De vierde ‘industriële’ revolutie maakt de stad tot platform

8 april 2015, 05:00

De centraal georganiseerde industrie zoals we die nu kennen, lijkt zijn langste tijd gehad te hebben. Er vindt een herschikking plaats waarbij productie lokaal plaatsvindt dicht bij de eindgebruiker en waarbij produceren nauw verweven is met ontwikkeling, distributie en dienstverlening op maat. En dat alles komt samen in de stad die als een platform de basis vormt voor een grote diversiteit aan processen en diensten.

Einde van het industriële tijdperk

Het industriële tijdperk is voorbij. Er zijn enkele krachtige ontwikkelingen gaande die een groot deel van de industrieën ingrijpend gaan veranderen. Het industriële tijdperk bracht ons centraal geleide multinationals die de centraal en massaal geproduceerde goederen via eigen wereldwijde distributienetwerken aan de man brachten. Met bijbehorend wereldmerken en marketing via massamedia.

Vanuit die logica vonden de afgelopen decennia in vrijwel alle sectoren consolidaties plaats. Door grote overnames werd het aantal aanbieders teruggebracht tot slechts enkelen met voldoende schaalgrootte om te investeren in ontwikkeling, productie en marketing. Gestroomlijnde organisaties met een herkenbare organisatiestructuur, marktleiderschap en een goede vergelijkbaarheid met concurrenten. Dat droeg eveneens bij aan een goede beurskoers.

Van centrale naar decentrale, gedistribueerde productie in de stad

Maar tijden veranderen. Dankzij internet kunnen fabrikanten directe relaties onderhouden met hun potentiële klanten. Productietechnieken worden flexibeler en intelligenter. Ze kunnen meer handelingen van mensen overnemen met grote nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid en garantie van de kwaliteit.

Via een aantal gestandaardiseerde productietechnieken kunnen wisselende producten, afwisselend en in kleine series worden gemaakt. De schaalgrootte wordt minder belangrijk. Robots nemen het werk over, slechts enkele medewerkers zijn nog nodig om productie aan te sturen. Handvaardigheid wordt minder belangrijk, dat doen de robots.

3D-printen maakt eveneens flexibele producten mogelijk: unieke vormen, op maat en hele kleine schaal. Productie kan daardoor veel meer lokaal plaatsvinden in kleine productie-eenheden. Dat kunnen eenheden zijn die als kleine productiegebouwen in de stad staan, het kunnen machines zijn die in winkels staan tot en met printers bij consumenten thuis. Ook burgers zijn in toenemende mate een producent.

Deze ontwikkelingen treffen niet alleen consumentenproducten, ook in de landbouw en energieproductie zien we decentrale en kleinschalige productie, met zonnecellen (elektrische auto’s), microturbines, gestapelde precisielandbouw-gebouwen die met LED-verlichting 24 uur continu produceren. Want de schaarste aan energie hebben we weten om te zetten in een overschot.

Dit wordt nog versterkt door een andere dominante ontwikkeling die momenteel gaande is: de verdere digitalisering van producten. Bedrijven en hun producten worden steeds meer ‘virtueel’, als software: de meeste kennis zit in de code, het algoritme. De algoritmen en codes kunnen gemakkelijk als virtueel goed worden verspreid en lokaal geproduceerd. Denk aan het recept van cola, de genetische code voor een lekkerdere aardappel of tomaat, de zoekmachine van Google, het ontwerp van een smartphone of een taxi-dienst die de meeste taxiritjes oplevert.

Maken als onderdeel van onderzoek, logistiek en dienstverlening

‘Maken’ is in de toekomst steeds minder een doel op zich en steeds minder dicterend voor de rest van het proces van idee tot en met de bij de eindgebruiker geleverde dienst. Productie wordt steeds meer verweven met andere functies uit die maak-keten zoals ontwikkelen (R&D), distribueren (logistiek) en dienstverlening (marketing).

Voor bepaalde hoogwaardige en zeer specialistische producten betekent het dat ze in R&D-clusters plaatsvinden waar direct gespecialiseerde kennis aanwezig is en voldoende personeel met de kennis en vaardigheden. Voor met name grondstoffen en het herwinnen ervan, is de logistiek allesbepalend.

Hier zien we een combinatie van productie en recycling met distributie. Deze ontwikkelingen versterken enkele bepaalde nationale hotspots zoals de havens en kennis- en maakclusters. De huidige industrie verenigt zich, gesteund door overheden en kennisinstellingen in grote consortia met namen als industrial internet, Industrie 4.0 en smart industry, die nog altijd verwijzen naar het industriële tijdperk.

In de stad

Diezelfde ontwikkelingen maken een hele nieuwe ordening mogelijk van vrijwel alle processen die horen bij het traject van idee tot eindproduct en dienstverlening. Processen die voorbehouden waren aan centraal geleide bedrijven maar nu steeds meer decentraal en gedistribueerd kunnen plaatsvinden.

Een belangrijk deel van de productie kan daardoor verschuiven naar de stad: dicht bij gebruikers. Productie kan plaatsvinden in winkels waar bijvoorbeeld de laatste onderdelen op maat geprint kunnen worden (denk aan de oortjes van je smartphone), waar je kunt zien waar het product vandaan komt, waar je mee kunt denken over het ontwerp, waar je de ontwerper of producent zelf kunt ontmoeten en waar grondstoffen ingezameld worden. Producten worden pas gemaakt als er echt naar vraag naar is, in de gewenste maat en vorm.

De fabrieksmedewerkers van vroeger bestaan dan niet meer, zij worden steeds meer (partners van) lokale ondernemers die producten verkopen, repareren, recyclen, doehetzelf-trainingen en onderwijs geven en diensten verlenen.

De stad als platform

Als de geschetste ontwikkelingen doorzetten, betekent dat een ontmanteling van de traditionele multinationals en conglomeraten die in de 21e eeuw zo succesvol waren. Het voordeel van de bundeling van kennis, productie en marketing op een centraal niveau, raakt steeds meer verloren. Daarvoor in de plaats komt dan een nieuwe bundeling op lokaal niveau. Een bundeling waarbij verschillende ‘functies’ zoals maken, distribueren (logistiek, bezorgen, on demand), verkopen (retail), welzijn en ontwikkelen samenkomen in de stad.

Een stad die in de toekomst een circulaire stad is die in hoge mate zelfvoorzienend is, waarin stromen van goederen en grondstoffen gesloten worden. Goederen worden lokaal geproduceerd, over korte afstanden vervoerd, gedeeld, gerepareerd, diensten verleend en grondstoffen weer ingezameld. Meer lokale productie en distributie betekent ook meer lokaal gesloten handelsstromen dus minder export en een kleinere wereldhandel uitgedrukt in aantal goederen en volume van geld. Kenmerken van een industrieel tijdperk dat voorbij is.

De bundeling op lokaal niveau zorgt voor een hoge kwaliteit van dienstverlening, hoge tevredenheid van ondernemers en medewerkers en duurzaamheid. Het zorgt er eveneens voor dat cruciale publieke voorzieningen, zoals zorg en mobiliteit, samen met commerciële diensten ook in de buitengebieden van steden op peil gehouden kunnen worden.

Publiek-private platformen

Overheden, burgers, lokale en globale ondernemers werken samen rond deze platformen. Lokale productie samen met de distributie ervan en de dienstverlening er omheen worden gebundeld in lokale platformen die de basis vormen voor talloze producten en diensten, geleverd door bedrijven maar ook overheden en burgers. Platformen zorgen voor een coördinatie tussen vraag en aanbod en zorgen tegelijkertijd voor schaal, op lokaal niveau. Ze vormen de nieuwe infrastructuren voor de diensten die open toegang bieden aan burgers en waar tegelijkertijd lokale ondernemers en internationale ondernemingen hun innovatieve diensten op aanbieden.

De stad van de toekomst

Door deze ontwikkelingen verandert ook het toekomstbeeld voor de stad. Er komt meer ruimte voor gediversifieerde ondernemingen, voor productie van goederen, landbouw en energie in de stad. Productie hoeft niet perse veel ruimte meer in te nemen maar kan wel samen gaan met beleving en het ‘zelf-doen’ en ‘mee-doen’ (burgerparticipatie). Kleinschalige, flexibele en gedistribueerde productie-eenheden kunnen lokaal in elke stad zorgen voor het maken van uiteenlopende producten en grondstoffen inclusief energie.

Het landschap kan meer ingericht worden op nieuwe werkzaamheden en taken: omdat de robots het seriematige productie in fabrieken en complexe werk op kantoren uit handen heeft genomen, hebben we weer meer tijd voor elkaar, daar waar we anno 2015 het meeste schaarste aan hebben. We hebben meer tijd voor dingen die ons gelukkig maken: autorijden zonder cruise control, taarten bakken, moestuintjes bijhouden, muziek maken, de natuur in, kunst bekijken, bijen houden en buiten spelen: de omgeving beleven op een spontane niet voorgeprogrammeerde manier.

We hebben weer meer tijd voor echte aandacht en zorg voor elkaar. Lekker inefficiënt, want efficiënt zijn de systemen en de robots die we ontwikkeld hebben, maar niet de menselijke waarden. De stad van de toekomst kan meer een openluchtmuseum zijn waarbij ‘maken’ een attractie is: denk aan de autofabrikanten waar je van dichtbij de productie kunt volgen, de Delft Pottery waar je het porselein ambachtelijk gemaakt en gebakken kunt zien worden, en de restaurants waar de kok voor je neus de maaltijd bereidt met de streekproducten. Het zou zo maar werkelijkheid kunnen worden. Leve de ‘vierde industriële’ revolutie!

Dit artikel is een vervolg op eerdere artikelen over nieuwe samenwerkingsverbanden en over de vierde industriële revolutie. Het beoogt een bijdrage te leveren aan het initiatief Wij Maken Nederland dat wil kijken hoe Nederlandse steden er in de toekomst uit zullen zien.

In mijn boek ‘De kracht van platformen’ kun je meer lezen over dynamiek van platformen en hoe ze zorgen voor nieuwe en snelle innovaties op het gebied van o.a. communicatie, zorg, banken, landbouw, energie en de maakindustrie.

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie
Tags

1 Reactie

    Winfried Keers

    “Als de geschetste ontwikkelingen doorzetten, betekent dat een ontmanteling van de traditionele multinationals en conglomeraten die in de 21e eeuw zo succesvol waren.” Wordt hier wellicht de 20e eeuw bedoeld? Verder een interessant artikel.


    14 april 2015 om 13:18

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!