Wat doet en wil de breedbandgebruiker?

17 februari 2008, 12:01

{title}Onderzoeksbureau Dialogic deed in opdracht van KPN, de ministeries van EZ en OCW, het Stimuleringsfonds voor de Pers en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel onderzoek naar de rol die breedbandinternet op dit moment speelt in het dagelijks leven. 1486 respondenten vulden een bruikbare online enquête in.

Het heeft geresulteerd in een lijvige eindrapportage (108 pagina’s: ‘Breedband en de gebruiker 2007’) zie hier de samenvatting (4 pagina’s, pdf). Uitgangspunt voor de rapportage, die al sinds 2001 wordt uitgevoerd, vormen de snelle ontwikkelingen in de techniek achter internetverbindingen. En de mogelijke impact van de snelheid en beschikbaarheid van die verbindingen op de gebruiker. ‘Wat doet en wil de consument nu eigenlijk?’ vragen de onderzoekers zich af.

Thema’s

Het onderzoek richt zich op thema’s als mediawijsheid, online nieuws, cultuur, winkelen, gezondheidszorgtoepassingen en gemeentelijke diensten. Het belangrijkste richtpunt: de gebruiker. Meer dan de helft van die gebruikers leeft in een huishouden waar de internetverbinding het grootste gedeelte van de dag ‘aan staat’.

Een aardig gegeven, uit de samenvatting: ‘Toepassingen waar een breed publiek gebruik van maakt, vereisen niet per se de capaciteit van breedbandaansluitingen.’ Email is nog steeds de populairste bezigheid.

Tv-uitzendingen

Maar: waar internet gebruikt wordt voor entertainment, daar is de verbinding wél van belang. Gaming is belangrijker aan het worden in het dagelijkse leven (ook vrouwen doen dat steeds meer), het downloaden van muziek blijft populair en, in tegenstelling tot voorgaande jaren, is het bekijken van tv-uitzendingen nu ook bij een grote groep doorgebroken.

Papieren krant

Van de respondenten zegt 37 procent alleen nog maar nieuws via internet te bekijken en niet meer in een papieren krant te lezen (geen abonnement meer). Uit de samenvatting: ‘Nieuws door “gewone” burgers wordt door een derde gelezen, maar minder goed geacht dan nieuws door professionele journalisten.’

In meer dan een kwart van de gevallen wordt het ‘papieren nieuws’ uit een krant waar men een abonnement op heeft, aangevuld met online nieuws van een andere krant. De respondenten die online nieuws consumeren zijn niet bereid te betalen voor extra informatie zoals foto’s of achtergrondinformatie op internet. Kortom: gratis is de norm, merkentrouw staat op de helling. Niet verrassend, wel belangrijk.

Online winkelen

Online winkelen is populair onder Nederlanders (dat kwam eerder al naar voren in deze posting: ‘Trend: Slechte parkeermogelijkheden? Meer online modeshopping’). Uit het onderzoek van Dialogic blijkt dat 59 procent soms online shopt, 13 procent doet dat vaak. Een lagere prijs en het gemak zijn de hoofdredenen om online te kopen. Ook de mogelijkheid om vergelijkingen te maken op product, kwaliteit en prijs wordt als belangrijk ervaren. Voor 72 procent van de ondervraagden spelen recensies van andere gebruikers een rol.

Glasvezel

De consument blijkt slecht op de hoogte van de verschillen tussen kabel, adsl en glasvezel. Dat blijkt wel uit de voorgelegde vraag of men zou kiezen voor glasvezel als het in de wijk werd aangeboden; voor de helft van de respondenten is dat onduidelijk. Maar: ‘Toch heeft een groot deel wel het gevoel dat men glasvezel moet hebben om flexibel te zijn in de toekomst. Overstappen naar een andere verbinding overweegt men overigens alleen als het goedkoper en sneller wordt.’

Lees het hele rapport hier.

Van april 2007 tot juni 2011 was ik freelance editor/ communitymanager / hoofdredacteur bij Marketingfacts. Tussendoor werkte ik bij Insites Consulting, IDG Nederland, Saatchi&Saatchi;/Leo Burnett (voor Samsung) en voor onderzoeksbureau WUA. Vanaf 1 november 2021 vorm ik samen met Luuk Ros de hoofdredactie van Marketingfacts.

Categorie
Tags

2 Reacties

    Rick

    Ondertussen leggen verschillende studies het percentage P2P traffic tussen de 50 en 85 procent, een verschijnsel dat door dit rapport grotendeels wordt genegeerd, en verder gebagatelliseerd.

    Mooi voorbeeld van de totale cluelessness van de opstellers mbt P2P: “ook het uitwisselen van televisie-uitzendingen staat nog in de kinderschoenen; maar 2% doet dit bijvoorbeeld via Joost of Tribler”.

    Tribler wordt zelfs in Nederland nauwelijks gebruikt, maar televisie-uitzendingen uitwisselen via Joost? Gimme a break.

    Dit rapport is geschreven door mensen die zelfs de klok nauwelijks hebben horen luiden, laat staan dat ze enig idee hebben waar de klepel zich bevindt.


    18 februari 2008 om 09:14
    Henk

    Het is zonder enige twijfel waar dat een groot gedeelte van het internetverkeer wordt gegenereerd door P2P. De mate waarin dit gebeurt is echter moeilijk te meten, percentages van 30% tot 80% vliegen je om de oren. Maar wat veel belangrijker is, is het feit dat P2P verkeer vele malen data-intensiever is dan regulier internetverkeer. Het downloaden van één aflevering Friends, Lost of Prison Break staat -qua data intensiteit- gelijk aan uren lang internetten, mailen en Skypen. Ergo, een beperkt aantal gebruikers kan een groot beslag leggen op het netwerk.


    18 februari 2008 om 15:54

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!