Het internet is de arena van de leugen geworden

30 november 2016, 10:00

Terugverlangen naar Martine Bijl en de groenten van HAK

Reclame wordt al tijden bestempeld als leugenachtig. Maar de reclame van vroeger, zoals Martine Bijl in een groentenveld, was tenminste nog herkenbaar als reclame. Terwijl we als internetcommunity probeerde die reclame te weren, kregen we er iets veel ergers voor terug.

Grenzen

Reclame is de scapegoat als het gaat om liegen, bedriegen en mensen op het verkeerde been zetten – in ruil voor commercieel gewin. Ik zou iets kunnen zeggen over cowboys, over goeden en kwaden. Maar dat is niet het punt.

Reclame is vooral gebonden aan regels. Je mag overdrijven, maar niet liegen. Je mag geen reclame maken die specifiek gericht is op kinderen. Je mag geen reclame maken voor sigaretten. Je mag niet liegen over claims die niet waargemaakt kunnen worden en ook het in een kwaad daglicht zetten van je concurrenten is gebonden aan regels.

Er zijn dus wettelijke regels en er zijn commissies die de grenzen van het liegen bewaken. Klanten die een reclameboodschap betrappen op een leugen, hebben adressen waar ze hun klacht neer kunnen leggen.

Dat niet alleen, er waren redacties die de grenzen van het liegen bewaakten. Ging je met je boodschap over de schreef, dan werd deze geweigerd. Diezelfde redacties hebben inmiddels zelf hun eerste schreden op het leugenpad gezet en hun onafhankelijke ziel verkocht aan de commercie met native advertising en branded journalism als belangrijkste exponenten.

Reclame was transparant, je kon het in ieder geval herkennen als reclame. Reclame bewoog zich binnen wettelijke kaders.

De internetcommunity wilde geen reclame. Reclame was fout en iets van vroeger – een prachtframe. De internetcommunity beloofde ons transparantie – we kregen leugens.

De internetcommunity beloofde ons transparantie – we kregen leugens.

Een beetje liegen

Een beetje liegen mag. Die horde hebben we met gemak genomen.

Het begint met de persoonlijke goednieuwsshow op de social media. Iedereen doet het het. De waarheid geweld aandoen is dankzij social media in een sneltreinvaart onderdeel geworden van onze vaste routine.

Niet alleen je familie vrienden en zakenpartners kijken immers mee, maar ook de Belastingdienst, de rechtspraak, de arbodienst, je huidige en je toekomstige werkgever. Dan kun je toch moeilijk communiceren dat je bijna in een depressie zit en dat je persoonlijke leven een puinhoop is. Personal branding noemen we dat en we zijn het gewoon gaan vinden, maar dat is het natuurlijk niet.

De stap van een beetje liegen naar staalhard liegen blijkt klein. En zo kwam de geest uit de fles. De politiek ruikt kansen, dankzij het internet was het nog nooit zo makkelijk om te liegen en om onvrede te mobiliseren. De gemiddelde boodschap op Twitter van een Amerikaanse presidentskandidaat zou door de Reclame Code Commissie simpelweg bestraft worden als een niet-realistische productclaim waarvoor de burger beschermd dient te worden. Maar dat geldt natuurlijk niet alleen voor Amerika.

Traditionele media als tv, radio en gedrukte pers werken zeldzaam goed als versterker van internetberichtjes. Een leugen op Twitter die wordt uitgezonden door het NOS Journaal wordt zomaar een nieuwe waarheid. De meer traditionele media, maar ook de nieuwe kanalen met een groot bereik, hebben klaarblijkelijk geen enkel idee van de werking van hun eigen informatiekanalen. Als iets door veel mensen wordt gezien of gelezen is het, los van de inhoud, immers al bijna waar.

Op zoek naar ophef en clicks vergeten we ons gezonde verstand te gebruiken. Marketeers zonder enige vorm van moreel besef ruiken nieuwe kansen. “Als iedereen liegt, kan ik best een beetje meedoen.” Vloggers pushen zonder enige scrupules rommel aan onwetende kinderen van 10.

Op zoek naar ophef en clicks vergeten we ons gezonde verstand te gebruiken.

Te koop

Elke vorm van invloed is inmiddels te koop en marketeers bespreken schaamteloos de voordelen van het kopen van die invloed. Alsof je koeien naar een stal drijft. Liegen werkt nu eenmaal het best als je niet in de gaten hebt dat je wordt voorgelogen. En laten we eerlijk zijn: ‘influencer’ klinkt toch veel beter dan beroepsleugenaar.

Het internet creëerde celebrities. Mensen die alleen bekend zijn van een YouTube-kanaal worden als nieuwe mediahelden omarmd. Dat ze leven van het onder de regelementenradar pushen van producten, is nauwelijks een serieus onderwerp. Of het nu content is, knipperende banners, pop-ups, mailspam of online advertenties die je overal op het internet achtervolgen, liegen is een volwassen vak geworden.

Je privacy wordt verkocht zonder dat je er invloed op hebt. Ook over de grenzen van het bewaken van die privacy worden we voorgelogen. Gaan we niet akkoord met de nieuwe leugenvoorwaarden, dan mogen we niet meer meedoen. Gebruikers van gratis communicatieplatformen worden onder luid gejuich in de media van alle nieuwe en vooral geweldige communicatiemogelijkheden als vee in de armen van de commercie gedreven.

We zijn beland in het ‘post-truth’-tijdperk, een eufemisme voor het tijdperk van de glasharde leugen.

Mensen die nog steeds roepen dat reclame toch vooral liegen is en daarom niet werkt, gaan nog eens terugverlangen naar de vrolijke lach van Martine Bijl toen ze je vertelde dat je vooral de groenten van Hak moest hebben. De overzichtelijkheid en duidelijkheid, zowel voor de commercie als voor de politiek. Reclame was in vergelijking met internetmarketing zeldzaam creatief, esthetisch, eerlijk, oprecht en hygiënisch.

Het internet is in de afgelopen tien jaar tijd uitgegroeid tot een commercieel monster dat zich – niet gehinderd door goede regelgeving – met plezier volvreet. Niet alleen commercie, ook de politiek maakt inmiddels maximaal gebruik van deze marketingmachine zonder afdoende wetten en regels. Zo zijn we beland in het ‘post-truth‘-tijdperk, een eufemisme voor het tijdperk van de glasharde leugen. Elkaar voorliegen is de nalatenschap van onze generatie, we hebben het waarschijnlijk totaal verkloot.

Tadek Solarz
Directeur/DGA bij CMG Nederland

Practice what you preach, de combinatie van adviseren en zelf ondernemen is voor mij ideaal. De lessen die ik leer breng ik dagelijks in de praktijk als directeur/DGA van de Creative Marketing Group Nederland. Opdrachtgevers werken samen met CMG Nederland aan het versterken van marktposities. Zes bedrijven, één aanspreekpunt. De belangrijkste marketingdisciplines verenigd in een groep. CMG werkt aan oplossingen die zich bewegen op het snijvlak van marketing, communicatie en internet-technologie. Met een man of honderd goed voor een top twintig positie in Nederland. Marketing is mijn speelveld met een voorliefde voor business-development, positionering, retail, merkontwikkeling en design. Ik help marketeers met hun positioneringsvraagstukken, marcom-strategie en merkbeleid. Verwacht van mij geen instant oplossingen. Als het gaat om een gesprek over de inhoud kun je me altijd bellen. Een mailtje sturen kan natuurlijk ook, tadek@solarz.nl omdat ik van simpel houd. CMG Nederland wordt gevormd door DWVTS marketingadviseurs, WEDA/BigID, Crossover Consultancy, Coolminds Virtual reality & internet, Network Operations en Kweekvijver Noord.

Categorie

10 Reacties

    Tadek Solarz

    Beste Jolante dank voor je reactie op Twitter.

    Je vroeg me om een voorbeeld waarin het Journaal de mist inging en hamerde nog wat door met “doe eens voorbeelden” of daarna met “je valt het NOS journaal aan met dit artikel”. Nu is Twitter een heel leuk medium maar niet geschikt als iemand je zo aanpakt. Omdat ik je mening respecteer heb ik deze toelichting geschreven.

    Je vraag om een voorbeeld mag in een Tweet terecht klinken maar is het niet. De suggestie op Twitter dat ik journaal zou aanvallen, wat ik niet doe, komt voort uit deze passage.

    “Traditionele media als tv, radio en gedrukte pers werken zeldzaam goed als versterker van internetberichtjes. Een leugen op Twitter uitgezonden door het NOS journaal wordt zomaar een nieuwe waarheid. De meer traditionele media, maar ook de nieuwe kanalen met een groot bereik hebben klaarblijkelijk geen enkel idee van de werking van hun eigen informatiekanalen”.

    Een goede lezer en dat ben je. Niet alleen een goede lezer maar als journalist ook een ervaren vragensteller weet precies waar zij de klemtoon moet leggen. En dat is precies wat je doet op Twitter. In mijn blogpost beschrijf ik de werking van traditionele media als versterker van de sociale media.

    Ik beschuldig het journaal niet van het uitzenden van leugens, dat is ook vrijwel onmogelijk. Want het journaal beschouwt. Het journaal neemt waar wat wij allemaal waar kunnen nemen. In die context bespreekt het Journaal ook wat er op Twitter gebeurt.

    Het Journaal neemt, net zoals wij allemaal waar, met een belangrijk verschil. Als het journaal behandelt wat zich afspeelt op Twitter of nog breder “op de sociale media” betekent het niet meer of minder dan een versterking van die boodschap. Dat zoiets zou kunnen bewees project Haren.

    Dat alleen al je naam genoemd wordt in het journaal geeft aan dat je een belangrijk persoon bent, of je nu Wilders heet Monasch, Trump of de naam van een lokale oliebollenbakker die onderaan de lijst van beste oliebollenbakkers is beland. Alleen al het feit dat je het nieuws haalt maakt het onderwerp belangrijk. Dat is hetgeen dat blijft hangen.

    Het behandelen van een tweet heeft hetzelfde effect als een straatinterview. De mening van een persoon wordt verheven tot iets belangrijks. Want het journaal heeft impact er kijken meer dan 2 miljoen mensen naar het staatsnieuws. Het journaal heeft bovendien het aureool van onafhankelijkheid waardoor een mening van een willekeurig persoon zomaar belangrijk kan worden.

    Ik heb geen voorbeelden waarin het journaal de mist in ging. Dat hoeft ook niet want ik beschrijf een principe. Het is ook geen aanval op het journaal. Hoewel het na de Amerikaanse verkiezingen wel op zijn plek is om te evalueren wat het effect is van het behandelen van sociale media berichten door de NOS / NPO.

    Overigens schreef The Adcontrarian een aardig artikel over de relatie van Twitter met de televisie en de politiek met wat getallen erbij. Nu heb ik geen screenshots waarbij de tweets in beeld zijn gebracht die het nieuws haalden maar ik ga er maar even van uit dat de schrijver daar ter plekke een aardig idee had en ja, voor het gemak ga ik er ook even van uit dat Trump af en toe een beetje liegt. “We counted: Donald Trump lied at least 58 times during the first presidential debate. He kept fact checkers busy”.

    “As usual, the people who do marketing by selfie-stick think that everyone is like them. According to a study in the UK, an advertising person is almost 7 times as likely to have a Twitter account as a real person. Here are the facts: Only 20% of adults have a Twitter account. Only 15% of rural adults (heavy Trump backers) use Twitter. Only 11% of people over 50 (the most likely voters) use Twitter.

    In fact, if Trump’s tweeting had a significant effect it was because of television’s obsessive coverage of his tweets. Take away newspaper and, especially, television coverage of his tweets and they would have been dust in the wind”.


    30 november 2016 om 14:58
    manoah

    Hi Tadek,

    dit artikel, maar ook het vorige met veel interesse en vermaak gelezen. Klinkt alleen wel alsof je een stuk touw hebt gekocht en er wellicht morgen niet meer bent.

    Een vraag: heb je ook een oplossing? Ik ben (nog steeds) internetfan juist omdat dit de leugen in reclame heeft ontmaskerd en bedrijven dwingt op een authentieke manier echte waarde te bieden in plaats van eea voor te liegen. Op internet (lees: in een digitale omgeving) kun je immers aan en uit zetten wat er op je af komt, bij de traditionele massamedia niet. Die massamedia zijn er nog steeds, omdat de goegemeente te stom is om hetgeen wat er aan media op je afkomt slim te filteren. Dat is dan pech voor de goegemeente.

    Eigenlijk werkt het dus een hele mooie evolutiesprong teweeg: de stommen blijven stom en de slimmen gaan door naar de volgende ronde.

    Ben ik naief? Of kan ik met een goed gefundeerd tegengeluid voorkomen dat jij zomer 2017 niet haalt?

    Tip: een url naar de tweet is wellicht handig.


    30 november 2016 om 17:27
    Dennis Eijs

    Herinnert u zich het programma ‘de leugen regeert’ nog? En toen ging het over de reguliere media. We worden dus continue voorgelogen gemanipuleerd belazert en opgelicht. Ik kijk er dus niet meer raar van op, ik houd er al rekening mee,


    1 december 2016 om 08:02
    Frans-Peter Dechering

    Interessante avond kost op Marketingfacts. Je zou toch zeggen dat ‘wisdom of the crowd’ de remedie is? Elke blog dus voorzien van een simpel 5 sterren feedback optie lijkt me een mooie stap naar meer waarheid.


    5 december 2016 om 18:25
    Rob Visser

    @Frans bij ieder blog en ieder nieuwsbericht een mogelijkheid om het artikel te raten naar geloofwaardigheid. Dat lijkt me een interessante optie. Daarnaast evt ook duidelijkheid (ik begrijp dit) en relevantie. Sommige mensen zullen vanuit hun belang stemmen en om die reden iets hoog of laag waarderen, bij meer dan 10 stemmen ontstaat er een beeld van wat de crowd ervan vindt. Goed idee.


    6 december 2016 om 21:06
    Gustavo Woltmann

    Toch wel een erg pessimistisch stuk, er zit natuurlijk wel waarheid in, maar waarom zo somber. We hebben allemaal gezond verstand meegekregen, gebruik dat vooral (en zeker op internet). Daarnaast biedt internet zoveel kansen, ook voor consumenten om onderzoek te doen, prijzen te vergelijken, beoordelingen te lezen. Het is dus nog allemaal zo slecht niet…


    7 december 2016 om 13:53
    chrishanselaar

    Dag Tadek,

    Ik ben het helemaal met je eens. Wat mij betreft is een heel belangrijke driver hierin de manier waarop technologie wordt ingericht, en de manier waarop dit gebeurt wordt bepaald in delen van de wereld (Sillicon Valley, China etc.) waar men er wat andere normen en waarden op na houdt, en andere financieringsmogelijkheden en modellen heeft. Concreet voorbeeld: de hipsters in Californië willen graag snel de nieuwe Mark Zuckerman worden en nemen het niet zo nauw met zaken als privacy, eerlijk gegevensbeheer en de communicatie hier over, want ze moeten snel een ROI hebben voor hun investors. En in Amsterdam hebben we ook wel zulke boefjes (kijk maar eens op een gemiddelde Online Tuesday) rondlopen.

    Ik denk dat er een algemeen (dus voor en door iedereen) en open debat moet plaatsvinden, gefaciliteerd door de overheid, over de vraag waar we naar toe willen met internet. Wat het voor ons moet doen en niet doen, en welke regels we het willen opleggen. Uit alle complexiteit die elke invalshoek van het debat meebrengt (social media, internet of things, business ethics, mogelijkheden en onmogelijkheden van technologie etc. etc.) moeten dan zuivere regels geformuleerd worden, net zoals we die ook hebben voor bestuur en recht (denk aan begrippen als de trias politica, of subsidiariteit). Die begrippen moeten voor iedereen duidelijk en logisch zijn.

    Extra aandacht binnen onderwijs, zowel in het primair, voortgezet als professioneel en wetenschappelijk onderwijs kan hier ook een belangrijke rol spelen.

    Anders gezegd: we moeten de ethiek weer de markt laten bepalen, zoals we dit als mensheid al sinds het bestaan van markten hebben laten doen, en niet de markt de ethiek.


    9 december 2016 om 09:50
    Frans-Peter Dechering

    @Rob

    Als aanvulling op jouw gedachtengoed: In een complexere en snellere maatschappij levert het uitgangspunt ‘principle based’ ipv een ‘rule based’ op langere termijn meer op. Oftewel normen en waarden prevaleren boven regels en wetten.


    12 december 2016 om 13:19
    Holleeder

    Ik denk dat het internet al verpest en de mensheid ook!


    31 juli 2021 om 18:50

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!