Toine Verheul (Coosto): “Wij monitoren online content in 200 landen in 150 talen”

Toine Verheul droomde over het opzetten van een bedrijf waarmee hij de nummer één van de wereld kon worden. Dat werd Coosto. Het bedrijf monitort online content in opdracht van klanten. ”Het begint allemaal met webdata: die moet je goed kunnen crawlen en indexeren want anders valt er weinig te monitoren. Het is ontstaan vanuit een technisch perspectief en dat is nog steeds zo.” Inmiddels worden dagelijks 60 tot 70 miljoen webdocumenten gecrawled. Een groot deel daarvan is redelijk statisch, maar op social media, blogs en fora gebeurt dynamisch veel dat interessant is voor derden.

Klanten krijgen toegang tot het systeem en kunnen dat doorzoeken. “Maar wij hebben ook alerts. Die kun je op één of heel veel websites zetten en dan kun je bijvoorbeeld bij gelijkblijvend volume maar dalend sentiment een alert krijgen.” Voor bedrijven handig om te weten: hoe wordt er tegen hen aangekeken en over hen gepraat. In praktijk nog knap lastig om goed vast te stellen. In het achterliggende model is sec nieuws altijd neutraal. Maar een doorsnee Twitter of Facebook bericht bestaat meestal niet uit sec nieuws.

“Dus we kijken naar woorden die negatief of positief zijn, maar ook naar zinsopbouw en tegengesteld sentiment. Soms heb je een zin of bericht waarbij beiden voorkomen: positief en negatief. Dat heft elkaar op: dat is neutraal. Maar het hangt ook af van het woord waarmee je zoekt. Het kan positief, negatief of neutraal uitpakken. Dat noem je context-based sentimentsanalyse, dat is verrekte lastig en lang niet altijd precies.” Het lastigste is misschien wel sarcasme, wat je vaak ziet rondom bijvoorbeeld voetbalwedstrijden. “Daar worden we wel steeds beter in, maat het blijft lastig.”

“Focus op productontwikkeling”

Coosto werkt volgens Verheul alleen met de beste mensen. “We hebben echt supergoeie mensen in dienst, een briljant team, hardcore techs. We hebben er nu 90 en iedere maand nemen we 5 tot 6 mensen aan. We willen aan de technische kant binnen nu en 12 maanden nog 50 techs aannemen. Dit zijn datascientists. Dus computer linguïstiek: taal en informatica.” De focus van Coosto ligt dan ook op productontwikkeling. Niet dat Verheul niet weet dat sales en marketing ook belangrijk zijn. “Maar als je kijkt waar wij echt goed in zijn, dan is dat toch de technische kant, het maken van het product. We kunnen betrekkelijk snel nieuwe features opleveren en dat echt over belachelijk grote hoeveelheden data. We beheren nu miljarden en miljarden aan berichtjes en dat moet je allemaal realtime doen.” Daarbij kiest het bedrijf voor een doorwrochte aanpak. Niet direct bij elke nieuwe feature gaan rennen en schreeuwen nog voordat duidelijk is wat daar precies mee gedaan kan worden, maar kiezen voor gestage groei.

Daarbij neemt Coosto een zeker risico. Het bedrijf is zeker niet de enige op de markt. “Het barst van de concurrenten”, aldus Verheul. Concurrenten die bovendien vaak, anders dan Coosto, grote investeringen binnen halen om snel door te kunnen groeien. Maar Verheul laat zich niet gek maken. “Iedere euro die we verdienen, gaat gewoon boem het bedrijf weer in, maar we zijn financieel zeer gezond. Onze liquide positie is sterk. Er zit geen venture capital of een banklening in. Dus het is 100 procent van onszelf.”

Ondertussen groeit Coosto elk jaar sneller. Naar verwachting dit jaar zo’n 80 tot 90 procent en volgend jaar 150 tot 200 procent. Daarbij wordt venture capital niet principieel afgewezen. Sterker nog: er vinden wel gesprekken plaats. Op basis van gelijkwaardigheid en zonder een gevoel van directe noodzaak. De internationale uitbouw is ook een feit. Coosto is beschikbaar in 200 landen in 150 talen. “Ik ben best wel verrast door het succes: internationale grote bedrijven die op ons afkomen en vragen of we hen kunnen bedienen. Maar vergis je niet: dat betekent ook dat je een multi language support moet hebben en dat je naar 24/7 gaat vanuit Eindhoven. En sentiment per taal werkt ook anders. Dus je redt het niet met alleen die technologie op z’n plek hebben.”

“Kijk waar mensen het echt over hebben”

Coosto verzamelt de data op eigen servers. “Inmiddels zijn we dermate groot dat je kunt spreken van we onze eigen cloud.” Daarmee lijkt het bedrijf voorbij te gaan aan een schaalbare dienst als Amazon. Bewust, aldus Verheul. “We hebben bijvoorbeeld een aansprakelijkheidsverzekering van miljoenen en die vraagt wel: waar staan je data? Dat is gewoon een juridische lus. En of we elkaar nou aan het bangmaken zijn of niet: het is gewoon een werkelijkheid waar we mee te maken hebben, dus het gaat niet uit Nederland.” Wanneer de data op Nederlandse bodem blijven, valt Coosto onder de Nederlandse wet. “Zet je het bij Amazon neer, dan krijg je te maken met de Partiot Act in de States. God mag weten wat je dan over je heen krijgt.” Wat niet wil zeggen dat het bedrijf alles zelf wil doen, zolang het maar op Nederlandse bodem gebeurt.

Tijdens de uitzending wordt op Twitter de opmerking gemaakt dat het bedrijf social media kapot maakt. Althans had het zichzelf neerzet als grote leadgenerator. Wanneer bedrijven weten wat er gezegd wordt en elke opmerking als een verkoopkans zien, bestaat het risico dat mensen hun mond gaan houden. Verheul wijst de kritiek van de hand. Mensen die bijvoorbeeld online advies vragen bij de aankoop van een telefoon, luisteren helemaal niet blind naar een bedrijf dat reageert. Het is dus de vraag of reageren zin heeft.

“Wij zeggen: gebruik de macrocijfers bijvoorbeeld ter ondersteuning bij de launch van een product. Kijk waar mensen het echt over hebben binnen je eigen segment en welke trend je daarin kunt herkennen.” Naast gebruik door productbedrijven, wordt Coosto ook gebruikt door mediabedrijven. “Die gebruiken het om nieuws te spotten” In vijf minuten maak je een lijst met interessante bronnen of zoek je op trefwoorden. Gratis voor de individuele kleine gebruiker, op de website van Coosto, en vanaf 250 euro per maand voor betalende klanten. Nog steeds met het doel ooit een nummer één bedrijf in de wereld te worden. Vandaar dat Coosto sinds kort ook adverteert. “We hebben besloten het er gewoon in te rammen. Alleen al om van die Nederlandse houding ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ af te komen. Dus we blijven vertellen dat we die 150 talen en 200 landen doen. En je ziet: het slaat aan. We hebben 10 tot 15 gesprekken per week met multinationals die zeggen: we kennen jullie wel, maar wij zitten in nog 20 landen, moeten we daar niet eens naar gaan kijken?”