McKinsey: Hoe sociale technologieën de organisatie transformeren
Het McKinsey Global Institute hield voor het vijfde jaar een onderzoek hoe sociale technologieën worden gebruikt door organisaties. 4200 executives werden ondervraagd, met als conclusie dat sociale technologieën voornamelijk worden ingezet om operatie en processen te verbeteren. Daarnaast worden ze ook ingezet om nieuwe –externe- groeimogelijkheden te vinden. Er is een duidelijk verschil tussen intern- en extern gefocuste organisaties als het aankomt op de inzet van deze technologieën.
Intern versus extern
Deze grafiek laat zien hoe interne en externe (klant, partners, leveranciers, experts) doelen worden ondersteunt door sociale technologieën:
Wat mij opvalt is het verschil tussen de toegang tot kennis en toegang tot experts, zowel intern als extern. Aan kennis zijn bepaalde personen verbonden, en aan personen zijn bepaalde kennis verbonden. Zo te zien voorzien de huidige sociale technologieën hier nog niet in de behoefte om deze match sneller en effectiever te bewerkstelligen.
Teruggang
Bovenstaande afbeelding laat de diverse verschuivingen in organisatie transformatie zien. Opvallend is dat veel organisaties weer terugverschuiven naar een ‘developing’ status. Ruwweg de helft van de interne en externe organisaties valt weer terug, dat betekent dat ze niet de voordelen blijven behouden die ze eerst wel hadden. Dit is een punt van aandacht voor organisaties, inbedding van sociale technologieën vanuit een toepassingsperspectief is van belang voor duurzaam profijt. Hier komt ook organisatiecultuur om de hoek kijken, top down commitment en bottom-up empowerment die processen, beleid en mensen doen veranderen.
Procesondersteuning
Zoals bij het eerste kopje valt hier op dat er processen zijn die ondersteunt worden door bepaalde sociale technologieën. Ook hier moet het doel ondersteunt worden en moeten de juiste (sociale) technologieën gezocht worden die dit zo effectief en efficiënt mogelijk doen.
Vooral de laatste drie zijn tekenend, “Matching employees to tasks”,”Assessing employee performance” en “Determining compensation”. De geboden technologieën zijn niet bepaald degene die bij mij on top-of-mind zijn als het aankomt op deze HR achtige processen.
Wij werken samen met Closed Link die een technologie “Innerteams” hebben ontwikkeld om juist dergelijke processen te faciliteren, op een veel efficiëntere en effectievere manier dan de geboden sociale technologieën in het onderzoek. Gebruikmakende van de always-on trend worden ideeën, personen en kennis snel met elkaar gematched, zonder omwegen. Het dashboard geeft inzicht in match en kan als input gebruikt worden voor compensatie/incentives, allocatie taken en performance. Denk aan efficiency slagen in medewerker retentie, ‘talent programs’, innovatie/ideation management die worden mogelijk gemaakt. HR kan veel bereiken met behulp van social media.
Cultuur
Deze afbeelding laat het verschil zien tussen de ondervraagden en organisaties die geen technologie beperkingen hebben. Ook hier zijn cultuur, bottom-up ownership en de faciliterende functie vanuit het top management datgene wat het verschil maakt tussen de twee soorten organisaties.
Nieuwe processen om bijvoorbeeld groeimogelijkheden op te sporen zijn in een open organisatie veel meer van toepassing dan bij de ondervraagden (44 versus 20). Ook hier geldt weer, technologieën ondersteunen bepaalde doelen, als deze op andere manier goedkoper, sneller en beter behaald kunnen worden, moet dit idealiter mogelijk zijn. Niet vanuit een ICT perspectief, maar vanuit business perspectief.
In een voorgaand artikel over Gartner’s voorspellingen, big data en change kwam dit ook naar voren. Een eerder gedaan onderzoek door McKinsey “Big data: The next frontier for innovation, competition, and productivity” wees uit dat het gebruik van data leidt tot competitiviteit en mogelijk maakt om nieuwe groeimogelijkheden te spotten:
The use of big data will become a key basis of competition and growth for individual firms. From the standpoint of competitiveness and the potential capture of value, all companies need to take big data seriously. In most industries, established competitors and new entrants alike will leverage data-driven strategies to innovate, compete, and capture value from deep and up-to-real-time information. Indeed, we found early examples of such use of data in every sector we examined.
“Finding new ideas” en “Managing projects” zijn ook interessante. Via social media data kunnen nieuwe ideeën (en de daarbij gepaarde personen) gevonden worden. Bij “fully networked” en “externally focussed” organisaties betekent dat ook dat er op een bepaald punt geco-creëerd gaat worden (“Managing projects”).
De organisatieverandering in deze is zogenaamde strategische co-creatie, waar diens performance/KPI’s, processen en beleid worden geïntegreerd in de organisatiedoelstellingen en -cultuur. Co-creatie is in deze niet meer ad-hoc of experimenteel, maar deze continue externe participatie wordt geïnstitutionaliseerd.
Welke onderdelen vielen jullie op uit het onderzoek?
Wat ik mis is de verschillen per organisatiegrootte. Vermoed dat daar significante verschillen in zitten. Kleine organisaties interneren het makkelijker en zijn minder gefocust op de risico’s van (micro)bloggende medewerkers, terwijl beursgenoteerde organisaties hier meestal strikt op toe willen zien.
Heerlijke graphs weer, die je eigenlijk alleen van een club als McKinsey mag verwachten 🙂