Wim de Bie: “De vrijheid van internet maakte me euforisch”
Over één ding is Wim de Bie volstrekt helder: Van Kooten en De Bie zullen niet terugkeren op televisie. Die tijd is geweest. Maar het is wel een mooi moment om al het materiaal uit het verleden zo goed mogelijk opnieuw aan te bieden. Via een eigen YouTube kanaal: Het Koot&Bie-kanaal. Niet dat er hiervoor niks van het beroemde duo op internet terug te vinden was. “Maar daar hadden we part nog deel aan. Dat zijn illegale videootjes, soms middenin scenes geknipt, rommelig, slechte kwaliteit. Van fans, dus we nemen aan met goede bedoelingen. Maar we zijn nu bezig ons verleden in kaart te brengen en toen dachten we: die filmpjes moeten ook op een goeie manier toegankelijk worden. Op een manier waar wij zelf de hand in hebben, zodat wij bepalen wat en hoe.”
Er zijn twee dingen die daarbij opvallen: de video’s worden gedoseerd toegevoegd en de inhoud wordt deels ontbundeld: typetjes krijgen hun eigen subkanaal. “We hadden er honderden video’s tegelijk op kunnen zetten, maar we vonden het leuk om het te laten groeien. Om onderweg te kijken wat er gebeurt en of het bijgestuurd met worden.” Op dit moment worden ook volledige uitzendingen van Keek op de Week toegevoegd, 112 afleveringen van een programma dat vanaf 1988 vijf jaar liep.
“Echt rechtstreeks commentaar op het nieuws, vaak meteen aansluitend op het journaal. De Ster-blokken werden er voor uitgesteld. Dus eerst de nieuwslezer en dan kwamen wij er meteen in. Terwijl dat journaal aan de gang was, stonden wij te smoezen: jij zegt dit en dan wham erin.” Die actuele context van destijds moet nu soms worden uitgelegd om de uitzendingen te kunnen begrijpen. Toch wordt De Bie gelukkig van deze manier aanbieden. “Het zet mij nu aan om te denken: we moeten meer hele uitzendingen erop zetten. Dat is wel zo leuk, ook al is het de actualiteit van 30 jaar geleden. Laat maar horen, laat maar zien.”
“Door de vrijheid die we hebben gehad, hebben we ons kunnen ontwikkelen”
Van Kooten en De Bie maakten hun programma’s in een tijd dat televisie nog grote vrijheid kende. “Wij zeiden: we willen volgend seizoen drie uitzendingen van 3 uur maken en dan zei de VPRO-leiding ‘fantastisch idee daar maken wij ruimte voor’. Dat is ongekend, daar moet je nu niet meer mee aankomen, dat kan niet meer.” Om die deden kan De Bie zich goed voorstellen dat, wanneer van Kooten en De Bie vandaag de dag opnieuw zouden beginnen, hij eerder zijn toevlucht tot internet zou nemen en televisie links zou laten liggen.
“Dat kan ik me heel goed voorstellen, omdat als je nu met een idee bij de VPRO komt en de VPRO het goed vindt, eerst het netmanagement moet worden ingelicht. Dan moet alles vastliggen: het doel, de inhoud, de kijkcijfers. Dat zou voor ons onmogelijk zijn. Door de vrijheid die we hebben gehad, hebben we ons kunnen ontwikkelen. Wij kregen echt de vrije hand, we zijn zo verwend. We mochten jarenlang in een speeltuin rond darren. En je zou kunnen zeggen dat die speeltuin er nog steeds is, op internet.”
Internet was ook het medium waarop De Bie zich profileerde nadat het duo van televisie verdween. “In 1998 ben ik echt met internet begonnen, toen is het duo uiteen gevallen: Kees ging schrijven en ik bleef bij de media.” Op het internet. “De VPRO zag dat als een volwaardig medium. Ik bleef mijzelf ook gewoon programmamaker noemen: ik was programmamaker, alleen maakte ik inhoud op internet.”
De Bie organiseerde een maatschappelijk debat over de toekomst. “In mijn kantoortje hing een webcam, zodat men kon zien dat de aanjager van het debat druk aan het werk was. En ik weet dat ik dan elke ochtend om 9 uur met een soort actueel grapje wilde beginnen, dat ging op een flipover. De streaming was op dat moment maar 1 plaatje per 30 seconden, dus ik zette het echt in scene. Op het eerste plaatje las ik de krant in mijn hokje in de tuin, dan nadenken, dan een eerste zin op de flipover, dan weer in de krant. Zo had ik een paar minuten tot een eindplaatje en dat bleef de hele dag staan. Zo primitief was het toen nog! Maar ik vond het toen al geweldig.”
“De archivering vertoont gaten”
Daarna volgde in 2002 Bieslog. “Dat was een openbaring. Dat leidde bij mij tot euforie die jaren heeft geduurd. Als het met Kees een feest was om iets te maken, dan was dit een afterparty. Ik hoefde me nergens meer aan te houden. Het hoefde niet satirisch, maar mocht wel en het kon overal over gaan, ook autobiografisch.”
“Bij televisie was het altijd een satirisch programma en een jaar van tevoren wist je wat je uitzendtijden waren. Dit was zo’n vrijheid: ik kon het overal over hebben. Over een film die ik had gezien of een boek dat ik had gelezen, apparaten die ik heb gekend, een soort geschiedschrijving aan de hand van apparaten. Maar soms ook wel typetjes, wel satire. Dat was de grote openbaring, dat al die terreinen samen konden komen op één web.”
De Bie zocht voortdurend naar nieuwe vormen met maar twee spelregels: het moest dagelijks en persoonlijk zijn. Hij was één van de eersten die op pad ging met een rugzak met daarin een videocamera, een fototoestel en een opname apparaat waarmee hij alles zelf kon vastleggen en uploaden. “Ik was een soort missionaris aan het worden, zo geladen was ik, want ik liet met die rugzak zien hoe eenvoudig het kon zijn. Ik werd uitgenodigd voor lezingen hierover, bijvoorbeeld op een bijeenkomst van correspondenten van het NRC, want dit was de toekomst.”
Dat zijn publiek kromp van een miljoenenpubliek naar in het begin maar enkele tientallen bezoekers, maakte de Bie niks uit. “Of er een miljoen staat of 5, dat maakt niks uit. Je schrijft een stukje en dat probeer je zo goed mogelijk te doen en dat is het dan, dus nee, nee, nee kijkcijfers.”
In mei 2008 was het klaar. De eerste teksten van Bieslog op Blogger zijn nog wel online terug te vinden, maar zijn jaren VPRO inclusief beeld- en geluidsfragmenten zijn verdwenen. “Ik heb dat nu drie keer meegemaakt. Ik kwam begin jaren 60 bij de radio, van die hele periode is weinig bewaard. Ik kwam bij de televisie en ook daar werd veel weggegooid: Ampexbanden die zijn zo duur. En nu gebeurt het weer, dat is toch heel merkwaardig. We hebben er niet op gelet dat het wel eens heel belangrijk zou kunnen worden in de geschiedschrijving. Dat is geloof ik een algemene klacht: de archivering vertoont gaten.”
Aan De Bie ligt het niet, hij heeft alles bewaard: “Teksten, recensies, foto’s, rekwisieten hier en daar, alles is bewaard. Een gigantische berg papier en spullen.” Dus wie weet als straks alles op YouTube klaar staat en er tijd over is voor de digitalisering.
En wie snakt naar nieuw materiaal: Wim de Bie is te volgen op Twitter en hij heeft net een nieuwe iPhone6+ gekocht. “Die rugzak met spullen, dat is nu natuurlijk je telefoon. Het blijft mooi dat je in de trein zit en iets ziet waar je iets over kunt schrijven. Je neemt een foto, schrijft erbij en zendt het vanuit die trein uit. Dat verbaast mij nog steeds. Je zendt er echt mee uit. Je kunt er alles mee doen.”