De 7 bouwstenen van het sociale web
Hugo Raaijmakers verwees in zijn verslag van IA Summit al naar een workshop van informatie-architect Gene Smith waarin de social software building blocks werd gepresenteerd op basis van het honeycomb model van Peter Morville.
Smith onderscheidt daarbij de volgende 7 bouwstenen voor het sociale web:
- Identity: a way of uniquely identifying people in the system.
- Presence: a way of knowing who is online, available or otherwise nearby.
- Relationships: a way of describing how two users in the system are related (e.g. in Flickr, people can be contacts, friends of family).
- Conversations: a way of talking to other people through the system.
- Groups: a way of forming communities of interest.
- Reputation: a way of knowing the status of other people in the system (who’s a good citizen? who can be trusted?).
- Sharing: a way of sharing things that are meaningful to participants (like photos or videos).
Aardig is dat Smith op basis van dit model web 2.0 applicaties als Flickr, Twitter en Digg heeft geclassificeerd.
Ik mis het showing off een beetje, in andere woorden: Andy Warhols 15 minutes of fame. Heel veel mensen zitten op een web 2.0 site om te laten zien hoe leuk/goed/knap ze zijn. Eventueel zelfs met een toekomstig financieel of relationeel motief. YouTube komt met zijn slogan daaraan helemaal tegemoet: Broadcast yourself.
Reputation komt daarbij in de buurt, maar showing off of een iets positievere benaming is nog wel nodig als bouwsteen.
Goed punt; wellicht inderdaad de combi van presence, identity en reputation!?
”Showing off” is inderdaad zeer belangrijk, in onderzoeken wordt de term ”self-publishing” ervoor gebruikt. Het betreft simpelweg de behoefte en mogelijkheid jezelf te ”etaleren” middels je profiel en alles wat er aan gekoppeld is aan eigen content.
Ik kende het Honeycomb model niet Fantastisch! Erg mooi om het zwaartepunt aan te geven van anything zeg maar. Ga ik zeker gebruiken.
Wat betreft de invulling..Ik vind relationship een beetje slap(obvious) Misschien social status/capital? Voor de rest top!
Showing off is als je het mij vraagt een combinatie van identity, groups, presence en reputation. Iemand laat zijn immers zijn identiteit zien aan een groep probeert een identiteit in een groep te krijgen (probeert zich wellciht online een andere identiteit aan te meten dan de werkelijke identiteit, al dan niet met een financieel of relationeel motief). Die persoon wil online een bepaalde reputatie opbouwen door aanwezig te zijn op die sociale websites (in tegenstelling tot wat er in real life gebeurt). Op het web kunnen ze hun wensen/behoeften wat makkelijker realiseren dan in real life. Waarom willen mensen een second life… omdat dat waarschijnlijk spannender is dan hun first life. Ik denk dus dat er geen aparte bouwsteen nodig is voor showing off, maar dat dit heel goed te classificeren is met het bestaande model.
@ Pawel,
Precies het woord dat ik zocht: self publishing.
@Caroline,
Eens dat je het kan verklaren uit de andere termen, maar het gaat imho om het belang van het aspect. In veel gevallen is het groter dan onderdeel uitmaken van een groep of het onderhouden van een relatie (die ook weer wederzijds verbonden zijn).
De sterkste en krachtigste modellen zijn de simpelste modellen (vind ik). Als je teveel dingen gaat toevoegen, dan wordt het model er niet beter op. Je zou bij een analyse het belang van bepaalde aspecten kunnen benadrukken door middel van kleuren. Erg belangrijk rood, gemiddeld belangrijk geel, nog minder belangrijk groen, niet van toepassing wit. Of zoiets…. 🙂
Handig modelletje.
Het is daarentegen wel specifiek een social software building blocks model, bedoeld voor information architects. En daarom wellicht wat minder handig voor marketeers, die eerder denken in wat mensen willen doen dan in welke software je daarvoor nodig hebt.
Vanuit menselijk oogpunt is het ‘showing off’-aspect wat Gijsbregt aanhaalt inderdaad heel belangrijk. En dat ligt weer heel dicht op, of zelfs half over, Raimo’s ‘social status / capital’.
Ik mis zelf expressie trouwens..
oops zelfexpressie
“I’ve found these building blocks to be a good conceptual framework for understanding social software. With these in hand we can start to look at how people use these systems to satisfy their personal and social goals”
Ik denk dat Gene Smith wel degelijk de intentie heeft gehad om een conceptueel framewerk te maken om het begrip social software te onderzoeken op waarden. Het wordt me in ieder geval niet helemaal duidelijk waar ie het over heeft. Volgens mij dacht ie gewoon stiekem in een verveeld uur, laat ik dat model van Morville eens nemen en wat met woorden goochelen.
Smith laat ook een aantal elementen overlappen, zoals relationships en identity en groups en sharing. Dat zijn in mijn ogen geen afgebakende gebieden. Waar is de glue in dit model? En inderdaad, waar is zelfexpressie of (co)creatie? en waar is erkenning (rating/rewarding/x-factor etc). Want neem je YouTube of Second Life onder de loep met dit model missen er toch wat elementen.
En de kleurtjes van de onderzoeksresultaten zie ik nergens verantwoord.
Gezien de belangstelling voor het model en anderzijds de terechte kritiek, misschien aardig om met een aangepast model te komen dat we hier publiceren en bediscussieren? Wie komt met voorstel?
@Carl: Als je het zo bekijkt is het inderdaad een software benadering. Maar als je het omdraait, je kunt vanuit marketing/insights kijken waar je heen wilt met je merk of je campagne. Op basis van die ideeen kun je wellicht wel invulling en zwaarte geven in het model en op basis daar van je eigen sociale applicatie maken rondom je campagne. Een goede samenwerking tussen marketeer en interaction/information architect is dan ook van essentieel belang
In eerste instantie was ik net als Caroline vooral gecharmeerd van de eenvoud van het schema, zeker als je wat services naast elkaar zet zoals hierboven.
Maar ‘identity’ dekt nu de technische identificatie van een uniek persoon, maar ik mis ‘identity’ als uitstraling/profilering. Daar kun je het showing off, motivatie, expressie etc. in plaatsen denk ik. Zo blijft het een schema dat in een oogopslag de verschillen tussen diverse social sites kan overbrengen. Naar relatieve buitenstaanders kan dit erg waardevol zijn. (Beoogde toepassing van het het schema is uiteraard ook een factor.)
Vraag me trouwens af waarom in het schema ‘sharing’ bij Twitter wordt opengelaten?
Ik geef les en eet modellen voor ontbijt. Modellen zijn net als gedichten verdichtingen van de werkelijkheid. Je kunt het er niet mee oneens of eens zijn. Modellen zijn misschien wel compacte sprookjes, als je wilt. Modellen moeten de schijn hebben waar te zijn net als wand spreuken. Modellen met meer dan 3 entiteiten en onderlinge relaties zijn meestal te complex om echt te beklijven. (Doe even je ogen dicht en vraag je af of je het honeycomb model morgen na 3 bier nog weet te reproduceren. De reden waarom iedereen het vermaledijde AIDA nog steeds kent.) Voeg daar aan toe te schijn van omvattendheid (comprehensiveness) de schijn van herkenbaarheid (bekende kreten in een ander volgorde). Eredivisie modellen doen daarboven op de suggestie van voorspellingen (falsifieerbaarheid) zonder echt controleerbaar te zijn. E=mc2 voldoet bijvoorbeeld aan al het bovenstaande. Dit model scoort een 6,5 ofzo. Blijft over dat je modellen kunt waarderen om hun schoonheid, aantrekkelijkheid, charme en beter-dan-wat-we-hadden. Net zoals de Pussycat Dolls dus.
@Marco “The search for Marketing Facts Next Top Model” Ik doe mee! Kan de IAB de wedstrijd sponsoren? Hoe moet ik inleveren?
Wat goed Ant, ik vond alleen het schema zelf, op deze manier veel helderder. En redelijk volledig.
Challenge mag er wat mij betreft zeker aan toegevoegd worden, het x-factor element.
13) Challenge: We know our purpose, now we can meisure and distinguish
op zich zelfstaand of niet? ik twijfel maar toch is ie als extra factor belangrijk als succesformule binnen social communities
ik ben erg blij met dit artikel, dit is precies waar ik naar op zoek was! Jammer dat deze social software building blocks niet worden toegepast op Nederlandse sites. Ook mis ik gegevens over de doelgroep , hoe oud is de bezoeker van een community en hoe vaak bezoekt hij deze? zijn het voornamelijk vrouwen die zich willen uiten op een community of zijn het werknemers die tijdens hun werkdag uit hun neus zitten te eten?
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!