De toekomst van de gezondheidszorg kwam kijken in Parijs: Health 2.0

14 april 2010, 05:04

De patiënt van vandaag is niet meer de patiënt van gisteren. Zo is ook de dokter veranderd, de verzekeringsmaatschappij en de toeleverancier van geneesmiddelen. Ergo, de hele gezondheidszorg staat op z’n kop. Althans, dat doet de organisatie van Health 2.0, of ‘Gezondheidszorg 2.0’ ons op het gelijknamige congres in Parijs geloven. In een volle zaal in het Parijse universiteitencomplex werd op 6 en 7 april naar goed voorbeeld van de congressen in de US voor het eerst een Europees-georiënteerd Health 2.0 congres gehouden. DigiRedo doet exclusief voor Marketingfacts verslag.

Tegenwoordig is het natuurlijk helemaal ‘hot’ om ergens 2.0 achter te plakken. De daadwerkelijke betekenis van 2.0 ligt vaak verscholen in de fundamentele verandering tussen toeleverancier (gezondheidszorg) en consument (patiënt). Health 2.0 wordt daarom dan ook wel ‘Participatory Healthcare’ genoemd, volgens Matthew Holt, één van de oprichters van Health 2.0. Het bestaat uit 4 elementen:

– Gepersonifieerd zoeken

– Communities

– Intelligente online instrumenten

– Integratie van data met content

Al in de jaren 70 werd de basis gelegd voor Health 2.0, waarbij met name bepaalde vrouwengroeperingen zich afzetten tegen de gevestigde gezondheidszorg en meer openheid van zaken eisten. Deze fase werd ook wel getypeerd als ‘Consumer Activism’. In de jaren 80 veranderde dat beeld en de ‘Engaged Patient’ deed haar intrede. Men was veel meer betrokken bij het hele proces van ziektebegeleiding en de aanbieders van gezondheid dienden zich hiernaar te conformeren. In de jaren 90 ontstond de ‘Online Patient’, welke na de internet bubble gedoemd was een zachte dood te sterven. Figuurlijk gesproken dan. Niets was minder waar. Met de komst van Web 2.0 is deze patiënt meer ‘super-connected’ en ‘mega-informed’ dan ooit. Men laat zich dus niet zomaar iets voorlichten als het om de gezondheid van zichzelf of de naasten gaat.

Iedereen die het nieuws de laatste tijd heeft gevolgd weet dat de gezondheidszorg in de US anders is dan in Europa. En dan niet alleen op het gebied van de gezondheidsverzekering maar ook op het gebied van ethiek en cultuur, regulering, businessmodellen en ‘leverancier’ van de gezondheidszorg (de staat of privé-klinieken bijvoorbeeld). Daarnaast kunnen we met z’n allen wel hopen dat Europa één is, in de werkelijkheid zijn er nog talloze verschillen waarvan de taalbarrière niet de minste is (altijd leuk op een congres in Frankrijk, Franse presentators die weigeren Engels te spreken). Ik was dus erg benieuwd hoe dit tot uiting zou komen in de verschillende presentaties.

Het format van Health 2.0 was overgenomen van de US-versie: voornamelijk paneldiscussies waarbij de panelisten 3.5 minuut kregen om hun dienst/platform/product/idee toe te lichten. Daarna volgde een discussie over het betreffende onderwerp. Zeven onderwerpen sierden het programma:

– Search and Content

– Patients and Online Communities

– Physicians and Online Communities

– Health 2.0 tools

– Hospitals, Payers and Health 2.0

– Pharma and Health 2.0

– Looking Ahead for Health 2.0

Op gezette tijden werd het publiek om een mening gevraagd die men middels een elektronisch stemmingskastje kon geven. Een aantal daarvan heb ik meegenomen (nee, niet die kastjes…) in het verslag. Tijdens de verschillende sessies kwam een overvloed aan instrumenten, diensten en platforms voorbij die ik zoveel mogelijk getracht heb te noteren. Aan het einde van deze blogpost vind je de links hiernaar. Doe er je voordeel mee.

Search and Content

Tijdens deze sessie ging het vooral om de huidige overvloed aan informatie op een slimme manier overzichtelijk te maken voor de gebruiker. Aggregatie is hierbij het toverwoord. Google voldoet daarin niet. Het is niet specifiek genoeg en daarbij niet ‘peer-reviewed’ (dus de zin van de onzin scheiden door mede-slimme-mensen). Als eerste presenteerde West Shell zijn platform ‘Healthline Networks’. Dit platform is als het ware drie diensten in één: een zoekmachine voor gezondheid en daarbij dus beschikbaar maken van content, een advertentienetwerk en een enterprise oplossing om gezondheidsinformatie aan te bieden aan bedrijven (ze partneren bijvoorbeeld met ABC news om via Health ABC News content aan te bieden). Dat je de geplaatste advertenties niet helemaal onder controle hebt blijkt uit het feit dat tijdens de demo een advertentie met twee ronde borsten getiteld ‘Happy Shaker’ vrolijk in het beeld verscheen. Tsja…

MedWorm kan gezien worden als de medische router van het internet”, volgens Frankie Dolan, Managing Director van het platform. Feitelijk aggregeert het meer dan 6,000 goedgekeurde RSS feeds en rubriceert deze in relevante onderwerpen. Zo kun je bijvoorbeeld de RSS feeds vinden van alle feeds die informatie verschaffen over een AIDS vaccin, of over de swine flu. Berci Mesko doet iets soortgelijks met Webicina. Deze pas afgestudeerde Hongaarse arts is bezig een stormachtige carrière te maken op het gebied van Health 2.0, Clinical Genomics en Personalized Medicine. Webicina en de daarmee gerelateerde peRSSonalized Medicine maakt echter wel onderscheid tussen de Medical Professional en de Empowered Patient, en de site dwingt je tot een keuze tussen beide. “Webicina gebruikt de informatie over gezondheidszorg beschikbaar via Social Media en maakt deze beschikbaar. Denk hierbij aan podcasts, blogs, YouTube video’s”, aldus Mesko. Later vroeg ik hem hoe hij de kwaliteit waarborgt van de content. “Wij hebben een team van specialisten die nieuwe feeds goedkeuren. Eénmaal goedgekeurd worden de posts van de betreffende RSS feeds direct doorgestuurd naar Webicina. Berci Mesko is een gepassioneerde Health 2.0 evangelist waar we ongetwijfeld nog veel van gaan horen.

In mijn optiek ligt er nog veel werk op het gebied van aggregatie. Aggregatie is het logische vervolg op de immense hoeveelheid informatie die wij zo langzamerhand op het internet hebben opgebouwd. Mensen willen keuzes maken maar willen niet door paginalange zoekresultaten scrollen. Men vertrouwt dus meer en meer op ‘professionals’ die een soort voorselectie maken. Ik verwacht echter dat de toekomst van deze services enigszins beslecht wordt door de komst van het semantische web; het web dat zelf ‘nadenkt’ over de zoekopdracht en resultaten oplevert op basis van ontologische rubricering. Een aardig voorbeeld daarvan is GoPubMed.org dat middels een semantische zoekmachine razendsnel relevante resultaten liet zien van een zoekopdracht door 19 miljoen artikelen in PubMed.

Pfizer’s Diepe Duik

De organisatie van Health 2.0 heeft veel aandacht besteed aan de sponsors. Op meerdere momenten werd er even hardop gememoreerd aan de bedrijven die Health 2.0 mede mogelijk gemaakt hebben. Tijdens de pauzes kregen een aantal sponsors de tijd om hun verhaaltje te doen. De eerste was Pfizer die in hun ‘Deep Dive’ uit te doeken deed welke activiteiten ze onlangs ontplooid hebben op het gebied van Mobile Marketing en dan met name, jawel, de iPhone. Onderzoek heeft aangetoond dat in Frankrijk 28% van de artsen een iPhone heeft en daarnaast 60% een iPod touch. Vandaar dat men bij Pfizer alweer een tijdje bezig is met podcast (maar dat kan ook op een niet-iPod/iPhone hoor). Pfizer had al de site Docteurwww.com waar ze naar 33,000 subscribers objectieve informatie zenden. Maar omdat er op de App Store reeds 3,200 medische applicaties beschikbaar (waarvan overigens 80% na 6 maanden door gebruikers verwijderd wordt van hun iPhone) wilde men hiervan wel een graantje meepikken. En zo ontstond DrMobile, BioTherapie, LesMeningo, HemoTouch en MonKronoSanté. Deze laatste app is een soort Health Record waarbij alle medische gegevens op bewaard kunnen worden. Deze gegevens kunnen dan gesynced worden met een desktop applicatie. Ook de dokter kan deze info inlezen, maar vanwege privacy gebeurt dat alleen op een lokaal netwerk. Pfizer heeft dus nooit toegang tot deze gegevens.

Alle apps van Pfizer zijn gratis. Geen toegang tot gegevens voor bijvoorbeeld marktonderzoek, gratis applicaties… “What’s in it for you?”, vroeg ik me hardop af. “Imagebuilding for the company”, wist Pfizer me te vertellen.

Patients en Online Communities

Als je ziek bent voel je je vaak alleen. Vandaar dat patiënten elkaar vaak opzoeken om op deze manier lief en leed te delen. Patiëntenverenigingen zijn daar een goed voorbeeld van, maar tegenwoordig is het natuurlijk veel makkelijker om jezelf online te organiseren. Er zijn vele communities waar patiënten met elkaar kunnen connecten, ervaringen kunnen delen en informatie over hun aandoening opvragen. In deze paneldiscussie waren een aantal grote spelers op dit gebied vertegenwoordigd. Jamie Heywood is de bijzonder uitgesproken en gepassioneerde oprichter van PatientsLikeMe, een site waar 45,000 patiënten op een groot aantal ziektegebieden data over hun ziekte bijzonder transparant uploaden (bijvoorbeeld medicijngebruik, ziekteverloop, bijwerkingen). De doelstelling van de site is om deze immense hoeveelheid data te aggregeren en terug te geven aan de community om zodoende de patiënten meer inzicht te geven in hun ziekteverloop. Want het helpt niet alleen als je weet dat jij niet de enige bent met bepaalde verschijnselen, je ook kunt leren van andere therapieën. Voor farmabedrijven is dit interessant om op deze wijze meer inzicht te krijgen in het gebruik van hun medicijnen. Vandaar dat UCB en onlangs Novartis een samenwerkingsverband zijn aangegaan met PatientsLikeMe. Natuurlijk ziet men daar dan weer de gebruikelijke beren op de weg. Jamie Heywood heeft daar een kortdaad antwoord op: “Stop being philosophical and just start doing it”. Uiteindelijk was 60% van het publiek het eens dat zelf-gerapporteerde data de klinische kennis inderdaad kan verhogen.

Van een heel andere orde is iWantGreatCare. Op deze site kun je heel eenvoudig je dokter, tandarts, apotheek en medicijn ‘raten’. De reacties van de professionele gezondheidszorg waren op z’n minst verdeeld positief over dit initiatief. Reacties varieerden van ‘I definitely don’t like this’ tot ‘Great!’. Maar voor Health Care Professional (HCP) die zich richt op kwaliteitsverbetering is dit een uitkomst. iWantGreatCare geeft voor hen de mogelijkheid hun review middels een widget op hun eigen website te plaatsten. Uiteindelijk vond 85% van het publiek dat het geven van ratings inderdaad gedrag verandert en diensten verbetert. Daar was de oprichter van iWantGreatCare, Neil Bacon, het roerend mee eens en hij sloot sloot zijn betoog dan ook af met de historische woorden van Pasteur: “Worship the spirit of criticism”.

Artsen en Online Communities

Veel professionals gebruiken LinkedIn voor hun zakelijk online netwerk. Maar voor veel beroepsgroepen is dit niet specifiek genoeg. HCP’s is zo’n groep en een aantal aanbieders is in dit gat gesprongen. Sermo, Doctors.net, doc2doc, Neurosurgic en Santé Log zijn allen platforms waar de HCP zijn of haar ei kwijt kan op een bepaald vakgebied, collega’s virtueel kan opzoeken, specifieke informatie kan vinden en relevante ervaringen delen. Sommige van deze platforms zijn ontstaan vanuit de beroepsgroep zelf (Sermo bijvoorbeeld), anderen vinden hun oorsprong in een gerelateerd vakgebied (doc2doc bijvoorbeeld, dat is ontstaan vanuit BMJ, een grote uitgever van medische literatuur). Allemaal dienen ze één doel: het verbinden van artsen met elkaar, gebruik makend van social media instrumenten zoals blogs, aggregatie van relevante informatie en forums.

Interessant hierbij is natuurlijk hoe deze platforms geld verdienen. Het publiek had al een oordeel geveld: 35% vond dat de artsen zelf een lidmaatschap moest betalen, 25% vond dat de wetenschappelijke maatschappij maar haar steentje moest bijdragen en tot slot vond 18% dat de farma dat maar moest doen (maar deze laatste groep mocht zich dan verder nergens mee bemoeien). Een aantal van deze communities zijn dan ook deze samenwerkingsverbanden aangegaan met farma, waarbij Sermo en Pfizer wel het meest bekende voorbeeld is. Pfizer heeft inzicht in (anonieme) gegevens van gebruikers en hoopt zo meer inzicht te krijgen in haar doelgroep. Medting had een heel ander businessmodel: door het verkopen van de platformtechnologie (zogenaamde ‘white-labeling’) hoopt zij een bestaansrecht op te bouwen. Overigens bleef dit initiatief niet onopgemerkt bij een aantal andere aanbieders waaronder Docters.net waarvan de CEO mij later vertelde dat zij soortgelijke plannen hadden.

Instrumenten in Health 2.0

De tweede dag begon lekker praktisch. In een sneltreinvaart werden er 10 Health 2.0 instrumenten gepresenteerd in de categorieën ‘Direct consumer use of tools for Welness and eCommerce’, ‘Online care interactions with clinicians’ en ‘Tools using the emergent data utility layer’. De voorwaarden voor deze instrumenten, volgens Holt, zijn “Gepersonaliseerd, analytisch, beslissingsondersteunend en zorg dragen voor transacties.” Ja, daar kan je wat mee.

In de eerste categorie was ook UK Preventive Medicine. Volgens Fred Goldstein, President, een “APK voor gezondheid”. Middels deze site kun je een plan opstellen en een toolkit samenstellen om je gezondheid in goede banen te leiden. Werkgevers zijn er dol op omdat het bij goed gebruik ziekteverzuim terugdringt. In de US nemen op dit moment 70,000 werknemers de dienst af. Imperative Health, de volgende in de categorie, is vergelijkbaar, met als verschil dat deze tool gebruik maakt van biometrische apparaten. Een weegschaal die je gewicht en vetpercentage bijhoudt, of een armband die constant je beweging meet. Uiteraard allemaal verbonden met de computer zodat je jezelf doelstellingen op kunt leggen (‘ik ga deze week 30 minuten per dag bewegen’). En dan genadeloos afgestraft worden als je de doelstelling niet haalt, of een virtuele beloning als je het wel haalt.

In de categorie ‘Online care interactions with clinicians’ presenteerde Joris Moolenaar van de organisatie Innovatie Psychologische Psychiatrische ZorgMijnTherapie’, een “beveiligde portal voor cliënten en behandelaars in de GGZ die geschikt is voor psycho-educatie, diagnostiek, behandeling en monitoring”, volgens Moolenaar. Een SaaS-oplossing waarbij de behandelaar en de patiënt de verschillende fases van het zorgproces inzichtelijk kunnen maken. 3GDoctor is een Italiaanse vinding waarbij je je gezondheidszorg op je mobieltje kunt regelen. Het nut van een videoconsult à €50 via een 3 inch schermpje ontgaat me eerlijk gezegd een beetje; denk dat dit beter via de desktop kan verlopen.

In de derde categorie ging het om ‘Tools using the emergent data utility layer’. Dat heette vroeger Personal Health Record maar voor de auteur onbekende redenen zijn ze van deze term afgestapt. Twee softwarereuzen betraden het toneel met hun oplossing op het gebied van het persoonlijke gezondheidsdatamanagementplatform (Scrabble that!): Google met Google Health en Microsoft met Healthvault. Beide systemen pretenderen hetzelfde te kunnen hoewel Healthvault veel meer een platform is waarbij third party developers gebruik kunnen maken voor hun eigen oplossingen. Als voorbeeld wordt Heart360.org aangedragen, dat gebruik maakt van het onderliggende cardiovasculaire dataplatform van Healthvault. Ook onze eigen Sabine Pinedo van de stichting Begeleidende Zelfzorg sprak in de categorie waarbij ze het platform voor het meten van stollingswaarde presenteerde. “Patiënten kunnen door gebruik te maken van onze dienst zo’n 4 uur per week besparen. Daarnaast werken wij nauw samen met Mediq, één van de grootste apotheekketens in Nederland”, aldus Pinedo.

Neerlands visie

Eén van de Keynote sprekers op Health 2.0 was Pieter Vos, Secretaris van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) en in die hoedanigheid adviserend aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vos presenteerde het rapport directe download in PDF) ‘U bent aan zet’ over de studie die uitgevoerd is op het gebied van de toekomst van onze gezondheidszorg. Kern van het advies is dat patiënten en zorgverleners actief samenwerken waardoor de doeltreffendheid en de kwaliteit van de zorg toeneemt. “Meer gebruik van Social Media dus om de betrokkenheid van de patiënten en beleidsmakers te bevorderen en zodoende transparantie in het systeem te bewerkstelligen”, aldus Vos. Strakke stellingen, maar helaas bleef de rest van de presentatie een beetje hangen in algemeenheden: De regering moet een voortdurende geldstroom beschikbaar maken voor innovatieve concepten voor de ‘empowered patient’, gedeelde zorg is een verantwoordelijkheid van patiënt en zorgverstrekker, verzekeraars moeten ook daarbij hun steentje bijdragen zodat zelf-management een feit kan worden, en actie nemen om de digitale kloof tussen ouderen en jongeren te slechten. “De patiënt moet aan het stuur zitten”, sloot Vos af.

Laat ik voorop stellen dat het goed is dat Gezondheid 2.0 in ieder geval op onze agenda staat (dat was in Frankrijk wel anders, getuige de Keynote presentatie van Etiene Caniard, Franse Nationale Authoriteit voor gezondheid). Alles begint met bewustwording en Rome is ook niet in één dag gebouwd. Ik hoop alleen dat deze weinig concrete stellingen omgezet kunnen worden in daadwerkelijke acties, en daar ben ik bij de politiek altijd een beetje huiverig voor. Zeker in de huidige politieke situatie in ons kikkerlandje denk ik dat we voorlopig nog wel even moeten wachten op een radicale shift in gezondheidszorg. Door de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen vraag ik me af wat ervan terecht komt. Voor de hand liggend is uiteraard “niets doen”. Geen geld en nu even geen nieuwe innovatieve plannen. Anderzijds zou men zich kunnen realiseren dat juist met behulp van deze nieuwe technologieën een stuk efficiënter met gezondheidszorg om kan gaan, ergo betere zorg voor minder geld (zie ook het rapport). Of we in ons nieuwe kabinet mensen hebben met zo’n open-mind valt nog te bezien. Keep our fingers crossed.

3, 2, 1,… Launch!

Eén van de meest populaire onderdelen van Health 2.0 in de US is het Launch Platform. Tijdens de lunch krijgen 10 bedrijven de mogelijkheid hun nieuwe product te introduceren om om deze manier interesse te wekken voor investeerders, klanten en/of gebruikers. Na de presentatie mag het publiek stemmen en de winnaar krijgt onder andere een ticket voor Health 2.0 in San Francisco. Dit onderdeel is in de US zelfs zo populair dat de Amerikanen graag hun lunch ervoor overslaan of deze in de zaal nuttigen. In Europa is schijnbaar eten belangrijker, getuige het feit dat de zaal slechts half vol was. Ligt dit aan het missen van ondernemerschap in Europa? Het niet begrijpen van het concept? Het lag zeker niet aan de lunch zelf want ik kan je uit ervaring vertellen dat deze echt niet de moeite waard was. Maar uiteindelijk kon ik de achterblijvers geen ongelijk geven en had ik beter ook mijn taaie baguette ergens anders op mijn gemak kunnen nuttigen. De innovativiteit van het gros van de gepresenteerde producten liet wat mij betreft echt te wensen over. Een mobile app waarmee je heel snel kon zien waar de dichtstbijzijnde apotheken zich bevonden. Kom op Europa, dat moet beter kunnen. Aan het eind van dit verslag heb ik alle deelnemende producten/diensten opgesomd, ik zal daarom hier niet verder op ingaan. Nou vooruit, één dan. De winnaar was de Mood Institute, een website om je mentale gesteldheid nauwkeurig bij te houden (dagboek, monitoring tool, forum), met name voor patiënten met een mentale stoornis.

Pharma en Health 2.0

Tot slot van het congres vond er een paneldiscussie plaats over de rol die farmaceutische bedrijven kunnen spelen in Health 2.0. In het panel onder andere Bayer Schering Pharma, UCB en Pfizer. Hamvraag is natuurlijk in hoeverre en op welke wijze farmaceutische bedrijven, toch al niet hoog scorend op de vertrouwenbarometer, kunnen participeren in social media en wat voor hen dan de toegevoegde waarde zal zijn. Sylvie St-Laurent, Head of Alliance Development & Stakeholder Engagement (ik blijf me verbazen over de titulatuur die ik soms tegenkom) van Pfizer beet de spits af: “Innovatie is de hoeksteen van onze strategie. Wij geloven in de toegevoegde waarde op het gebied van klinische studies bijvoorbeeld. Het is soms erg moeilijk de juiste doelgroep te vinden voor bepaalde klinische studies. Raadplegen en betrekken van patiëntenverenigingen via speciaal opgezette communities kan daarbij helpen”. Dat het soms lang duurt voordat een community eenmaal staat vertelde Len Starnes, Global eBusiness Director van Bayer: “In 1997 zijn we begonnen met een forum voor onze MS patiënten en nu pas kunnen we zeggen dat het uitgegroeid is tot een volledig community. Het platform zelf is uitgerold naar 22 landen waarvan Turkije op dit moment de meest actieve is”.

Interessant was de discussie met René Hansen, Global Director Marketing & Access Innovation van UCB over de vraag hoe hij het management ervan overtuigd had in zee te gaan met het communityplatform PatientsLikeMe. “UCB is een relatief klein bedrijf. Innovatie is dus belangrijk om te overleven. We zagen al snel in dat Health 2.0 een blijvertje was, en we wilden daarover meer leren. PatientsLikeMe is een platform dat de zaken goed voor elkaar heeft met het structureren van data. Met hun data en onze behoefte om tools aan te bieden aan onze eindgebruikers was de keuze snel gemaakt. Nou ja, snel… Uiteindelijk heeft het nog een jaar geduurd van ideeconceptie tot en met het tekenen van het contract”, aldus Hansen. Maar hoe zit het dan met de altijd-roet-in-het-eten-gooiende autoriteiten en met een duurder woord: Compliance? Mag dit allemaal wel? “Daar is veel over te zeggen, maar op een gegeven moment moet je gewoon verder. We betrekken iedereen bij het proces om de kans van slagen te vergroten. Makkelijk? Nee, absoluut niet. Maar wel haalbaar”, zegt Hansen op gepassioneerde wijze. Starnes lichtte een tipje van de sluier op: “Als we met z’n allen gaan zitten wachten op de autoriteiten gebeurt er waarschijnlijk niets. Vandaar dat we met een klein clubje mensen van verschillende farmabedrijven onlangs bij elkaar hebben gezeten om te kijken of we niet zelf een Code of Practice kunnen ontwikkelen”.

Zelfregulering dus. Wat niet eens een slecht idee is gegeven het feit dat zelfs de FDA in de US nog geen uitspraak heeft gedaan over de wijze waarop farma met social media moet omgaan. Hoe lang zou dat duren in Europa, met al haar nationale politieke instituten?

Bevindingen

Een congres met meerdere invalshoeken kom je niet zo vaak tegen, en het is daarom goed dat er voor een complex onderwerp zoals onze gezondheidszorg zo’n congres bestaat. De onderwerpen waren relevant, de discussies in het panel interessant. Het format van het congres was verfrissend, hoewel ik ook veel commentaar gehoord heb dat er niet veel diepgang zat in de demo’s van de verschillende instrumenten. Tsja, wat wil je in 3.5 minuten? Daarnaast was de lokatie prachtig gesitueerd op het statige universiteitencomplex in Parijs.

Dat gezegd hebbende waren er ook een aantal zaken die ik absoluut gemist heb. Ten eerste een overzicht. De focus lag heel erg op instrumenten en minder op de praktische haalbaarheid van implementatie van Health 2.0. Gezien de vele verschillende culturen in Europa niet geheel onbelangrijk. Een overzicht van de belangrijkste artsencommunities in de verschillende landen was ook handig geweest (om daarna er meer specifiek een paar uit te lichten). Door de overvloed aan informatie en een druk programma met soms wel 7 mensen in het panel was er helaas te weinig tijd voor participatie van het publiek. Op het eind van het congres ontstond die discussie enigszins, maar het was mooi geweest als er tijd was ingeruimd bij de onderwerpen zelf.

Dat we er nog lang niet zijn dat werd me wel duidelijk. Europa is nog lang niet één en de lokale verschillen tussen de landen zoals taal, politiek beleid en digitale acceptatie zullen voorlopig nog wel voor wat hoofdbrekers zorgen voor een geharmoniseerde aanpak van concepten. Gelukkig hebben we (in veel gevallen) een beter gezondheidssysteem in Europa dan in de US, maar de aanpak van Health 2.0 loopt hier toch nog wel wat achter. Ik schrok echt van het lage niveau van de innovatieve producten tijdens het Launchpad en de lage interesse voor deze ‘nieuwe’ ideeën. Aan de andere kant zijn er op lokaal niveau heel wat goede initiatieven ontstaan, een groot aantal met dezelfde insteek. Zoals Clive Pindler tijdens de Launch! sessie reeds zei: “Zou het niet wat effectiever zijn om tijdens de ontwikkeling van dit soort producten met elkaar samen te werken zodat je met minder geld en tijd dezelfde resultaten behaalt?”. Maar laat dat nou net de bottleneck zijn. Hoe weet een Spaanse ontwikkelaar waar een Nederlandse ontwikkelaar mee bezig is?

Tot slot, waar is de ePatient? Ik heb veel professionals op het podium gezien: artsen die communities hadden opgezet, agencies die de artsen geholpen hadden die communities te bouwen, farmabedrijven die deze communities betaald hebben en overheden die deze communities toejuichen. Maar een opmerkelijke afwezige was de ePatient, de persoon waar het allemaal om draait. Informed, Connected & Engaged. Een cruciale stakeholder van het Health 2.0 ecosysteem. Volgende keer een paar voorlopers hierin uitnodigen.

“Health 2.0 wordt meer ‘twittery’, real-time” zei iemand uit het publiek. En daar ben ik het roerend mee eens. Snelle beslissingen, gefundeerde semantische informatie op een makkelijke manier bereikbaar, altijd en overal. Ik ben benieuwd hoe we er in 2011 voor staan. Ik ben in ieder geval van plan tegen die tijd nog eens polshoogte te nemen bij Health 2.0.

Als er mensen zijn die op basis van dit verslag en/of congres een keertje bij willen praten hierover, laat het me even weten.

Links

http://www.healthline.com/

http://abcnews.go.com/Health/

http://www.medworm.com/

http://www.gopubmed.org/web/gopubmed/

https://www.docteurwww.com/

http://www.patientslikeme.com/

http://www.iwantgreatcare.org/

http://www.doctors.net.uk/

http://www.sermo.com/

http://doc2doc.bmj.com/

http://www.neurosurgic.com/

http://www.santelog.com/

http://www.ukpreventivemedicine.com/

http://www.ippz.nl/

http://www.ippz.nl/producten/mijntherapie.html

http://www.3gdoctor.com/

https://www.google.com/health

https://heart360.org/Default.aspx

http://www.healthvault.com/

http://healthwise.org/

http://organizedwisdom.com/Home

Launchpad

https://medical.sanoia.com

http://www.eurordis.org/

http://www.rarediseasecommunities.org/en

http://www.moodinstitute.com/

http://www.sanitas.es/

http://desbons.fr/desbons/

Ooit begonnen in de R&D in de bioscience heb ik een weg gebaand middels marketing en sales in de farma-wereld naar nieuwe media en innovatie. In 2008 het bedrijf DigiRedo opgezet waar we gepassioneerd nieuwe communicatieconcepten ontwikkelen en implementeren met de digitale instrumenten die de wereld veranderd hebben. In 2012 een volgende stap genomen met het opstarten van Synappz Medical Apps, een unieke netwerkstart-up voor het bedenken, ontwikkelen en vermarkten van medische apps. Synappz is genomineerd voor het eHealth Start Up 2012 bij Doctors 2.0 en onze eerste medische app, iP Plaslijst, voor de Health Apps Awards op Artsennet.nl.

Categorie
Tags

17 Reacties

    Chris Flim

    Mooi verslag.Helaas hebben we elkaar in Parijs niet gesproken, maar dat komt ongetwijfeld nog een keer in de (nog) kleine wereld van eHealth en Health2.0

    Heb een link toegevoegd naar je verslag op de RVZ ning over Gezondheid2.0

    Vr. groet

    Chris


    15 april 2010 om 19:14

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!