Marten Blankesteijn (Blendle): “Alle grote uitgevers van Nederland hebben getekend”
Onlangs zette Blendle, de dienst waarmee je artikelen uit tijdschriften en kranten per stuk kunt kopen, een invite code te koop op Marktplaats. Een 19-jarige jongen betaalde er 95 euro voor. Tegen een journalist verklaarde hij desgevraagd: “Ik lees normaal gesproken alleen gratis kranten en gratis websites en nu zie ik wat ik al die jaren gemist heb. Ik wist niet eens dat er dingen bestonden die ik niet gratis kan zien op internet.” Betere reclame kon Blendle zich niet wensen. Want niet alleen betaalde deze lezer voor de invite code, hij betaalt ook voor de artikelen die hij leest. Vaak een dubbeltje, soms meer of minder. Afhankelijk van de uitgeverij.
* Noot van de redactie: Vandaag, 28 april 2014, wordt Blendle officieel gelanceerd. Daarom vandaag aandacht voor een interview dat Fast Moving Targets eerder had met mede-oprichter Marten Blankesteijn.
Het kostte het team van Blendle best wat moeite om de Nederlandse uitgeverijen te overtuigen, vertelt Blendle-oprichter Marten Blankesteijn. “Het idee zelf vinden ze eng, want ze verkopen al honderden jaren pakketjes en dan komt er iemand langs en die zegt zullen we dat pakketje eens in stukjes hakken. Zonder dat ze een idee hadden hoe dat er uit zou komen te zien.”
Maar toen uit de eerste voorbeelden bleek dat de liefde voor de krant overeind gehouden werd en merken duidelijk zichtbaar bleven, kwamen langzaam maar zeker de eerste uitgeverijen aan boord. “En toen die erbij kwamen, werd het aantrekkelijker voor de tweede lichting en toen dacht de derde lichting ‘nu kunnen wij niet achterblijven’. Als schapen over de dam.”
Op dit moment zijn alle grote Nederlandse uitgeverijen aan boord. Alleen het Financieel Dagblad ontbreekt. “Maar dat zou ook nog wel eens goed kunnen komen”, aldus Blankesteijn.
“Veel mensen die het leuk vinden om door die kranten te bladeren”
Ondertussen is Blendle nog steeds in bèta. Op dit moment bedraagt de langzaam uitgebouwde gebruikersgroep een paar duizend mensen en zijn ook de eerste trends zichtbaar. Zo komt een groot deel van de mensen dagelijks terug en besteden zij per dag rond de 40 eurocent. De helft van het bezoek komt via de desktop, de ander helft via mobiel of tablet. Artikelen van 500 tot 600 woorden worden het meest verkocht, maar dat kan ook komen omdat dat de meeste verhalen betreft.
Soms verrassen de gebruikers. “We hebben een kiosk en we dachten dat 10 procent van de mensen, de echte krantenfreaks, dit fantastisch zou vinden. Maar de kiosk is veel belangrijker dan ik had verwacht. Er zijn echt ontzettend veel mensen die het net zo leuk vinden als wij om door die kranten te bladeren. Wat ook grappig is: artikelen uit de Telegraaf worden weinig gedeeld, maar toen we gingen rangschikken op populariteit bleek de Telegraaf toch de belangrijkste krant te zijn. Dus die wordt veel gelezen zonder te delen.”
Al met al blijkt uit de tot nu toe verzamelde data in ieder geval bewijs te vinden voor de stelling dat er naast fans van een specifieke krant en incidentele kopers, er nog een derde groep bestaat: “Mensen die gewoon elke dag het beste artikel willen lezen, ongeacht uit welke krant dat komt. Een nieuwe doelgroep. Daarnaast merken we nu ook dat er abonnees zijn die het leuk vinden om bij andere kranten te shoppen.”
Met soms tot gevolg dat ze er achter komt dat een abonnement op een nieuwe krant uiteindelijk goedkoper is. Wat door sommige gebruikers als verwarrend wordt ervaren, is het feit dat de tarieven per artikel per uitgeverij verschillen. Per uitgeverij mag je twee prijzen hanteren: één voor een kort artikel en één voor een lang verhaal. “Elke krant vind dat z’n artikelen een andere waarde hebben. Ze kiezen ook voor andere strategie: soms maken ze verhalen heel goedkoop in de hoop dat er veel verkocht wordt.”
De variatie in prijzen heeft volgens Blankesteijn ook voordelen: “Als wij zelf de prijs hadden vastgesteld, hadden we nooit geweten of een andere prijs ook werkt. Als we met de data die we nu verzamelen kunnen aantonen dat een bepaalde prijs tot meer omzet leidt, zul je zien dat iedereen z’n prijzen aanpast.”
“Er is geen standaard”
Het lijkt Blendle dus voor de wind te gaan: uitgeverijen doen mee, gebruikers zijn enthousiast. Maar dat wil niet zeggen dat het allemaal eenvoudig is. Zo blijft het omzetten van artikelen uit de krant naar een digitale versie een ingewikkelde zaak. “De grootste uitdaging is het makkelijk en goed laten binnenlopen van alle artikelen van de diverse uitgevers, omdat iedereen het op een andere manier doet. Er is geen standaard.” Zo wordt een pdf van de Telegraaf elke dag naar India verstuurd. Daar wordt de krant in stukken opgeknipt, wat in Nederland moet worden nagekeken omdat de Indiërs niet altijd snappen welke foto bij welk verhaal hoort.
Maar ook het bouwen van een snelle zoekmachine die onder de site ligt of een eigen sociaal netwerk waarmee artikelen gedeeld kunnen worden, zijn technisch niet eenvoudig. Voldoende werk dus aan de winkel voor het team dat op dit moment uit 14 man bestaat.
En ondertussen wordt de wachtlijst van gebruikers die hopen op toegang in hoog tempo weggewerkt: “Er worden nu vele duizenden per week toegevoegd, dus over 2 tot 3 weken is de hele wachtrij leeg.” Mensen die dan misschien ook al toegang krijgen tot buitenlandse bladen. Of kondigt Blendle daarmee de uitbreiding naar het buitenland aan? “We willen zelf ook graag buitenlandse kranten kunnen lezen, dus daarom zijn we naar Amerika en Engeland gegaan. Maar stel dat het in Nederland goed werkt, waarom niet?”
Blijft de vraag: hoe zit het met de financiering? “We hebben geld gekregen van het Stimuleringsfonds voor de Pers. Mede-initiatiefnemer Alexander Klöpping en ik hebben ons eigen geld erin gestoken en we hebben wat leningen gekregen van rijke mensen die het een leuk idee vonden. Het zoeken naar een investeerder hebben we bewust uitgesteld tot het moment waarop we iets zinnigs kunnen zeggen over welke kant het op gaat en hoeveel we nodig hebben.” Wordt ongetwijfeld vervolgd.