Vertrouwen in het digitale tijdperk
Sjoemelsoftware is verkozen tot woord van het jaar. Het woord herbergt een schijnbare tegenstelling. Het is niet de software die verantwoordelijk is voor dubieuze resultaten, maar de mensen die aan de touwtjes trekken die de technologie voor hun eigen gewin misbruiken. Sinds de crisis van 2008 worden we regelmatig opgeschrikt door verhalen waaruit blijkt dat bestuurders de boel bedonderen om zichzelf onrechtmatig verrijken. Niet verwonderlijk dat volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup het vertrouwen in bedrijven naar een historische dieptepunt is gezakt.
In 1993 postuleerde de Engelse antropoloog Robin Dunbar zijn befaamde axioma ‘Dunbar’s number’. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen een cognitieve grens hebben ten aanzien van het aantal individuen waarmee ze een stabiele en sociale relatie kunnen onderhouden. Dit getal, 150, is de afgelopen 10.000 jaar bepalend geweest hoe we de wereld behapbaar maken. Voorheen konden we elkaar simpelweg in de ogen kijken om te weten of we de ander konden vertrouwen. Maar met de steeds groter wordende gemeenschappen liepen we tegen de grens van ons eigen kunnen aan.
Om deze barrière te slechten hebben we ‘Command and Control’-hiërarchieën zoals koninkrijken, kerken, staten en bedrijven in het leven geroepen. Het is een noodzakelijk kwaad om te kunnen samenleven in grote groepen. Je moet echter van goede huize komen en in sterke schoenen staan om allerlei verleidingen aan de top te weerstaan. Macht leidt al snel tot machtsmisbruik door de personen die zich aan de toppen van deze hiërarchieën bevinden. In de documentaire ‘The Corporation’ (2003) worden deze witte boord criminelen zelfs een op een vergeleken met psychopaten.
Overal waar we nu om ons heen kijken zien we deze geïnstitutionaliseerde hiërarchieën terug. Het is tot op heden de enige manier om met elkaar op grote schaal samen te leven en te werken. Nu zien we echter de opkomst van op informatietechnologie gebaseerde vertrouwenssystemen die schaalbaar zijn tot in het oneindige. Deze systemen zijn niet langer gebonden aan een limiet.
De eerste van deze systemen was de boekdrukkunst. Zo’n vijfhonderd jaar geleden werd deze geïntroduceerd door Gutenberg en deze technologie veroorzaakte een ware kennisexplosie. Op grote schaal kon kennis gedistribueerd worden. De boekdrukkunst had een democratiserende werking. Niet langer was lezen alleen voorbehouden aan edellieden en de kerk, maar ook het gewone volk had nu de beschikking over dezelfde kennis. De macht verschoof van de elite naar de massa. Hierna volgden nog vele technologieën die eenzelfde effect veroorzaakten waaronder recentelijk socialemedia, mobile, big data, cloud, het internet van dingen en bitcoin. Power to the people!
Het meest in het oog springt momenteel bitcoin. In de media het afgelopen jaar zwart gemaakt, maar de cryptomunt maakt momenteel zijn comeback. Het gaat namelijk niet om de digitale valuta, maar om het onderliggende platform, de zogeheten blockchain, waar een enorme marktontwrichtende werking vanuit gaat. Bitcoin is in de eerste plaats zelfs geen geld, maar een compleet nieuwe manier om informatie vast te leggen en over te dragen in de aanwezigheid van onbetrouwbare partijen. Een ieder die bovenstaand gedachtegoed op zich in laat werken, begrijpt direct de enorme waarde van het bitcoin-protocol.
Dankzij bitcoin is voor het eerst in de geschiedenis mogelijk om eigendom en eigendomsrechten van digitale activa (zoals aandelen, certificaten, digitaal geld, enzovoorts) over te dragen op een snelle, transparante en niet-fraudeerbare manier zonder de bemoeienis van een centrale vertrouwde partij zoals de overheid, een notaris of een bank. Het netwerk als geheel is de trusted party.
De convergentie van al deze informatietechnologieën zorgt nu voor een explosie van innovaties die de bouwstenen van een nieuwe economie vormen. We keren terug naar het verleden waarbij menselijk contact wederom de boventoon voert. De allereerste exponenten van deze transitie, bedrijven zoals Airbnb en Uber, maken gebruik van beoordelingsmechanismen die inzichtelijk zijn voor iedereen. Je kunt de verhuurder van een appartement beoordelen, maar ook de gast. Je kunt de chauffeur beoordelen, maar ook de passagier. Vertrouwen is niet iets wat nog langer bewaakt en gecontroleerd wordt door bedrijven, instituten en overheden, maar is iets wat je zelf online opbouwt.
Het netwerk is de vertrouwde partij waarbij de reputatie van het individu (of een algoritme) de nieuwe wisselkoers is. In deze nieuwe wereld gaat het niet langer om het bezitten van producten, maar om services die toegang bieden tot deze producten. Delen is het nieuwe hebben. Het individu krijgt hierdoor een andere plaats in de waardecreatie en als gevolg hiervan ontstaat een nieuwe peer-to-peer economie die de gevestigde orde in hun bestaan bedreigt. De consument is het hotel, de softwareontwikkelaar, het schoonmaakbedrijf, de taxi-centrale, de startup, de bank, het uitzendbureau en de leraar.
Software maakt vertrouwen schaalbaar. Dit maakt de transformatie mogelijk van grote, gecentraliseerde bureaucratische hiërarchieën naar door technologie gedreven gedistribueerde, bottom-up netwerken die bestaan uit individuen en communities. Dit is de disruptie die we in de komende jaren gaan meemaken. Platformen als Airbnb, Github, Uber, Kickstarter, Bitcoin, TaskRabbit en Coursera zijn het voorland van deze ontwikkeling.
Deze initiatieven laten zien wat het betekent wanneer digitale netwerken worden uitgerold in de fysieke wereld. Jij bent niet langer het product, maar onderdeel van het proces. De menigte is het nieuwe bedrijf. Het betekent een aardverschuiving in de manier waarop we leven, werken, spelen, reizen, maken, leren, bankieren en consumeren. De toekomst is gedecentraliseerd. De toekomst is het tegenovergestelde van de 20ste gecentraliseerde eeuw.
Lees in dit kader ook:
– Trust Machine van The Economist.
– The Changing Rules of Trust in the Digital Age op Harvard Business Review.