Een verscherpte definitie van de deeleconomie
Het was de zomer van 2013, shareNL stond in de steigers en dus waren we hard op zoek naar het juiste woord voor het fenomeen ‘deeleconomie.’ Op dat moment waren internationaal de termen ‘collaborative consumption’, ‘sharing economy’ en ‘collaborative economy’ het meest gangbaar. Echter, collaborative consumption blijft beperkt tot ‘consumptie’ en mist het producerende gedeelte van de ‘deeleconomie.’ De ‘collaborative economy’ dekt de lading het beste en breekt nu internationaal door als steeds vaker toegepaste term. Het grote probleem van deze term is dat in het Nederlands het woord ‘collaboratief’ een negatieve associatie heeft bij veel mensen, een erfenis van de Tweede Wereldoorlog. Daarmee eindigden we vorig jaar met de term ‘sharing economy,’ oftewel ‘deeleconomie’: een positief woord dat ook nog eens ‘goed’ klinkt.
Deze blogpost heb ik samen geschreven met Pieter van de Glind, medeoprichter van shareNL.
Het afgelopen jaar hebben we overal benadrukt dat de deeleconomie niet alleen bestaat uit delen, maar juist uit alle soorten handelsvormen. Verder benadrukten we elementen als ‘toegang in plaats van bezit,’ en ‘mogelijk gemaakt door moderne technologie’. Deze typologie voldeed het afgelopen jaar, maar nu de deeleconomie op het vizier staat van de grote media, overheden, bedrijven en onderzoekers, wordt het zaak om scherpere definities te formuleren.
Containerbegrip
De deeleconomie is een containerbegrip geworden dat al behoorlijk ingeburgerd raakt. Veel betrokkenen hebben een gevoel bij de betekenis van het begrip, vooral met dank aan de grote hoeveelheid media-aandacht. Ondernemingen uit de deeleconomie typeren zichzelf doorgaans als deelplatform. Overheden, onderzoekers en het bedrijfsleven hebben de term ook op het vizier.
Echter, door het gebruik van één begrip worden totaal verschillende ondernemingen over dezelfde kam geschoren. Zo kunnen bijvoorbeeld sterk op winst ingerichte ondernemingen profiteren van het goede imago van de deeleconomie en lijden sociale ondernemingen mogelijk onder de negatieve aandacht teweeggebracht door andere ondernemingen.
Vanuit shareNL merken we dagelijks hoe belangrijk het is om heldere definities te formuleren. Enerzijds tijdens gesprekken met overheden, onderzoekers, media en het bedrijfsleven, anderszijds tijdens het schrijven van het boek ‘SHARE‘, dat februari volgend jaar verschijnt.
Een verscherpte definitie
De verscherpte definitie is tot stand gekomen door gesprekken met ondernemers, overheden, media, consumenten en het bedrijfsleven. Ook berust de definitie op dialogen met internationale denkers over dit onderwerp en uit recent onderzoek door NESTA en het Collaborative Lab waaraan 120 denkers, bestuurders en ondernemers actief in de deeleconomie hebben bijgedragen. Deze zoektocht levert de volgende definitie en uitleg op:
Binnen de deeleconomie consumeren, produceren en verhandelen mensen onderling producten, diensten, kennis en geld, gefaciliteerd door peer-to-peer marktplaatsen, business-to-business marktplaatsen en coöperatieven.
Peer-to-peer marktplaatsen
Een peer-to-peer-marktplaats (‘persoon-tot-persoon’) stelt haar bezoekers in staat om vraag en aanbod omtrent bepaalde producten, diensten, kennis en geld bij elkaar te laten komen. De voornaamste vorm van een dergelijke marktplaats is een website of applicatie (‘app’), die is ontworpen om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.
Er bestaan echter ook online groepen die hetzelfde doen zonder specifieke website of applicatie, maar wel gefaciliteerd door sociale media (denk aan een Facebook-groep) of andere moderne communicatiekanalen (bijvoorbeeld een WhatsApp-groep). Tot slot bestaan er (al heel lang) offline marktplaatsen, zoals kledingruilbeurzen. Meer informatie over deze verschillende vormen is te vinden in het ons recente blog ‘De domeinen van de deeleconomie’.
Business-to-business marktplaatsen
Een opkomende variant op de peer-to-peer-marktplaats is de business-to-business-marktplaats (‘b2b’). Hier worden, op eenzelfde wijze, bedrijven in staat gesteld om onderling producten, diensten, kennis en geld te verhandelen.
Coöperatieven
Een manier waarop mensen onderling producten en diensten consumeren en produceren, is door te verenigen in coöperatieven. Binnen een coöperatief creëert een groep mensen zelf een product of dienst.
Een veelgebruikte internationale term hiervoor is ‘crowdsourcing’. Denk aan Wikipedia, het samen produceren en consumeren van een encyclopedie, de Broodfondsen, het samen produceren en consumeren van sociale zekerheid, of Winddelen, het samen produceren en consumeren van windenergie.
Kenmerken
De deeleconomie:
- wordt mogelijk gemaakt door moderne technologie;
- Verbindt (netwerken van) mensen;
- bevat alle denkbare handelsvormen: huren, lenen, ruilen, geven, delen, kopen, etc.;
- maakt de stilstaande capaciteit van producten, diensten, kennis en geld zichtbaar en verhandelbaar;
- zorgt voor een beweging van bezit naar toegang tot producten, diensten, kennis en geld;
- houdt het bezit lokaal;
- zorgt voor betekenisvolle interactie en vertrouwen tussen mensen;
- zorgt voor verduurzaming door een efficiënter gebruik van bestaande middelen.
Wel toegang, geen deeleconomie: on-demand systemen
Een manier waarop huidige businessmodellen aangepast worden aan de ontwikkeling van de deeleconomie, is het bieden van on-demand systemen. Bij een on-demand systeem biedt een bedrijf de klant toegang tot de dienst achter een product. Denk aan Greenwheels (toegang tot de mobiliteit van een auto) of Spotify (toegang tot muziek).
Het on-demand systeem (ook wel ‘product-service system’) is op basis van de verscherpte definitie niet langer onderdeel van de deeleconomie, maar wel een slimme manier van bedrijven om in te spelen op de ontwikkeling van de deeleconomie. Zij kunnen namelijk concurreren met de peer-to-peer-marktplaatsen door consumenten ook toegang te verschaffen tot de zaken die zij nodig hebben.
Welbeschouwd zijn deze systemen simpelweg een meer gedistribueerde, en daarmee efficiëntere, vorm van verhuur. In plaats van een huurauto in de garage van een traditioneel bedrijf gaat het nu om ‘deelauto’s’ verspreid over de stad. En in plaats van een cd kopen of huren gaat het nu om het beluisteren van losse nummers via Spotify.
Kortom, het gaat om bedrijven die de dienst van een product leveren in de proportie (liedjes in plaats van een cd), op de gewilde locatie (in de straat in plaats van bij een verhuurlocatie) en op het gewilde moment.
Auteursnotitie
Bij het verscherpen van de definitie was de keuze om de on-demand systemen buiten de deeleconomie te laten vallen de moeilijkste beslissing. Immers, bij Greenwheels wordt een auto wel door meerdere mensen gebruikt en in die zin gedeeld.
Het dilemma is vervolgens dat de grens van de deeleconomie lastig te bepalen is. Het argument dat een auto door meerdere personen wordt gebruikt, gaat ook op voor traditionele verhuurbedrijven. Dezelfde gedachte is ook van toepassing op bibliotheken en andere verhuurconcepten. Daarmee zou de term een dermate groot veld gaan beslaan dat er niet meer mee te werken is.
Daarom is gekozen om de peer-to-peer-marktplaatsen, de business-to-business-marktplaatsen en de coöperatieven als uitgangspunt te nemen. Dit zijn stuk voor stuk heldere concepten waar we allemaal mee verder kunnen.
Feedback is uiteraard van harte welkom!
Dit blog bevat elementen uit het boek ‘SHARE – Waarom de deeleconomie de toekomst heeft‘, dat februari 2015 verschijnt.