Wienke Giezeman (The Things Network): “Het internet of things heeft nu use cases nodig”

12 juni 2017, 13:00

Het internet of things leek lang te blijven hangen in een belofte. Door allerlei voorwerpen middels sensoren aan het internet te koppelen, zou een netwerk van dingen ontstaan. Hoosjebootje.nl gold lang als één van de meest spekende voorbeelden. Een sensor in de boot kon doorgeven wanneer er te veel water in kwam te staan, zodat je de boot voor zinken kon behoeden. Inmiddels staan we volgens Wienke Giezeman aan de vooravond van de definitieve doorbraak van het internet of things.

The Things Network wil daar een belangrijke rol bij spelen. Anderhalf jaar geleden werd de LoRa technologie geïntroduceerd, een technologie vergelijkbaar met wifi. “Die kan data over de lucht versturen van een sensor naar het internet. Onze technologie heeft een groot bereik, ongeveer 10 kilometer en hij gaat zo’n vijf jaar mee op een batterij. Die twee eigenschappen plus de extreem lage kosten van de apparatuur zelf, zorgen ervoor dat nieuwe toepassingen mogelijk zijn.” Binnen zes weken werden tien Amsterdamse bedrijven bereid gevonden een gateway aan te schaffen, toentertijd nog 1.000 euro per stuk. Die tien gateways vormen samen een dekkend netwerk der dingen. “Dat hebben we gelanceerd en dat is inmiddels wereldwijd gekopieerd.”

“Volledige controle over de kwaliteit van de connectiviteit.”

Inmiddels kost de gateway nog slechts 300 euro. Met wat extra apparatuur erbij kun je direct aan de slag. Wereldwijd hebben 15.000 ontwikkelaars uit 80 landen zich verenigd in 400 verschillende communities. “Daar wordt het platform wat wij hebben gebouwd gebruikt om te prototypen. Dat is echt super gaaf. Waar we ons nu op focussen, is het zo makkelijk mogelijk maken om met de technologie aan de slag te gaan. Om die drempel zo laag mogelijk te maken. Want als je de rauwe componenten pakt, kost het nog best wat inspanning om het aan de praat te krijgen, terwijl je juist wil focussen op de use cases en niet op het werkend krijgen van de techniek.”

KPN biedt dezelfde techniek aan. Toch is het voor veel ontwikkelaars interessant om met The Things Network in zee te gaan. Je hebt slechts eenmalige kosten en je bent volledig in controle over de kwaliteit van de connectiviteit. “We hebben nu een crypto currency ontwikkeld die je met je gateway kunt ‘minen’. Dus als je waarde bijdraagt aan het netwerk, bouw je een bepaalde waarde op en als je het netwerk nodig hebt dan ga je betalen. Daarmee krijgen mensen een incentive om die gateways ook echt te draaien.” Dit alles met het doel om zoveel mogelijk gateways te activeren, waardoor een landelijk dekkend netwerk ontstaat. “De technologie is anderhalf jaar oud. Mensen zijn nog heel erg aan het kijken: wat kan ik hier nu mee. Daar hebben we nu een ontwikkelplatform voor.”

“Bezig zijn met die app in plaats van de techniek.”

Giezeman vergelijkt de ontwikkelingen met die van Apple toen iOS3 opeens de mogelijkheid bood om zelf apps te bouwen. “Voor die tijd was je een embedded hardwareprogrammeur als je applicaties maakte voor een mobiel en na die tijd was je ineens een app ontwikkelaar en kon die hele meute technologiebedrijven die eigenlijk maar beperkt tijd hadden om zich technologie eigen te maken, ineens apps gaan maken. Onze ambitie is om dat voor het internet of things te doen. Dat mensen bezig zijn met die app in plaats van de techniek. Bij Apple hoefde je opeens niet meer alle touchpoints in te voeren, dat werkte gewoon. Het internet of things heeft dat ook heel erg nodig nu. Dat is ook de reden dat we nu in een fase zitten waarin heel veel prototypes, heel veel proof of concepts opduiken.”

Lastig punt: je hebt te maken met een trage markt. Producten gaan vaak jaren mee en daarom duurt het lang voordat een gewoon product vervangen kan worden door een slim product. De belangrijkste toepassingen van dit moment zijn terug te vinden in de landbouw, het beheer van gebouwen en op het terrein van smart cities. “Dat zijn de drie verticals waar we nu de eerste tractie zien en waar wij ons op focussen. (…) Wij geloven hoe meer mensen op onze open principes hun bedrijf bouwen, hoe steviger die fundamenten worden. Dat zag je ook bij Linux. Daar zag je ook een enorm business ecosysteem ontstaan waardoor het open karakter van Linux sterker werd verankerd. Wat wij dus eigenlijk doen, is zoveel mogelijk mensen uit het netwerk uitnodigen om waarde te creëren, want als ze dat doen heb je daarmee een gezonde lock-in. Een lock-in vanuit waarde en niet vanuit ‘wat is het vervelend als ik weg zou moeten’. Hoe meer partijen actief worden op dit moment, hoe beter. Het helpt alleen maar, het maakt het alleen maar sterker.”

Leonieke Daalder is politicoloog en journalist. Ze werkte voor onder meer Radio Noord Holland en de VPRO. Bij de laatste omroep was ze verantwoordelijk voor crossmediaal project 3VOOR12 dat onder haar leiding onder meer de Prix Europa, Gouden Pixel, Pop Pers Prijs en UPC Digital Award won. Ze is een van de oprichters van Fast Moving Targets. Ze schrijft, interviewt, onderzoekt, filmt, presenteert. leonieke.daalder@gmail.com

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!