Live ook vanaf Emerce Insight (1)
Vandaag zit iedereen op The Next Web. Erik van Roekel schrijft vandaag vanaf dat event, ik zit vandaag de hele dag op Emerce Insight, en zal in een aantal delen live verslag doen vanaf dat event in de IJtoren in Amsterdam.
“Uitgevers staan voor nieuwe uitdagingen: interactie met de doelgroep is niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk. Daarnaast wordt nagedacht over nieuwe verdienmodellen. Hoe kun je content via verschillende kanalen distribueren? Hoe zet je mobile in? Wat zijn de mogelijkheden van ePublishing? Maar ook: hoe ga je om met user generated content en social media? Emerce geeft inzicht in de mogelijkheden van het nieuwe informatietijdperk; een dag vol cases, interactie en inspiratie.”
Joris van Heukelom is dagvoorzitter, Piet Bakker van de UvA is aanwezig, Henk Blanken, Willem Endhoven van iRex, Thomas Engel van The Saints, Bert Wiggers, en Marianne Zwagerman (Telegraaf) zijn er (onder anderen) ook.
Piet Bakker
‘Hoe representatief zijn wij?’ wil Bakker weten. En wie is er op Hyves geweest? De zaal zit representatief goed. We praten meestal over dat soort ‘succesverhalen’. Maar wat is succes? Bakker heeft wel wat terzijdes over digitaal publiceren. We doen het niet omdat we de technologie zo leuk vinden, maar we doen het omdat het publiek veranderd is. We reageren op het publiek, vindt Bakker. Tijdens de voorbereiding heeft Bakker We the Media van Dan Gillmor gelezen. Maar ook: The Cult of the Amateur, van Andrew Keen. Dan Gillmor is een “positivo”, en Keen is natuurlijk het tegenovergestelde. Andrew Keen heeft het over millions of monkees. Elke download, is een cd minder verkocht. De twee uitersten staan ook nog voor iets anders: voor een denktrant. Als het ene komt, gaat het andere weg. Voor totale substitutie. Beide auteurs gaan daar mank aan. Daar gaat het mank, vindt Bakker. Dat klopt natuurlijk ook, en dat wisten we allemaal al.
Zero-Sum en mediagebruik
Er zijn nogal wat overspannen verwachtingen over internet. Maar die zijn er altijd geweest over internet. Bakker geeft wat voorbeelden van lege winkelstraten, de auto die niet nodig is omdat iedereen toch met elkaar kan communiceren (McLuhan) enzovoort. Finalistische gedachte over mediagebruik. ‘Daar moeten we helemaal van af,’ vindt Bakker. Bij de bestaande generaties is het mediagebruik niet zo anders. ‘Print is dood?’ Natuurlijk niet, zegt Bakker. ‘Het journaal is nog steeds een merk. De best bekeken aflevering was van januari vorig jaar, toen ging het over de grote storm’. Het gaat dus niet om vervanging. Is het on/off of: en/of? Natuurlijk, die laatste, zegt Bakker.
Crossmedia en innovatie
Volgens Bakker is er nog geen sprake van échte publieksfragmentatie. ‘Iedereen ziet iets anders op internet’. Traditioneel mediagebruik is bijna overal groter dan het online gebruik. Maar er wordt online minder verdiend. En iedereen is bang voor de mensen die zowel aan de ‘oude’ kant zitten als aan de ‘nieuwe’ kant. Nogmaals: de kans op kannibalisatie en substitutie is niet zo groot, vindt Bakker. En dan nog een uitsmijter: ‘Nu.nl is slechter dan de Volkskrant.’ Maar waar leidt dat toe? Bestaande bedrijven verbeteren producten. Dat is de voornaamste innovatie waar kranten zich mee bezig houden. En daar liggen ook grote kansen, denkt Bakker. En die innovatie wordt nog wel eens vergeten bij uitgevers. Wat ook weinig gebeurt: het uitnutten van het merk.
Henk Blanken
Kranten blijven bestaan? Henk Blanken denkt van niet. Het gaat er eerder om welke krant als laatste verdwijnt, en in welke vorm. ‘We hebben een massamediabril op met zijn allen’. De digitale cultuur hangt van paradoxen aan elkaar. Het belangrijkst is, we denken dat we met internet alles kunnen weten, met iedereen kunnen praten. Maar we zijn vooral op zoek naar gelijkgestemden. ‘We knippen en plakken onze identiteit bij elkaar.’ En we willen anoniem zijn. Maar tegelijkertijd laten we alles zien, online. ‘We zijn de pornografen van ons dagelijks leven geworden op internet’. Internet is geen massamedium, maar wordt wel massaal gebruikt.
‘Communities do not scale’. Het opstarten van communities is het antwoord van de uitgevers. Mediamakers denken in termen van het grootste bereik. ‘If the news is that important, it will find me’. Jongeren denken dat het nieuws wel naar ze toe komt als het belangrijk is. Jongeren hebben andere filters. ‘Ze hebben ons, journalisten als mediamakers, niet meer nodig’. Waarom het met tijdschriften beter dan met kranten? Omdat je zelf bepaalt welk tijdschrift je koopt, denkt Blanken.
Dagblad van het Noorden
Een regionale krant, met een oplage van 150.000. De website is de grootste regionale krantensite van Nederland. Groter dan Trouw, groter dan NRC. Blanken: ‘We brengen het regionale nieuws op het moment dat het nieuws wordt.’ Dat klinkt simpel, en dat is het ook. Online first, met controle bij de lezer. Drag and drop, iedereen kan zijn eigen site samenstellen. Bij DvhN geloven ze in de digitale cultuur. De lezer mag ook terugpraten.
En er komen ongeveer 60.000 mensen regelmatig langs op de website. ‘De groep die meedoet, is ongeveer 1 procent groot,’ concludeert Blanken. Kortom: ‘Als u na wilt denken over usg, dan moet u niet denken dat dat een massa-ding is,’ waarschuwt Blanken. En de journalistiek? ‘Betere verhalen vertellen en die verhalen beter vertellen.’
Was het druk qua opkomst of was The Next Web een goede trekker? Grappig dat Thomas Engel hier was, hij deed ook mee met de pitch om gratis naar The Next Web te kunnen, foutje? Of gewoon free pr?
Er waren ongeveer 60 mensen in de zaal. Wat mij betreft aardig gevuld dus.