Frank Smilda (Nederlandse Politie): “Geen nieuwe Project X door slimme inzet mens en techniek”

11 april 2017, 11:00

De politie is in de kern een informatiefabriek. En waar die informatie vroeger handmatig werd verzameld, vastgelegd en geanalyseerd, gaat dat tegenwoordig meer en meer met behulp van computers. Big data, artificial intelligence en crowdsourcing zijn niet meer weg te denken. Frank Smilda, sectorhoofd regionale informatieverzameling, constateert drie grote veranderingen: de impact van het web, de rekenkracht van computers en de snelheid van informatie.

Een paar jaar terug, in 2012, ging het nog goed mis met de inschatting van de kracht van het web. Een op Facebook openbaar aangekondigd feestje in Haren bracht meer dan 5000 mensen op de been. Burgemeester en politie werden totaal overvallen door de opkomst. Vandaag de dag zou dat veel lastiger zijn. Het web wordt 24 uur per dag gemonitord. Bij verdachte activiteiten wordt die informatie direct gedeeld met de politie ter plekke.

“Wanneer je iets virtueel ziet wat impact kan hebben op de fysieke wereld, maak je heel snel de koppeling met de wijkagent die direct op pad gaat en gaat onderzoeken wat er aan de hand is. Dat gaat nu veel sneller dan in 2012. Er zijn daarna nog veel Project X-achtige aankondigingen geweest en die hebben we allemaal in de kiem kunnen smoren.”

“In de grote steden kunnen we nu al ⅓ van de woninginbraken voorspellen”

De komst van één nationale politie is voor het verzamelen en delen van informatie van enorme waarde. “We hadden altijd 25 regio’s en moesten dus op 25 manieren in systemen kijken. Er is nu één systeem. We kunnen in één systeem alle vragen stellen en antwoorden ophalen. Dat is ongekend, dat hebben we in Nederland nog nooit gehad. We kunnen er ook allerlei analyses op los laten. Stel: er vindt een overval plaats en het signalement luidt: rood petje, zwarte Audi, groene jas. Dan krijg je wanneer je in het nationale systeem kijkt, met de snelheid van Google, antwoord. Dat is de wereld waar we in leven. Dat kun je direct koppelen aan social media, maar ook aan andere antecedenten.”

Op dit moment werken 3300 mensen in de politie intelligence, zo’n 5 procent van de totale politiecapaciteit.

Door middel van data science software kunnen in luttele seconden analyses worden gemaakt. Het gaat zelfs zo ver dat er ook voorspellingen van misdaad kunnen worden gegeven. “We kunnen vrij goed voorspellen waar in grote steden bijvoorbeeld woninginbraken of straatroven zullen gaan plaatsvinden. Per wijk, per straat, in de ochtenddienst of in de late dienst. Het begon met heatmaps, de historie en nu koppelen we daar voorspellingen aan. Daar heb je wel veel data voor nodig. In de grote steden kunnen we nu al een derde van de woninginbraken voorspellen. Daar kun je dan weer intelligent je inzet van blauw op plegen.”

Daarmee volgt de politie de trend in de zorg: voorkomen in plaats van genezen. “Natuurlijk mensen zullen altijd ziek worden en misdaad blijft bestaan, maar er is zoveel meer intelligentie mogelijk met big data, slimme software en mensen om daar verbetering in te brengen.”

“Wet- en regelgeving loopt achter”

De praktijk leert dat veel organisaties problemen hebben met technische ontwikkelingen. En ook binnen de politie zijn er ongetwijfeld agenten te vinden die menen dat er niks boven het oude handwerk gaat. Maar tegelijkertijd biedt de organisatie veel ruimte voor experimenteren en vernieuwen.

“De wet- en regelgeving loopt natuurlijk achter, maar met rugdekking en wat budget kan je veel. Zelf heb ik bijvoorbeeld geëxperimenteerd met het online zetten van een moordzaak naar aanleiding van het boek over de wisdom of the crowd. Ik dacht: er is veel interesse in dat soort type zaken, waarom zou je het niet online brengen? In het begin was er veel twijfel. We zijn toch begonnen met een cold case en we hebben het publiek gevraagd mee te denken. Dan zie je een hele nieuwe dynamiek ontstaan. Nu begint dat veel normaler te worden. We moeten dan wel het hele spel opnieuw leren.”

In Noord-Nederland, de regio waar Smilda werkzaam is, werd onlangs een zogenaamde innovatie-expeditie gestart. “We kregen allerlei innovatietools aangereikt binnen ons team en daar zijn vier hele interessante initiatieven uit tevoorschijn gekomen.”

Bijvoorbeeld een app die gebruikt kan worden bij de 40.000 jaarlijkse vermissingen die Nederland telt. De app, nu nog in ontwikkeling, maakt optimaal gebruik van de inzet van burgers. “Het legt een raster over een geografisch gebied en dan kun je met bewoners die mee helpen zoeken afspreken in welk raster zij zoeken. Als ze iets zien of vinden vullen ze dat in binnen de app. Dan verwerken wij dat weer met onze politie informatie. Het klinkt logisch, maar dat is er nog niet.”

Het veronderstelt ook een andere manier van werken. De politie moet kennis delen en verder durven los laten. “Dat is wel het leuke van de politieorganisatie: als je dit soort ideeën hebt, krijg je de ruimte om te pitchen en geld bij elkaar te brengen om kennis en kunde te bundelen.”

Leonieke Daalder is politicoloog en journalist. Ze werkte voor onder meer Radio Noord Holland en de VPRO. Bij de laatste omroep was ze verantwoordelijk voor crossmediaal project 3VOOR12 dat onder haar leiding onder meer de Prix Europa, Gouden Pixel, Pop Pers Prijs en UPC Digital Award won. Ze is een van de oprichters van Fast Moving Targets. Ze schrijft, interviewt, onderzoekt, filmt, presenteert. leonieke.daalder@gmail.com

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!