Jaarboek De digitale Generatie

15 mei 2006, 06:28

Vandaag wordt de vierde editie van het Jaarboek De Digitale Generatie aangeboden aan minister Brinkhorst van Economische Zaken. Uit dit Jaarboek blijkt dat ongeveer de helft van de jongeren zich op internet min of meer regelmatig anders voordoet dan ze in werkelijkheid zijn. Zo’n 5 tot 10% van de tieners vertoont tekenen van internetverslaving en gamers blijken socialer dan gedacht. Ze ontmoeten elkaar regelmatig on- en off-line om elkaar in te wijden in de geheimen van het spel en zo hun eigen wereld te creëren. Verder blijkt dat jongeren elkaar op MSN even vaak treffen als in het echt (bijna 4x per week) en dat het internetgebruik van allochtone jongeren achterblijft bij dat van autochtone jongeren.

Het Jaarboek, dat verschijnt bij uitgeverij Boom, is een samenwerkingsproject van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Rathenau Instituut en het programma ‘Maatschappij en de Elektronische Snelweg’ van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO-MES). Onder redactie van dr. Jos de Haan (SCP) en drs. Christian van ‘t Hof (Rathenau Instituut) gaat een aantal wetenschappelijke onderzoekers nader in op het doen en laten van jongeren in de virtuele ruimte.

Veel identiteitsexperimenten

Bijna driekwart (72%) van de negen- tot twaalfjarigen geeft aan dat zij zich wel eens anders voordoen op het internet. Van de dertien- tot veertienjarigen zegt ruim de helft (53%) zich anders voor te doen, terwijl ruim een kwart (28%) van de vijftien- tot achttienjarigen op het internet van identiteit wisselt. Een deel van de jongeren wijkt in hun experimenten sterk af van hun eigen identiteit: één op de tien kiest bijvoorbeeld een ander geslacht, en één op de twintig doet zich voor als een persoon uit hun omgeving. Veel jongeren beperken zich echter tot experimenten die dichter bij hun eigen identiteit staan. Ze presenteren zichzelf bijvoorbeeld mooier, flirteriger of stoerder dan ze werkelijk zijn.

Voor het grootste deel van de jongeren heeft dit positieve gevolgen, zoals vriendschap, verkering, meer zelfvertrouwen. Een klein deel van de jongeren wordt er juist ongelukkiger door, omdat ze getreiterd worden

Internetverslaving

Eén op de tien jongeren heeft last van ‘internetverslaving’ wat betekent dat deze jongeren langer dan 16 uur per week internetten en het gevoel hebben niet meer te kunnen stoppen. Vaak blijken eenvoudige oplossingen voldoende: de pc binnen het gezichtsveld van een ouder plaatsen of een wekker neerzetten die de toegestane on-line tijd aangeeft.

Providers aan de haal met digitale producten van jongeren

Jongeren zijn niet alleen mediaconsumenten, maar produceren zelf ook steeds meer. Ze verbouwen hele games on line, maken nieuws op hun weblogs en laten foto’s, filmpjes en andere producties achter op profielsites en vriendennetwerken. Vaak vergeten ze de gebruiksvoorwaarden, die Google, Microsoft of een andere netwerkbeheerder de mogelijkheid bieden zich de producties toe eigenen. Wordt de jonge fotograaf alsnog beroemd, dan zal die tot zijn schrik bemerken dat aan provider moet betalen voor zijn eigen foto’s.

MSN, chatten en gamen

Zowel in frequentie als in tijdsduur is MSN de meest gebruikte on-line applicatie. Jongeren van 13-15 jaar MSNen bijna allemaal, meer dan de helft doet het dagelijks. Gemiddeld MSNen ze met vrienden 4 keer per week. Dat is evenveel als “elkaar echt zien”. Gamen vindt steeds meer on-line plaats. Niet alleen on-line maar ook off-line is een geheel eigen game- cultuur ontstaan waar spelers hechte banden aangaan en elkaar inwijden in de geheimen van het spel.

Internetgedrag allochtone jongeren

Van de autochtone jongeren heeft 91% procent thuis een inter­netaansluiting, tegen 80% van de Surinaamse en Antilliaanse jongeren, 68% van de Turkse en 64% van de Marokkaanse jongeren.

Marok­kaanse jongeren weten hun geringere internettoegang thuis enigszins te compenseren door relatief veel digitale activiteit in het internet­café, op school en op het werk.

Verreweg de meeste allochtone jongeren communiceren in e-mailverkeer en site-bezoek zowel binnen als buiten de eigen groep: ze hebben zowel contact met autochtonen als met andere allochtonen. Minder dan 1 op de zes allochtone jongeren communiceert vooral binnen de eigen groep, minder dan 1 op de tien e-mailt vooral in de eigen taal en slechts 1op de twintig bezoekt voornamelijk sites van de eigen cultuur.

Leerwinst leerlingen, digitale achterstand leraren

De effecten van ict-gebruik bij leerlingen komen tot uitdrukking in meer leren, sneller leren, met meer plezier leren en zichzelf succesvoller voelen. Deze leerwinst is toe te schrijven aan betere computervoorzieningen in het onderwijs, verbeterde kwaliteit van computerprogramma’s en toename van de ict-vaardigheden bij leerlingen.

De achterstand van leraren ten opzichte van leerlingen, wat betreft de technische kennis van computers en internet is niet meer te overbruggen. De leraren kunnen de leerlingen echter wel bijbrengen hoe zij on-line met elkaar moeten omgaan en hoe ze bijvoorbeeld informatie van internet op waarde moeten schatten.

Bron: Persbericht SCP (via: mediaonderzoek.nl)

Marco Derksen
Partner bij Upstream

Oprichter/partner Upstream, Marketingfacts, Arnhem Direct, SportNext, TravelNext, RvT VPRO, Bestuur Luxor Live, social business, onderwijs, fotografie en vader!

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!