Facebook is een nieuw soort platform

4 januari 2017, 06:00

In september 2016 publiceerde Espen Egil Hansen, hoofdredacteur van de Noorse krant Afterposten, een open brief aan topman Mark Zuckerberg. In de brief trok hij fel van leer tegen de censuur en het machtsmisbruik van ‘s werelds grootste sociale netwerk. “Ik ben ontstemd, teleurgesteld, zelfs bang, over wat je op het punt staat te doen met een steunpilaar van onze democratische samenleving”, aldus Hansen. “Ik ben bezorgd dat ‘s werelds belangrijkste medium de vrijheid beperkt in plaats van het te verruimen. Dit gebeurt af en toe op een autoritaire manier.” Aanleiding was het verwijderen van de foto van ‘Het Napalmmeisje’, zoals deze historische foto uit de Vietnamoorlog is gaan heten.

Op de foto is te zien hoe het negenjarige meisje Kim Phúc, naakt en overdekt met brandwonden, wegrent uit het dorp Trang Bang, om een veilig heenkomen te zoeken na een luchtaanval met napalm. “Te heet, te heet”, schreeuwt ze rennend over de straat. Met de foto won AP-fotograaf Nick Ut een Pulitzerprijs en in 1972 werd deze ook nog eens verkozen tot World Press Photo van het Jaar.

Volgens Hansen opende de foto de ogen van het Amerikaanse volk voor het leed dat de oorlog aanrichtte. De foto maakte deel uit van een verhaal over iconische oorlogsfoto’s geschreven door de Noorse schrijver Tom Egeland. De krant deelde dit artikel op Facebook.

Niet conform de richtlijnen

De foto was in strijd met de richtlijnen van Facebook. “Elke foto van personen waarop hun geslachtsdelen zijn te zien, of van vrouwelijke borsten, zal worden verwijderd”, verklaarde Facebook. Dit statement werd door het Noorse volk niet gepikt. Veel Noren, waaronder de Noorse premier Erna Solberg, publiceerden de foto op hun eigen Facebook-pagina.

Uiteindelijk zwichtte Facebook voor de Noorse druk. Na meldingen van diverse gebruikers heeft het bedrijf opnieuw gekeken naar de eigen richtlijnen. Op de technologienieuws-website Recode zegt de socialmediagigant het volgende:

Vanwege de iconische status en het historisch belang overheerst de waarde van het delen van deze foto boven die van het beschermen van de gebruikers. Daarom hebben we besloten de foto terug te plaatsen op de plekken waarvan we weten dat we de foto verwijderd hebben.

Bovenstaand voorval was niet het enige akkefietje waar Facebook in 2016 tegenaan liep. Zo oordeelde het Franse hooggerechtshof dat het bedrijf niet de profielpagina van een Franse leraar mocht blokkeren vanwege een foto van het 19-eeuwse schilderij ‘L’Origine du monde’ (een close-up van het vrouwelijk geslachtsdeel).

Verder haalde het bedrijf een Zweedse filmpje van het kankerfonds offline waarin werd uitgelegd hoe je borstkanker in een vroeg stadium kan ontdekken. Na een open brief van ‘Cancerfonden’ waarin werd verteld dat het bewuste filmpje niet beledigend bedoeld was, zette Facebook het filmpje weer online.

Keer op keer laat Facebook hetzelfde patroon zien: allereerst pleegt het bedrijf censuur en pas als het bedrijf vervolgens door de media op de vingers wordt getikt, komt het tot inkeer en is het na wat tegenspartelingen bereid de boel terug te draaien.

De strijd tegen nepnieuws

Ook de problemen ten aanzien van de verspreiding van nepnieuws werden eerst niet serieus genomen. Mark Zuckerberg vond het een ronduit “krankzinnig idee” dat de algoritmes van het sociale netwerk “de verkiezingen hebben beïnvloed”. Facebook is een “technologiebedrijf en geen mediabedrijf.

Pas toen Buzzfeed overtuigend aantoonde dat nepnieuws veel vaker werd gedeeld dan de twintig best presterende artikelen van de gevestigde media, beloofde Zuckerberg beterschap. Ironisch genoeg werd de posting van Zuckerberg waarin hij aankondigde dat Facebook het verspreiden van misinformatie wel degelijk serieus neemt, omlijst door een tweetal nep-berichten.

In de strijd tegen nepnieuws heeft Facebook de hulp ingeschakeld van het International Fact Checking Network (IFCN) van het gerespecteerde media-instituut Poynter. Zo’n 42 organisaties, waaronder Snopes, Politifact, ABC News en FactCheck.org, zijn lid van dit netwerk en hebben een zogeheten ‘code van principes’ ondertekend, waarin de deelnemende partijen zich houden aan “onpartijdigheid, redelijkheid, transparantie als het gaat om bronnen, gebruikte methodes en financiering en hun toewijding aan open en eerlijke correcties.”

Berichten die door gebruikers als dubieus zijn aangevinkt, worden door leden van dit netwerk op hun juistheid gecontroleerd. Alhoewel IFCN pretendeert onafhankelijk te zijn, kunnen hier vraagtekens bij worden gezet. Zo wordt het netwerk zwaar gesponsord door de Open Society Foundations van de uiterst progressieve en liberale miljardair George Soros. De politieke correctheid van Polifact wordt vanuit de conservatieve hoek veelvuldig betwist op de website Polifact Bias en ook Snopes kwam eind 2016 onder vuur te liggen vanwege het verduisteren van geld om prostituees mee te betalen. Zelfs hier is de waarheid vooralsnog ver te zoeken.

Het filter van Facebook staat overigens niet als enige ter discussie. Ook de algoritmes van zoekmachine Google worden in dit kader fel bekritiseerd. Lees ook mijn eerdere artikel ‘De algoritmes van Google zijn bevooroordeeld’.

Een nieuw soort platform

Mark Zuckerberg heeft inmiddels zijn gedachten over de rol van Facebook gewijzigd. In bovenstaand gesprek met de coo van Facebook, Sheryl Sandberg, waarin zij gezamenlijk reflecteren op het jaar 2016, zegt hij het volgende:

Facebook is een nieuw soort platform. Het is geen traditioneel techbedrijf en het is ook geen traditioneel mediabedrijf. We bouwen technologie en we voelen ons verantwoordelijk voor de manier waarop deze wordt gebruikt. We schrijven zelf niet de nieuwsberichten die mensen lezen op het platform, maar tegelijkertijd weten we dat we veel meer doen dan alleen het nieuws verspreiden. We zijn een belangrijk onderdeel van het publieke debat.

Met meer dan 1,79 miljard maandelijkse gebruikers heeft Facebook een enorme macht en dus ook een enorme verantwoordelijkheid. Reinier Kist schreef daarover in NRC:

Internet maakte de verspreiding van nieuws niet alleen democratischer, het leverde ook nieuwe poortwachters op, zoals Facebook en Google. En deze nieuwe poortwachters zijn veel machtiger dan elke afzonderlijke nieuwsorganisatie ooit is geweest.

Facebook is inderdaad een ‘nieuw soort platform’. Het is ‘s werelds grootste krant, radio- en televisiestation en nog veel meer. 2017 zal moeten uitwijzen of het netwerk zijn verantwoordelijkheid in positieve zin ook daadwerkelijk neemt. Het uitrollen van censuur-software om de Chinese markt te kunnen betreden doet het ergste vermoeden.

Bronnen

Sander Duivestein
Topspreker / Trendwatcher / Auteur / Columnist bij Sogeti

Sander Duivestein is professioneel spreker, trendwatcher, internetondernemer, adviseur, auteur en columnist over de impact van nieuwe technologie op mens, bedrijf en maatschappij. In dienst van VINT (het Verkennings Instituut Nieuwe Technologie van ICT-dienstverlener Sogeti) heeft hij aan meerdere onderzoeken meegewerkt. In de afgelopen jaren schreef hij meerdere boeken en rapporten over Bitcoin, Internet of Things, Wearables, Big Data, Social Media, Mobile, Cloud en de economische crisis. Sander is veel in de traditionele media terug te vinden. Regelmatig wordt hij gevraagd om zijn opinie in dag- en weekbladen, op de radio en op televisie te delen. Zo was hij onder andere te gast in Pauw en Witteman, Brandpunt en Nieuwsuur.

Categorie
Tags

1 Reactie

    Gustavo Woltmann

    Het is compleet terecht dat naaktfoto’s of dergelijke niet toegestaan zijn, maar in sommige gevallen moet gewoon een uitzondering gemaakt worden (zoals bij het borstkankeronderzoek en zo was er ook een foto van een dame die borstkanker had overwonnen). Spijtig dat Facebook die niet onmiddellijk boven de censuur plaatst en er dus eerst op moet gewezen worden…


    10 januari 2017 om 15:03

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!