Apps zijn helemaal niet dood

6 juni 2016, 05:00

Native apps en het mobiele web groeien naar elkaar toe

Uit de hysterie rond chatbots van de afgelopen tijd kwam een nogal fundamentele vraag bovendrijven: zijn apps dood? Niemand downloadt namelijk meer nieuwe apps, we gebruiken überhaupt maar een stuk of drie apps regelmatig en we brengen meer en meer tijd door op chatplatformen. Ja, apps zijn dus dood, concludeerde een deel van de experts. Maar is dat wel zo? Het korte antwoord (tl;dr) is: nee. Wel is er een duidelijke verschuiving gaande waarin apps en het mobiele web dichter naar elkaar toe bewegen, zowel in functionaliteit als gebruikerservaring.

Een van de slimste marketingtrucs van Apple ooit is de saaie term van een computerprogramma rebranden naar een app. Miljarden gedownloade apps later lijkt de magie van de app echter een beetje uitgewerkt. Er zijn inmiddels zo veel apps, dat de delivery (vanuit bedrijven en ontwikkelaars) steeds moeilijker wordt. Tegelijkertijd is de discoverability voor mensen zoals jij en ik complexer, doordat we vanwege het enorme aanbod door de bomen het bos niet meer zien.

There’s an app for that, maar niemand gebruikt hem

Uit de vorige week door Mary Meeker gepresenteerde bijbel voor internetstatistieken werd bovenstaande conclusie maar weer eens bevestigd.

Gemiddeld staan er 33 apps op een smartphone, waarvan we er dagelijks 12 gebruiken en er 3 meer dan 80 procent van al het gebruik voor hun rekening nemen. Wereldwijd gezien zijn dat Facebook, WhatsApp en Chrome. Ook blijkt dat 70 procent van al het appverkeer via smartphones via slechts 200 apps tot stand kwam. En dat terwijl er honderdduizenden apps beschikbaar zijn.

Daarentegen is de groei van het gebruik van chatapps zo explosief, dat elk platform zich haast om dit commercieel te benutten.

Deze statistieken leidden ertoe dat sommige experts apps doodverklaarden en de bots als hun opvolgers bombardeerden. Waarom dat vooral een storm in een glas water is, legde ik al uit in een eerder artikel. Apps hebben het internet niet om zeep geholpen, dat zullen bots ook niet met apps doen.

Wel hebben apps een paar vervelende drempels die het snelle en laagdrempelige gebruik ervan belemmeren: je moet een app downloaden en installeren, gebruiken kan vaak pas na dat een sign-upproces is doorlopen en als je hem dan eindelijk kunt gebruiken, eindigt de app ergens op je telefoon – wachtend om vergeten te worden en nooit meer opnieuw gebruikt te worden.

En dat is alleen nog de gebruikerskant. Voor ontwikkelaars geldt dat app-installs gekocht moeten worden met mobile app install ads; betalen voor installs is immers altijd nog beter dan helemaal geen installs. Een kostbare fix voor een kapot ontdekkingsmodel.

Apps en het mobiele web groeien naar elkaar toe

Feit is dat het internet meer en meer wegtrekt van het gebruik op desktop en de smartphone steeds vaker de voornaamste toegangspoort tot het web is, zeker in landen als India, Brazilië en Indonesië. In die ontwikkeling vindt ook een technische convergentie plaats: native apps en het mobiele web komen meer op één lijn te staan qua functionaliteit en gebruikservaring.

Beide hebben natuurlijk unieke eigenschappen die ze al die tijd hun eigen bestaansrecht hebben gegeven. Een mobiele website is ‘licht’, vereist geen download en geen install. Alleen zijn er maar weinig echt goede mobiele websites en ‘user engagement’ (denk aan personalisering) is een uitdaging. Apps daarentegen zijn compacte containertjes waarin content visueel en gepersonaliseerd gepresenteerd kunnen worden. Wel zijn apps grotendeels geïsoleerde stukjes software met de eerder genoemde gebruiksdrempels.

Er zijn drie ontwikkelingen die apps en het mobiele web dichter bij elkaar brengen. Het is geen verrassing dat Google deze kar trekt: het bedrijf is immers nog altijd afhankelijk van hun inkomsten uit advertenties en die zijn via het (mobiele) web een stuk makkelijker uit te serveren dan via apps.

1. Progressive web apps

Progressive web apps (PWA) zijn websites die zich in sommige use cases gedragen als een app. PWA’s werken als normale websites, alleen bieden ze meer interactiemogelijkheden. Als je ze op je home screen opslaat, kunnen er push notifications verstuurd worden. Qua performance lijken ze op mobiele webpagina’s: ze zijn licht, laden snel en zijn in sommige gevallen, via een technologie die service workers heet, ook offline te gebruiken.

Een PWA in actie

With, een bedrijf dat informatie over het weer aanbiedt, heeft een PWA die push-notificaties stuurt als er relevante nieuwe weerinformatie binnenkomt. Niet heel spannend, maar wel interessant omdat dit via een webpagina gebeurt en niet via een app. Andere laagdrempelige voorbeelden zijn een voicememo-dienst in je browser, een toeter en een ander weerappje.

Er zijn ook serieuzere voorbeelden. Verschillende e-commercepartijen halen hogere conversies via PWA’s, laagdrempeligheid is in alle cases het sleutelwoord.

PWA-notificaties van Ebay en Facebook

Eigenlijk lijkt een PWA dus op een bookmark, maar dan wel een met functies waartoe voorheen alleen native apps in staat waren. Dat maakt PWA’s interessant voor kleinere bedrijven die niet de middelen hebben om te investeren in een mobiele app voor Android en iOS. Daar komt bij dat PWA’s onderdeel zijn van het open web. Je kunt er dus naar linken en ze worden ook geïndexeerd door de zoekmachines, wat qua seo interessant is natuurlijk.

Progressive web apps zijn een project dat voortkwam uit Google’s Accelerated Mobile Pages-project. Beide zijn gericht op een snelle mobiele perfomance, het verschil zit in de extra functionaliteit die PWA’s hebben.

2. Deep linking

Deep linking is een andere manier waarop apps steeds meer op het mobiele web gaan lijken. En dit is niet alleen een Google-ontwikkeling, ook op Apples iOS is dit al een tijdje (sinds de komst van iOS 9) mogelijk. Deep linking zorgt er, simpel gezegd, voor dat apps niet langer alleen afgesloten containers zijn, maar navigeerbaar zijn via een gelinkte structuur die we kennen van het web.

Google, Apple en Facebook zijn al jaren bezig met het doorzoekbaar maken van apps met behulp van app-indexing. Zo komt informatie uit apps nu ook terug in zoekresultaten, waarna gelinkt worden naar de informatie in die app. Google zegt inmiddels meer dan 100 miljard deep links naar apps in hun index te hebben. 40 procent van de zoekresultaten op Android laat resultaten uit apps zien en Apple laat je zoeken naar informatie binnen apps via de Spotlight-functie.

Hieronder zie je hoe deep linking werkt met informatie over films op IMDB.

3. Instant apps

De meest interessante ontwikkeling is wat mij betreft Instant Apps, een nieuw concept voor de integratie van apps en mobiele websites, dat Google op de laatste grote conferentie aankondigde. Dit initiatief werd eerder onder de noemer app streaming aangekondigd. Ze hebben het uiteindelijk technisch anders aangevlogen en dat heeft dus ook tot een nieuwe naam geleid.

Michael Siliski, de productmanager die bij Google verantwoordelijk is voor het project, introduceerde het als volgt:

What if you could use ten times as many apps without stopping to download all of them?

Instant apps zorgen ervoor dat je snel en gemakkelijk de functionaliteit uit een bepaalde app kunt gebruiken zonder dat je de hele app moet downloaden uit de Google Play Store. Als je op een link klikt van een site die ook een app heeft, wordt het gedeelte van de app gedownload dat je nodig hebt, zonder dat je het merkt.

Zo wordt een app eigenlijk een mobiele webpagina, die op basis van de intentie van de gebruikers wordt aangeroepen en gestript tot de functies die een gebruiker nodig heeft, om een actie aan zijn intentie te koppelen. Geen installatie van meer dan 100 MB meer dus.

Er zitten nog twee interessante features aan vast. De eerste is dat het streamen van een app ook kan worden geactiveerd via near-field communication (NFC). Zo kunnen dus ook ‘links’ worden gelegd tussen apps en objecten in de fysieke wereld. Tijdens de aankondiging gaf Google het voorbeeld van een parkeerapp die beschikbaar wordt als je wilt betalen in een parkeergarage.

De tweede interessante feature is gekoppeld aan identificatie. Je wordt namelijk automatisch ingelogd als je een account hebt bij de betreffende website. Hiervoor maakt Google gebruik van Smart Lock, een technologie van Android die kijkt of het e-mailadres dat je met Android gebruikt overeenkomt met het account van de website.

Onder andere Disney, nieuwssite Buzzfeed en verhalensite Medium experimenteren met Instant Apps.

De techniek achter Instant Apps is gebaseerd op het idee van appmodules. In plaats van het hele bestand kunnen ontwikkelaars hun apps opdelen in modules, via Instant Apps wordt dan alleen de module getoond die op dat moment van belang is. Minder apps, meer functionaliteit dus. Instant Apps werken op Android versie 4.3 en nieuwer, omdat de achterliggende technologie in de Play Store en Google Play Services is verpakt. Dat betekent dat meer dan 95 procent van de huidige Android-telefoons ermee overweg kan. Het is overigens nog niet bekend wanneer Instant Apps breed worden uitgerold.

Het mes snijdt aan drie kanten

Het is duidelijk dat de techindustrie met verschillende oplossingen toewerkt naar een diepere integratie tussen apps en het mobiele web en tussen apps onderling. Apps worden op deze manier net zo toegankelijk als het mobiele web en mobiele webpagina’s (bijna) net zo functioneel als apps.

Dat heeft voordelen voor alle partijen; ontwikkelaars, bedrijven en gebruikers.

  1. Voor ontwikkelaars wordt de ontdekking van hun app weer wat makkelijker doordat apps en hun content steeds meer een integraal onderdeel worden van zoekresultaten. Daar zullen ze ongetwijfeld beter vindbaar zijn dan in de overbevolkte appstores.
  2. Voor bedrijven wordt via deze ontwikkelingen de drempel voor gebruikers om een app te gebruiken lager. Ook wordt het voor kleinere spelers makkelijker om hun mobiele kanalen op orde te krijgen: dure app-ontwikkeling en onderhoud kunnen op termijn vervangen worden door een steengoede mobiele website met PWA-functionaliteit.
  3. Ook wij, de gebruikers, gaan erop vooruit. Apps worden toegankelijker, beter vindbaar en we hoeven geen kostbare ruimte op onze telefoons te reserveren voor apps die we nauwelijks gebruiken.

De app is dus zeker niet dood. En there’s an app for that blijft voorlopig het credo van de mobiele wereld. Die app wordt straks alleen wel gestreamd.

Thomas van Manen
Journalist en oud-hoofdredacteur bij Marketingfacts

Categorie
Tags

1 Reactie

    Sanne Heil

    Goed stuk Thomas! Dat apps de toekomst zijn, mag duidelijk zijn. Technologische ontwikkelingen als instant apps en deep linking geven ook zeker een enorme boost aan retail apps. Na de introductie van de shopping categorie in de app stores en het indexeren van apps wordt het vinden van retail apps nog gemakkelijker. Des te meer reden voor retailers om voor zowel een mobiele website als een app te kiezen.

    Dat apps absoluut niet dood zijn, bleek ook gister weer. Of zoals Tim Cook zei: “The future of TV is apps”. Ook daar ligt nog een hele wereld voor ons open.. Spannende ontwikkelingen!


    14 juni 2016 om 08:35

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!