Economisch weerbericht (61): Fixing Global Finance
Een eenduidig antwoord op de vraag naar het beste financiële systeem is er niet. Financiële systemen wisselen per land of region en veranderen door de tijd. De factoren die bepalen wat een optimaal financieel stelsel is, zijn het niveau van economische ontwikkeling, de effectiviteit van regulering, de mate waarin een economie open is, de fase waarin de financiële globalisering zich bevindt en niet te vergeten hoever de automatisering is voortgeschreden. Toch zijn er voldoende waarnemingen en analyses die kunnen helpen de vinger op de wonde plek te leggen van het huidige systeem. Martin Wolf, Associate Editor & Chief Economics Commentator van de Financial Times heeft ze samengebracht in zijn Fixing Global Finance-studie.
In 2008 verscheen het boek Fixing Global Finance, waarvan de ongetwijfeld geüpdate paperback in 2010 het licht ziet. In maart 2006 hield Martin Wolf een Fixing Global Finance-voordracht op het Bernard Schwartz Forum on Constructive Capitalism (ppt).
De insteek was globalisering en effectiviteit: een goed werkend financieel stelsel. Om te beginnen haalde Wolf de volgende waarneming aan van Larry Summers, [http://en.wikipedia.org/wiki/Lawrence_Summers] die tegenwoordig de Amerikaanse National Economic Council voorzit:
“Global capital markets pose the same kinds of problems that jet planes do. They are faster, more comfortable, and they get you where you are going better. But the crashes are much more spectacular.”
Daar borduurde Martin Wolf als volgt op voort:
“Het financiële systeem is het hart van het kapitalisme. Als het werkt, is het een uiterst effectief mechanisme om middelen over te hevelen van diegenen die er over beschikken maar ze niet kunnen gebruiken naar wie er om zitten te springen. Gaat het echter mis, dan leidt dat tot grote verliezen en jarenlange crises.”
Zo is het met de kredietcrisis en de Grote Recessie dus precies gegaan.
“De afgelopen 25 jaar is een periode geweest van globalisering die in veel opzichten vergelijkbaar is met de tijd voor de eerste wereldoorlog. Dat geldt ook voor de frequentie waarmee financiële crises elkaar opvolgen. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat zelfs het best denkbare financiële systeem inherent problematisch is, omdat het natuurlijk in feite om niets anders gaat dan handel in beloften. Vertrouwen is daarom altijd een schaars goed en kennis is altijd beperkt. Daardoor kunnen er in markten grote stemmingswisselingen optreden en breekt er soms regelrechte paniek uit. Als deelnemers beseffen dat ze niet weten wat er aan de hand is, dan kunnen ze kuddegedrag gaan vertonen.”
“Financiële crises zijn er in overvloed geweest en hebben elkaar in snel tempo opgevolgd. De laatste kwart eeuw voor de millenniumwisseling waren er 112 systemische bankcrises, en tussen 1983 en 1997 deden zich 95 crises voor in opkmende economieën en 44 in de rijke landen. Van de crises in de opkomende economieën waren er 17 bankgerelateerd, 57 waren valutagerelateerd en 22 waren een combinative van beide, wat het meest schadelijk is. De rijke landen hadden 9 bankcrises, 29 valutacrises en 6 combicrises. In de kwart eeuw tot 2003 overstegen 27 crises het fiscale kostenniveau van 10 procent van het BNP. Deze troffen de hele wereld, maar de grootste crises deden zich voor in de opkomende economieën. Vier financiële systeemcrises uit de afgelopen decennia hebben diepe sporen nagelaten: de Latijns-Amerikaanse schuldencrisis uit de jaren ’80; de zogenaamde tequilacrisis, die vanuit Mexico om zich heen greep in 1994 en ’95; met name de Aziatische crisis van 1997 en ’98, die oversloeg naar Brazilië en Rusland in ’98 en ’99, een als een totale verrassing kwam; en de Argentijnse crisis van 2001 en 2002.”
Martin Wolf concludeert:
“We zijn niet bij machte geweest om het wereldwijde financiële systeem passend te laten werken en dat heeft grote negatieve gevolgen gehad op nationale, regionale en op wereldschaal. Onze onmacht heeft het export-georiënteerde mercantilisme nieuw leven ingeblazen en de legitimiteit van globalisering ondermijnd. Het herhaalde falen van het financiële systeem is de grootste economische mislukking van de globalisering geweest. Gelukkig heeft de wereld nog geen volgende wereldwijde financiële crisis meegemaakt sinds de crises in de opkomende markten van 1997 en 98.”
Wolf zei dit in maart 2006 en vervolgde met een vooruitziende blik aldus: “Dat zou kunnen betekenen dat we een stabiele toestand hebben bereikt, maar dat is erg voorbarig. De zogenaamde stabiliteit die we nu hebben is niet meer dan het gevolg van het nieuwe patroon waarop kapitaal zich van a naar b begeeft: van de rest van de wereld naar hoog kredietwaardige landen waar goed wordt verdiend: met name de Verenigde Staten.” Precies daar is met de kredietcrisis en de Grote Recessie nu een eind aan gekomen
N.B.: zie ook:Brittanica en luister naar deze podcast.
Martin Wolf heeft volgens mij maar ten dele gelijk omdat hij naar mijn overtuiging de invloed en de consequenties van menselijke keuzes onvoldoende betrekt in zijn analyse. ‘De handel in beloften’ crasht regelmatig omdat het kuddegedrag in aanloop naar een crisis niet wordt ingeperkt op het moment dat de grens van het systeem wordt bereikt. Overigens doet iedereen hier aan mee! Daarom vraag me af of de visie van Martin Wolf volledig is.
‘“Het financiële systeem is het hart van het kapitalisme. Als het werkt, is het een uiterst effectief mechanisme om middelen over te hevelen van diegenen die er over beschikken maar ze niet kunnen gebruiken naar wie er om zitten te springen. Gaat het echter mis, dan leidt dat tot grote verliezen en jarenlange crises.”
In de hele discussie over het financiële systeem komt het aspect van het menselijk gedrag onvoldoende aan bod. In aanloop naar de meeste crisissen blijkt dat menselijke beslissingen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het ontstaan van de crisis. Het systeem werd vaak aangepast zodra de grens van het systeem werd bereikt. Bijvoorbeeld door het verruimen van de kredietmogelijkheden. We verkopen liever een hypotheek aan mensen die het eigenlijk niet kunnen betalen, dan dat we moeten zeggen: ‘Sorry, we kunnen u volgens de regels van het spel geen hypotheek verstrekken’.
Terwijl het systeem alle alarmbellen laten rinkelen, kiezen we ervoor om het model aan te passen of om te veronderstellen dat het dit keer echt anders is. De keuze voor groei, werd belangrijker geacht dan de (natuurlijke) beperkingen voor het systeem. Griekenland heeft in aanloop tot de toetreding tot de euro gelogen over hun begrotingstekorten. Als de Grieken zich aan het kapitalistische systeem hadden gehouden, ofwel eerder pijnlijke maatregelen hadden genomen omdat de grenzen waren bereikt, hadden zij nu niet zo diep in de problemen gezeten. Er was list en bedrog nodig om het systeem buiten werking te stellen. Zie: http://www.z24.nl/analyse/artikel_103861.z24/Opinie_Mathijs_Bouman__Gooi_de_Grieken_uit_de_euro_.html?maxcount=3&offset=0&abuseid=104595&commentTitle=Waarom+dat?&commentAlias=harry+Veerman&component=report
Mooie toevoeging Jaap. De mannen – Mervyn King, Niall Ferguson en Laurence Kotlikof, Ferguson – maken een koppeling tussen de gevolgen van ons gedrag en de zoektocht naar de grenzen van het systeem. Ik hoop dat hun invloed toereikend is. Zou de volgende stelling waar kunnen zijn: na een crisis neemt de invloed van deze denkers toe en vervolgens brokkelt hun invloed in aanloop naar een nieuwe crisis weer af?
Gelukkig dat er een beginnetje wordt gemaakt richting een proces van normalisatie. Ik realiseer me heel goed dat hier het woord norm(atief) in zit verscholen. Maar dat is nu net de bedoeling. Als we één ding hebben kunnen leren van het recente verleden, is het wel dat we niet afhankelijk moeten zijn van het grillige gedrag van mensen. Het gedrag moet worden ingeperkt. Voor junks, gokkers, of geldfokkers is dit een onmogelijke opdracht!
Nivellering is gedurende een lange tijd een vies woord geweest. Als we terugblikken op de geschiedenis, dan waren de jaren naoorlogse jaren tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw zo slecht nog niet. In mijn ogen stond Nederland er toen op velerlei terreinen beter voor dan nu. De ongelijke verdeling van de welvaart, en de afgebroken kaders die het menselijke gedrag konden beteugelen, hebben geleid tot de grootste crisis ooit.
Toppers mogen wat mij betreft goed verdienen. Laat dat duidelijk zijn. Ze zijn vele malen slimmer dan de meesten, bovendien werken ze velen malen harder dan het gepeupel, en hebben veel meer verantwoordelijkheid te dragen dan het volk (waar ik overigens zelf toe behoor).
De filosoof Sarkar wilde het kapitalistische systeem aanpassen. Hij wilde crisissen voorkomen door te pleiten voor een systeem waarin toppers maximaal 10x het minimumloon konden verdienen. Goed dat Obama de norm wil aanscherpen. Misschien moeten we maar weer terug naar de naoorlogse jaren.
BusinessWeek vond dat het tijd was om zo vlak voor de kerst een geluksonderzoek te doen onder ‘ons soort mensen’. Voor een goed verstaander, hiermee doelen ze op mensen met een hogere opleiding, goede banen en goede inkomens.
De uitslag zal je niet verbazen: http://www.welingelichtekringen.nl/geluk-maak-je-zelf.html . Je kunt je dus afvragen of de Britse managers vooral voor zichzelf op de vlucht zijn: http://www.welingelichtekringen.nl/britse-managers-vluchten-voor-hogere-belasting.html .
Jaap, kan ik hieruit opmaken dat de Britse managers zich eigenlijk moeten laten omscholen? 😉
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!