Bart Brouwers (Na De Deadline): “Op iedere 25.000 inwoners een door de overheid betaalde journalist”
Veel journalistieke organisaties hebben het zwaar vandaag de dag, maar het zijn gouden tijden voor de journalistiek. Dankzij technische en maatschappelijke ontwikkelingen is de instapdrempel laag en is het relatief eenvoudig om een publiek te vinden. Bart Brouwers, schrijver van de Fast Moving Targets-uitgave 'Na De Deadline', is dan ook positief. Maar om de informatievoorziening op peil te houden, pleit hij wel voor een overheid die zich verantwoordelijk voelt voor een goede nieuwsvoorziening. Er zou geld moeten worden vrijgemaakt om per 25.000 inwoners van een gemeente een journalist te kunnen aanstellen.
Dit verslag is geschreven door Leonieke Daalder (@daalder).
Let op: het geluid in bovenstaande video is de eerste helft van de uitzending suboptimaal! We hadden last van storende signalen, een probleem dat gaandeweg werd opgelost.
“De overheid moet zich verantwoordelijk voelen voor een goede informatievoorziening”
“Een overheid vindt zichzelf verantwoordelijk voor stromend water, een goeie rechtspraak en dat er goed onderwijs is. En ik denk dat een overheid zich ook verantwoordelijk zou moeten voelen voor een goede informatievoorziening ten dienste van een democratisch proces. De journalistiek is bij uitstek geschikt om te informeren, om feiten boven tafel te krijgen die anders verborgen zouden blijven en daarmee help je het democratisch proces en in die zin de overheid”, aldus Brouwers.
In zijn visie is er met name op lokaal niveau het nodige mis. “Wat je nu ziet, en dat komt deels door het falen van organisaties, is dat er weliswaar een overload aan informatie is, maar wanneer het gaan om betrouwbare informatie er met name op lokaal niveau toch het nodige ontbreekt. Te weinig georganiseerde journalistiek op lokaal niveau.” Overheden zouden dus geld moeten vrijmaken om journalistieke initiatieven te ondersteunen. Waarbij het geld volgens Brouwers niet in organisaties moet worden gestoken, maar ten goede moet komen aan individuen of faciliteiten.
“De bezoektijd gaat omhoog met een mooie Mattermap”
Een voorbeeld van een journalistieke dienst die er nooit zou zijn geweest zonder steun van de overheid is Mattermap. Ontstaan vanuit de behoefte om het publieke debat in kaart te brengen, verzonnen Esther van Rijswijk en Petra ter Doest de tool. Gereedschap waarmee je een diagram kunt maken waarmee een nieuwsverhaal, debat of gebeurtenis simpel in beeld kan worden gebracht. Het Stimulerinsfonds voor de Pers droeg 130.000 euro bij. Eenzelfde bedrag hebben Van Rijswijk en Ter Doest er aan uren in gestoken. “We hebben er echt jarenlang heel veel tijd in gestoken. Je bent gauw een tonnetje of 3 verder voordat je een goed werkende tool hebt. Het kost gewoon geld: interaction design, bouwen, de servers, er komt veel bij kijken”, aldus Ter Doest.
Inmiddels bevindt Mattermap zich in de betafase. Er zijn zo’n 1.000 mensen met een account. Sommigen daarvan doen niks, maar anderen zijn al zeer actief. De feedback die daaruit voortvloeit, wordt nu verwerkt. Maar redacties zijn er al blij mee: “De bezoektijd gaat omhoog wanneer je een mooie Mattermap hebt. Zo’n map wordt relatief goed bekeken als je dat vergelijkt met andere content.”
“Ook met overheidsbemoeienis is onafhankelijkheid mogelijk”
Blijft de vraag of door overheidsbemoeienis de onafhankelijkheid van de journalistiek niet in gevaar komt. Brouwers is daar niet echt bang voor. “Er is heel veel weerstand tegen dit idee in de beroepsgroep. En het kan ook gruwelijk misgaan, maar we hebben natuurlijk honderden afhankelijkheden. Een krant is ook afhankelijk van adverteerders. Een journalist is afhankelijk van de keus van zijn hoofdredacteur of een keuze van en uitgever. Het speelt op veel niveaus, maar je bent er altijd zelf bij. En ook het journaal bruist niet van de overheidspropaganda en dat geldt voor meer programma’s in het publieke bestel: dus het kan.”
Zo moet het volgens Brouwers ook kunnen wanneer binnen bedrijven de commerciële en de redactionele poot, nu vaak nog twee compleet gescheiden werelden, meer met elkaar vermengd raken. Pas dan kunnen nieuwe, spannende initiatieven voet aan de bodem krijgen. Een stelling die Ter Doest onderschrijft: “Bij ondernemende journalisten denken we vaak aan freelancers, maar het zou goed zijn wanneer die ondernemende journalisten veel meer op redacties zelf te vinden zouden zijn. Het is goed om de ramen open te zetten en vrij te gaan denken over de mogelijkheden.”
Na De Deadline van Bart Brouwers koop je hier
Nee, de auteur wil geen chinese toestanden. Misschien heb ik me niet duidelijk genoeg uitgedrukt (koop voor het hele verhaal vooral ook mijn boek :-)) maar wat ik heb geprobeerd aan te geven is dat er een verschil is tussen een overheid die accepteert dat journalistiek wezenlijk is voor een goed functionerende democratie (en daar dus geld voor over heeft) en een door de overheid gecontroleerde journalistiek. Dat eerste zou heel goed zijn, het tweede heel slecht. Het gaat dus om het faciliteren van een *onafhankelijke* journalistiek. Dat moet, los van de aard van de geldschieter (adverteerders, sponsoren, subsidieverstrekkers, een weldoener) altijd mogelijk zijn. De journalistiek is er zelf bij om uitwassen te voorkomen. Bijvoorbeeld via een statuut of een andere afspraak.