Waarom krijg je onder de douche de beste ideeën?
De hele dag loop je te broeden op dat ene probleem. Je kunt er maar geen oplossing voor vinden en je wordt er helemaal gek van. De tijd begint te dringen: over een paar dagen moet je een idee presenteren aan je baas, de klant of je collega’s. ’s Avonds neem je toch maar even een pauze: eerst maar eens koken, nog wat tv kijken en lekker ontspannen onder de douche. En terwijl het warme water over je rug stroomt, komt plotseling dat langverwachte moment… Aha! Je hebt het!
Vier beroemde ‘Aha!’-momenten
Jij bent niet de enige die weleens een ‘Aha’-momentje of insight heeft. Deze momenten leidden tot de grootste ideeën uit onze geschiedenis (bronnen: UofTMagazine, Daily Record, CNN Travel).
Einstein
In 1907, toen Einstein 28 was, werkte hij in zijn kantoor in Bern toen hij plotseling tot een geniale ingeving kwam. In plaats van zijn gedachten bij het werk te houden, dwaalden zijn gedachten af en dacht hij: ‘Als een man een vrije val maakt, zou hij zijn eigen gewicht niet voelen.’ Dit idee maakte direct een diepe indruk op Einstein. Door versnelling en zwaartekracht te linken, voltooide Einstein acht jaar later zijn meesterwerk: de relativiteitstheorie.
Arthur Fry
Arthur Fry werkte in de jaren zeventig voor het bedrijf 3M op de ‘nieuwe producten divisie’ en kwam een milde lijm tegen die een paar jaar eerder bij dat bedrijf gecreëerd was. Pas toen hij aan het zingen was in zijn kerk, wensend om een boekenlegger die op één plek zou blijven liggen zonder het boek te beschadigen, realiseerde hij zich waar die milde lijm voor gebruikt kon worden. En zo ontstond de post-it.
Newton
In 1666 was de Universiteit van Cambridge gesloten vanwege de pest. Hierdoor verbleef Newton tijdelijk op het landgoed van zijn familie in Lincolnshire. Daar werd hij door het zien van een appel die uit een boom viel, geïnspireerd tot het bedenken van de universele theorie van de zwaartekracht.
Brian Chesky
Een recenter voorbeeld is het ‘Aha’-moment van Brian Chesky en zijn beste vriend Joe Gebbia. In 2007 waren deze beginnende designers werkloos en werd hun huur verhoogd, dus moesten ze snel geld verdienen. Ze wisten dat er in hun stad een designconferentie zou plaatsvinden, maar alle hotels zaten al vol. Om die reden gingen ze slaapplekken (airbeds) verhuren. Tot ze met hun échte designdoorbraak zouden komen, zou dit genoeg geld opleveren voor de huur en konden ze tegelijkertijd netwerken met andere designers. Wat ze na een paar dagen plotseling inzagen, was dat airbeds verhuren hun doorbraak al was: Airbnb werd opgericht.
Het ‘Aha!’-moment in de wetenschap
Het ‘Aha!’-moment of een insight is een veelbeschreven onderwerp in de wetenschap. Voordat een insight ontstaat, ben je eerst een tijdje bezig geweest met een proces van probleemoplossend nadenken. Als je alle mogelijke oplossingen bent nagegaan, kunnen je gedachten geblokkeerd raken. Je valt in de herhaling en je hebt nog steeds geen idee wat de oplossing is.
Het ‘Aha!’-moment is de transitie van deze staat van impasse naar een toestand waarin het antwoord plotseling duidelijk en voor de hand liggend is. Het kwartje is gevallen en jij bent happy. Maar is het nu echt waar dat het kwartje onder de douche net wat vaker valt? Naar verluidt zat Archimedes ook in bad toen hij de Wet van Archimedes ontdekte en Eureka! riep.
Gedurende de laatste eeuw hebben meerdere wetenschappers zich gebogen over het fenomeen van insights. Hoe een insight daadwerkelijk ontstaat is onbekend, hoewel er verschillende theorieën over bestaan.
Onbewuste aanwijzingen
Maier (1931) onderzocht hoe mensen een probleem oplossen, door ze de opdracht te geven om twee hangende touwtjes aan elkaar te knopen (Maier’s two string problem). Er waren verschillende objecten in de kamer aanwezig waarmee ze dat konden doen. Zonder andere objecten te gebruiken kon men beide touwtjes niet vastpakken. De touwtjes konden aan elkaar geknoopt worden door iets zwaars eraan vast te knopen en de touwtjes zo heen en weer te slingeren.
Maier gaf tijdens het experiment bij de helft van de proefpersonen stiekem een hint, door ‘per ongeluk’ langs het touwtje te strijken waardoor deze heen en weer bewoog. Deze groep wist het probleem veel vaker op te lossen en had achteraf geen expliciete herinnering van deze aanwijzing. Deze bevinding zou dus betekenen dat onbewuste informatie, een aanwijzing, ertoe kan leiden dat je sneller verbanden legt, die je helpen om het probleem op te lossen.
Representational change theory
Naast onbewuste aanwijzingen, zijn er ook andere manieren om insights te verklaren. Ohlsson (1992) bedacht hiervoor de Representational Change Theory. Deze theorie is gebaseerd op verschillende aannames:
- Een probleem is op een bepaalde manier gepresenteerd waardoor er bepaalde associaties in je hersenen opgeroepen worden.
- Er worden alleen associaties in je hersenen opgeroepen die bewust of onbewust met het probleem te maken hebben.
- Je raakt geblokkeerd in het vinden van een oplossing als de manier waarop het probleem is gepresenteerd niet leidt tot nuttige associaties (informatie die leidt tot de oplossing).
- Als de manier waarop het probleem is gepresenteerd verandert, worden er andere associaties bij jou opgeroepen (je maakt andere connecties in je hersenen).
- Je kunt het probleem bewust anders presenteren door het vergaren van meer informatie, ‘out of the box’ te denken of het huidige probleem vanuit een andere hoek te bekijken.
- Een insight ontstaat als een blokkade wordt verbroken door nieuwe associaties en je met deze nieuwe informatie tot een oplossing komt: ‘Aha!’.
Je hebt dit plaatje van de vrouw vast weleens eerder gezien. Zie jij een jonge of oude vrouw? Het is maar net hoe je het bekijkt. Zo kun je ook tegen problemen aankijken: vanuit verschillende perspectieven. Door bewust meerdere invalshoeken te gebruiken, worden er nieuwe associaties in je hersenen opgeroepen.
Bij de oude vrouw krijg je bijvoorbeeld andere associaties dan bij de jonge vrouw. Je kijkt wel naar dezelfde afbeelding, maar dus op een andere manier. Deze methode kan goed werken om een oplossing of creatief idee te bedenken. Een groter netwerk van associaties wordt geactiveerd in je hersenen, waardoor de oplossing een stuk dichterbij ligt: de Representational Change Theory. Ook onbewust vindt dit proces plaats: als je het probleem even met rust laat en je tijdelijk in een andere omgeving bevindt (bijvoorbeeld onder de douche). Hierdoor worden andere gebieden in je hersenen geactiveerd.
Transfer of training
Naast onbewuste aanwijzingen en de manier van presentatie, heeft jouw geschiedenis ook effect op het krijgen van insights. Transfer of training refereert aan hoe onze ervaring met vorige problemen onze mogelijkheden om nieuwe problemen op te lossen beïnvloedt (bron: Encyclopedia Britannica). Zo kun je bijvoorbeeld geblokkeerd raken in het vinden van een mogelijke oplossing, omdat je in het verleden vooral op een bepaalde manier hebt gedacht en hierdoor moeilijker op andere manieren na kan denken. Daarom is het soms ook goed om raad te vragen aan een buitenstaander, omdat diegene nog een ‘frisse’ blik heeft. Hij of zij kan net datgene zeggen waardoor jij wél de oplossing vindt!
Hoe krijg jij de meest geniale ideeën?
Het zou wel erg simpel zijn als je de meest briljante ideeën zomaar onder de douche, in de tuin of als je wakker wordt krijgt. Zó makkelijk gaat het helaas niet. Ten eerste moet je zelf al hard gewerkt hebben aan een oplossing/idee. Als je dan geblokkeerd raakt en een oplossing onmogelijk lijkt, gaat je onderbewuste door met het bedenken van oplossingen. Maar hoe kun je stimuleren dat je uiteindelijk zo’n ‘Aha’-moment krijgt en niet met lege handen voor je baas, klant of collega’s staat?
The McKinsey Way
Er bestaan veel wetenschappelijke theorieën, trucs en tools om probleemoplossend en creatief na te denken, zodat je systematisch tot insights komt. Het bekendste framework voor probleemoplossend nadenken is gecreëerd door McKinsey & Company. Dit framework bestaat uit zeven concrete stappen om tot de kern van het probleem te komen, een oplossing te bedenken en actie te ondernemen. Het wordt volledig beschreven in het boek The McKinsey Way, van Ethal Rasiel. Dit zijn de zeven stappen:
- Definieer je probleem: maak een duidelijke formulering van de vraag die je probeert te beantwoorden.
- Structureer je probleem: creëer een issue tree en bedenk hypotheses.
- Rangschik de issues: bepaal waar oplossingen de meeste impact hebben.
- Maak een werkplan: besteed je tijd aan de belangrijkste issues en bepaal hoe je de hypotheses gaat testen.
- Analyseer je data: gebruik data van interne en externe bronnen om je vragen te beantwoorden.
- Combineer bevindingen: maak connecties en verbreed je manier van denken om tot de beste oplossingen te komen.
- Communiceer: vertaal je oplossing in een concreet plan en communiceer je aanbevelingen.
Een geweldige manier om hier meer over te leren is het volgen van de gratis Edx.org cursus ‘Analytical Problem Solving and Design Thinking’. Het framework van McKinsey & Company wordt hierin ook besproken.
De beste ideeën ontstaan bewust en onbewust
De beste ideeën ontstaan dus vaak op een onverwacht moment, zoals onder de douche, maar kunnen ook systematisch ontstaan door bijvoorbeeld de zeven stappen van McKinsey & Company door te lopen. De belangrijkste factor om insights te krijgen, is het uitvoerig bezig zijn met het probleem, zodat je bewust – of onbewust – alle mogelijkheden afgaat.
Wetenschappelijke bronnen
Maier, N. R. (1931). Reasoning and learning. Psychological review, 38(4), 332.
Ohlsson, S. (1992). Artificial instruction: A method for relating learning theory to instructional design. In Adaptive Learning Environments (pp. 55-83). Springer Berlin Heidelberg.
Interessant om hier wat meer over te weten te komen!
Erg interessant artikel! Creativiteit ontstaat inderdaad door diverse factoren en is moeilijk om te sturen. Zeer handige tips om het systematisch aan te pakken!
Leuk artikel! En idd, onder de douche krijg je vaak goede ideeën. Leuk om dat eens verklaart te zien worden 🙂
Interessant artikel! Leuk hier nu wat meer over te weten.
Hi Maaike, interessant, dank je wel!
Ik heb nog een aanvulling die wellicht extra inzicht biedt.
Naast de psychische theorieën die je benoemt, is er ook een fysieke oorzaak. Elk mens kan in een van twee fysieke ‘basisstaten’ verkeren: ‘fight or flight’ en ‘eat and relax’. En dat heeft invloed op het functioneren van je hersenen.
In de eerste wordt al je bloed richting je armen en benen gestuurd: je moet vechten of vluchten. Dat was vroeger hartstikke zinvol, als er opeens een leeuw voor je kon staan. Dan had je geen tijd om na te denken, je moest alleen beslissen of je zou vechten of vluchten.
De andere staat is ‘eat and relax’. In die staat lagen we vroeger bij het kampvuur om bij te komen en te eten… al je organen worden goed voorzien van bloed, inclusief (en dat is belangrijk) je hersenen.
In de huidige tijd leven de meeste mensen 90% van hun wakkere tijd in ‘fight or flight’: druk op het werk, stress, zo veel te doen, etc. De hersenen worden dan niet echt voorzien van bloed en dus zuurstof. En dus functioneren ze maar op halve kracht.
Onder de douche kom je als vanzelf in ‘eat and relax’: daar zorgt het weldadige warme water wel voor! Et voilà: er gaat een goede dosis bloed naar de hersenen. Die op volle kracht zullen functioneren om je bewuste en onbewuste gedachten te verwerken.
Eureka! 🙂
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!