Economisch weerbericht (121): De gadget-economie
Een gadget kan van alles zijn. Gadgets kunnen een waaier aan kwaliteiten bezitten, in alfabetische volgorde uiteenlopend van cheap, common, complex, electric, electronic, ergonomic, expensive, eye-catching, fashionable, fun, functional, iconic, handy, ingenious, innovative, ironic, mechanical, micro-electronic, necessary, physical, practical, secret, serious, simple, small, technical, unique, unnecessary tot virtual. Het is niet raar om de nieuwste Ferrari een gadget te noemen maar de kwalificatie gaat ook op voor een handig keukenhulpje en voor geinige of slimme accessoires van uiteenlopende aard. Ongetwijfeld spant de wereld van spionage en geheim agenten de kroon als het gaat om gadgets.
Gadgets voor dagelijks gebruik vertegenwoordigen een aanzienlijke economische waarde. In het Amerika van nota bene de Grote Depressie deden seriematig geproduceerde mechanische en elektrische gadgets naar schatting 100 miljoen dollar per jaar. Tegenwoordig praten we gauw over 5 miljard, en dan beperken we ons voor het gemak tot de virtuele varianten uit de zogeheten app stores. De omzet en winst van apps gaan de komende jaren naar verwachting nog een paar maal over de kop. Voor de werkgelegenheid zetten virtuele apps in deze krappe economische tijd weinig zoden aan de dijk. Voor het overgrote deel valt de vervaardiging van apps en content op sociale media buiten de traditionele economie, de kosten van hun consumptie naderen tot nul en we zijn er heel veel tijd mee kwijt. Ter vergelijking in een ruimer verband: in Amerika zorgde de auto-industrie voor miljoenen banen, maar bij Facebook werken 2000 mensen, bij Twitter 300 en bij eBay rond de 17.000. Er zijn maar 14.000 medewerkers nodig om iPods te maken en te verkopen, terwijl met dat type ontwikkeling de hele muziek- en videoindustrie op de schop gaat [Cowen, T. (2011), The Great StagNation].
Deze virtualisatie is de meest opvallende verandering. Gadgets, bijvoorbeeld van Microsoft, hebben we op de desktop; widgets kennen we onder meer van Yahoo en van moderne tv’s; en apps zijn afkomstig van met name Google en Apple. Virtuele gadgets, widgets en apps zijn verkrijgbaar in online-winkels en daarmee is een nieuwe wereld van fast-moving consumer goods de huiskamer binnengedrongen. Het gaat om software achter een icoontje met een duidelijke functionaliteit voor op de tv, de computer, de mobiele telefoon, de pad, de pod, de tablet en de slate. Dat woordje “en” is kenmerkend, want de zogeheten screen convergence is de volgende stap. Richtingwijzend zijn bijvoorbeeld de Vizio Internet Apps uit het VIA Plus Ecosystem.
In de digitale wereld zijn gadgets, widgets en apps in grote lijnen synoniemen van elkaar. Het gaat om duidelijke en aansprekende softwarefunctionaliteit, gepresenteerd in een toegankelijke en waar mogelijk multi-touch user interface, op schermen met een hoge beeldkwaliteit en een laag energieverbruik, die vol zitten met de laatste micro-elektronica. Flexibel als ze (we) zijn schuiven de termen gadgets en apps dienovereenkomstig op naar respectievelijk de fysieke en de virtuele kant van de ondeelbare digitale device/functionaliteit-combi.
Het woord gadget stamt uit de 19de eeuw en ook toen al verwees men ermee naar “weer zo’n nieuw ding, waarvan je de naam niet wist of had onthouden”. Na de Eerste Wereldoorlog, met de bloeiperiode van de Roaring Twenties in het verschiet, werd de aanduiding gadget populair in de Verenigde Staten. In de jaren 30 van de vorige eeuw vielen de meeste gadgets in de categorie cheap, functional, ingenious, physical en technical. Sinds de jaren 90, met de focus op micro-elektronica, met name de mobiele telefoon, zijn de kwalificatoren opgeschoven naar common, complex, ergonomic, expensive, fashionable, fun, functional, handy (overigens ook de Duitse benaming voor een mobieltje), ingenious, innovative, micro-electronic, necessary, physical, practical, simple, small en technical. Op punten zullen we hier misschien over kunnen twisten maar grosso modo is dit de beweging. In 60 jaar van 5 naar meer dan 15 kwaliteiten.
Een opmerkelijke parallel tussen toen en nu treffen we aan in het trendmagazine Everyday Science and Mechanics van februari 1935, zeker wanneer we gadget(s) vervangen door app(s). Het verschil tussen 1935 en de virtuele gadgets, widgets en apps van vandaag is, dat de laatste in toenemende mate noodzakelijk en “serious” zijn.
Wat is de stand van februari 2011? Begin deze maand kwam Nokia naar buiten met het Appitype-onderzoek, dat de befaamde Cornell University-hoogleraar en socioloog Trevor Pinch had gehouden onder ruim 5200 smartphone-gebruikers in tien landen: Brazilië, China, Duitsland, India, Italië, Singapore, Spanje, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika.
“Apps are becoming intrinsic to the way we live,” according to Pinch. “Our relationship with them has turned from occasional use into a real dependency. It is because of this that our personal app ‘collections’ represent our unique needs, personality and interests. We can learn much about a person’s behavior via a mix of their choice of apps, personality variables, use variables and competence variables.”
“Apps are the way in which we bring our devices to life and empower them to be like our own personal magic wands. Just like an old music collection, our apps – and the ways in which we use them – can reveal the heart and soul of who we truly are. They tell our stories,” said George Linardos, vice president of media, Nokia.
Bronnen:
http://www.pluggd.in/apps-and-consumer-behavior-297/
http://jijomurali.blogspot.com/2011/02/press-release-in-pursuit-of-appiness.html
http://www.news.cornell.edu/stories/Feb11/PinchTypes.html http://blog.ovi.com/dailyapp/appitype/
Dat mag zo zijn, het volgende is echter ook meer dan waar. Er is met betrekking tot de ontwikkeling en inbedding van apps in real-life value chains nog een hele hoop werk te verrichten. Niet voor niets kondigde de nieuwe Google-CEO Larry Page onlangs aan, dat het bedrijf zich voortvarend zelf zal richten op echt belangrijke Android apps. Beter dan hieronder kan het niet worden gezegd:
“While the Apps concept has certainly gone mainstream and has wide spread adoption with consumers, they are still in the first phases of the adoption cycle for businesses.
There are already many inspiring examples of innovative App usage and with the advent of the Mac App store, the benefits of the Apple Apps platform will only be multiplied. There is clear evidence that Apps are here to stay and will form an important part of any business strategy. [eventually perhaps, but when and how?]
Ensuring success will depend on the ability of organisations to successfully merge the creative design that Apps allow together with the require software engineering needed to create truly ground breaking Apps that contribute to the bottom line.”
AMEN!