De smartphonepenetratie lag twee jaar geleden 16 procentpunten lager, met een smartphonepenetratie van 69 procent. Sindsdien is het aandeel Nederlanders met een smartphone continu gestegen, tot en met in het vierde kwartaal van 2015 een penetratie van 85 procent. De vorige TP:Basics-editie toonde een smartphonepenetratie van 84 procent. Een verschil van een procentpunt laat zien dat de groei voor smartphones aan het afvlakken is.
Smartphonepenetratie leeftijdsgebonden
Uit de nieuwste TP:Basics blijkt ook dat de smartphonepenetratie leeftijdsgebonden is: 97 procent van de 12- tot en met 19-jarigen heeft een smartphone, tegen iets meer dan de helft van de 70- tot en met 79-jarigen (53%). Twee jaar geleden was er daarnaast nog een verschil te zien tussen mannen en vrouwen en het bezit van een smartphone: 71 procent van de mannen versus 67 procent van de vrouwen. Dit verschil in penetratie was in het vierde kwartaal van 2014 echter al verdwenen.
Wanneer er wordt gekeken naar de specifieke leeftijdsgroepen, zijn er in het vierde kwartaal van 2015 nog wel verschillen te ontdekken in smartphonebezit tussen mannen en vrouwen. Bij de laatste drie leeftijdsgroepen (50- tot 79-jarigen) ligt de smartphonepenetratie voor mannen hoger dan voor vrouwen. Bij 20-29-jarigen is het tegenovergestelde te zien. In deze groep heeft 98 procent van de vrouwen een smartphone, tegen 94 procent van de mannen.
Minder smartphones bij lager opgeleiden
Ook blijkt de smartphonepenetratie bij lager opgeleiden iets lager te liggen: 78 procent van de lager opgeleiden heeft een smartphone. Voor midden en hoog opgeleiden ligt dit percentage op respectievelijk 87 en 86 procent.