Mediaconsumptie in Nederland: multitasken neemt toe
Mailen, social media en TV kijken meest populair naast surfen
Net als vorig jaar spenderen we in Nederland dagelijks 7 uur aan media (411 minuten om precies te zijn). De TV is met 2,5 uur per dag nog altijd het meest populair, gevolgd door internetten (99 minuten) en radio (92 minuten). Dat blijkt uit het nieuwe tijdsbestedingsonderzoek (n=3.698), uitgevoerd door No Ties en Intomart GfK in opdracht van SPOT. De afgelopen tijd heeft met name second screen naast de TV veel aandacht gehad. Volgens SPOT wordt er in totaal 7 uur mediatijd geconsumeerd in netto 5,5 uur. Desalniettemin is eten (12%) nog altijd de belangrijkste activiteit naast TV. Daarna volgen de media activiteiten e-mail (5%), en uit het niets op plek 3 social media (4%).
Lezen in dagbladen, tijdschriften, folders en boeken neemt in totaal 27 minuten in beslag. Gamen (17 minuten), muziek luisteren (14 minuten) en bellen (11 minuten) zijn relatief klein in omvang. In vergelijking met vorig jaar:
Televisie 2010: 149 min | 2012: 145 min
Internet 2010: 29 min | 2012: 33 min
Radio 2010: 115 min | 2012: 92 min
Krant 2010: 14 min | 2012: 12 min
Tijdschrift 2010: 5 min | 2012: 3 min
Aan de nieuwe media wordt, zoals verwacht, flink meer tijd besteed:
Social media 2010: 12 min | 2012: 24 min
Online video 2010: 4 min | 2012: 4 min
Mobiel 2010: 3 min | 2012: 7 min
Multitasking
Hoewel multitasking dus flink is toegenomen wordt het overgrote deel van de media nog altijd 'single tasking geconsumeerd. Van de tijd die aan TV wordt besteed wordt in 66% van de tijd geen andere media geconsumeerd. Daarmee staat de TV bovenaan de lijst van media die het minst in combinatie met andere media worden geconsumeerd. TV wordt gevolg door gamen op de computer (51%) en tijdschriften (43%).
TV gedrag
Van de 2,5 uur die we aan TV besteden wordt het overgrote deel (145 minuten) live gekeken, gemiddeld wordt vijf minuten via gemist-services bekeken. Het terugkijken gebeurt het meest via TV's met settop-box of via een connected TV. In mindere mate wordt hiervoor een computer of laptop ingeschakeld. Mobiele devices worden hier nog maar zeer weinig voor gebruikt.
Afbeelding: Thomas van de Weerd (cc)