen Trust, Transparency en Technology de boosdoener en lag het systeemfalen inhoudelijk aan ondoorzichtige financiële producten en groot risico, te weinig liquiditeit en overwaardering. Echt helder heeft men de wereldwijde beurscrash van oktober 1987 nooit kunnen analyseren. Er werd geld in het systeem gepompt en een paar dagen later was de bodem bereikt.
Eén grote computer
Al tachtig jaar lang is ons financieel-economische stelsel in feite één grote computer. Het is wel handig om te weten wat er daarbinnen gebeurt. Nog niet zo heel lang geleden konden we om de haverklap de verontschuldiging horen dat de informatie waar we naar vroegen, in de computer zat. Verstopt dus, niet makkelijk traceerbaar. Data Warehousing en Mining, Online Analytical Processing, Business Intelligence en Audit Trails werden in het leven geroepen om de situatie te verbeteren. Na de schandalen bij Enron en Worldcom, en de Sarbanes-Oxley Act van 2002 was de Amerikaanse rechter heel duidelijk: informatie in computersystemen die niet makkelijk boven tafel kan komen, is zonder pardon een geval van verduistering. Er kwamen speciale softwaretools om de boekhoudhervorming en de investeerdersbescherming handen en voeten te geven, waar SOX, de “Public Accounting Reform and Investor Protection Act” op is gericht. Over de vraag of de nieuwe maatregelen de Trust-Transparency-Technology-relatie structureel hebben verbeterd, zijn de meningen op zijn zachtst gezegd verdeeld. Hetzelfde geldt voor IFRS, Basel II, COSO ERM, enzovoort.
We kunnen ons misschien nog voorstellen wat dit betekent voor “gewone” ondernemingen. Wat een gebrek aan een solide TTT-verband betekent ten aanzien van financiële instellingen, systeembanken en federale banken, en hun relatie via hypotheken en leningen met de reële economie, hebben we in De Grote Recessie, die we nu meemaken, aan den lijve ondervonden.
Bottom line
Eigenlijk is het steeds hetzelfde liedje: de transacties zitten in de computer; we weten niet hoe schulden zijn herverpakt; er verschijnen scores op de schermen – real-time, maar wat zegt dat; het virtuele geld flitst om de wereld; het ene gat wordt met het andere gedicht; risico’s zijn onbekend; het is continu een voorschot nemen op de toekomst; korte-termijnwinst wordt vorstelijk beloond; het toezicht is onvoldoende; de structuur van het systeem moet op de schop; economie en ecologie moeten samen worden aangepakt; door de toenemende Virtualisering van de Wereld is steeds de vraag relevant naar wat nog welke waarde heeft; vervolgens: wie verdient er (straks) nog wat in een toenemende mate gevirtualiseerde “frictieloze” economie, zonder of met een minimum aan transactiekosten; bewegen we ons langzaam maar zeker weg uit het (casino)kapitalisme naar een nieuwe vorm van neoliberaal “socialisme” van relatieve onbaatzuchtigheid, en on- of laag bezoldigde collaboratie, coöperatie en coördinatie via internet? Allemaal issues en vragen die een optimaal verband van Trust, Transparency en Technology op zijn minst zeer wenselijk maken.
Een “trustworthy” TTT-relatie is geen deugd of ideologie maar een noodzaak. Transparantie is een fundamenteel systeemkenmerk, dat veel verder gaat, dan het inzicht in bijvoorbeeld financiën en economisch handelen, waar regels op gericht zijn. Echte transparantie komt van binnenuit – niet “vanuit je hartje” maar vanuit het systeem. Een vracht regels toont hoofdzakelijk aan dat een systeem niet deugt. Bovendien, hoe meer regels, des te ellendiger de situatie is en wordt. Spaghetti noemen we dat in de ICT. Zulke “systemen” moeten compleet worden herbouwd. En de context erbij.
WOW, Arnoud, superbe analyse! En precies in de “TTT als boosdoener”-roos. Dank.
Jaap, volgens mij is meer aan de hand. ING heeft het licht gezien. Onder leiding van Jan Hommen (ex Philips) maakt ING, al dan niet gedwongen door eurocommissaris N. Kroes, een zeer heldere strategische keuze. Gezien alle (toekomstige) ontwikkelingen lijkt het me van ING verstandig om uit Amerika te vertrekken en zich te concentreren op het aloude oer-Hollands bankieren.
Als er één schaap over de dam is, zullen er ongetwijfeld (veel) meer (bedrijven) volgen. De verkoop van Barclays door Quatar Holding (www.fd.nl/artikel/13454414/barclays-druk-verkoop-aandelen-qatar-holding ) lijkt me een teken aan de wand. Zolang het de vraag is of men in Amerika en in het Verenigd Koninkrijk, de schulden kan terug betalen zal er druk worden gesproken in de bestuurskamers over het al dan niet verkopen van grote belangen. Een nog grotere vraag zal zijn: ‘Tegen welke (euro)prijs?’
Het is maar goed dat niet alles transparant is :-). Strategische beslissingen mogen wat mij betreft zo lang mogelijk geheim blijven. Een ding staat vast. Het financiële centrum zal steeds meer richting het oosten opschuiven. ING zal wel denken: ‘Met Europa kiezen we alvast voor de (gulden) middenweg’.