Live vanaf Emerce Insight (3)
Vandaag zit iedereen op The Next Web. Erik van Roekel schrijft vandaag vanaf dat event, ik zit de hele dag op Emerce Insight, en zal in een aantal delen live verslag doen vanaf dat event in de IJtoren in Amsterdam.
Hieronder staat deel 3. Met daarin het verslag van de presentatie van Scott Karp van Publishing 2.0 en Bert Wiggers van Sanoma. De eerste hield een betoog vol open deuren, de laatste had een prachtig verhaal over de wordingsgeschiedenis van Nu.nl. En Wiggers had ook nog een paar prachtige do’s en don’ts in petto voor het publiek: zeer inspirerend.
Scott Karp (Publishing 2.0)
Scott Karp houdt zijn presentatie over de tien geheimen van uitgeven op het web (‘10 secrets of Web-Native Publishing’). Zeg maar gerust: de tien open deuren van hoe je online zou moeten uitgeven. Natuurlijk gaat het veel en lang over weblogs. ‘It made it soooo simple to publish it on the web. There’s that magic “publish” button’. Karp verhaalt verder over het waarom van het web-native zijn van blogging software. RSS feeds, comments, tags, alles komt voorbij. Fijn, dat Karp dat nog een keer uitlegt. Geen idee of het nieuws is voor de zaal. Of toch: ‘Dit weten we toch allemaal al?’ fluistert iemand van VNU Media.
Dan het voorbeeld van The New York Times. Maar ook daar zie je twee ‘minds’, zegt Karp, die nog niet echt samen komen. Maar bij The Wall Street Journal is het anders. Daar hebben de journalisten van WSJ een eigen blog, met een eigen naam. ‘De journalist is het merk, en daar komen mensen voor.’ En daar gaat het om, online. Als je een tijdschrift uitgeeft, moet het allemaal in een keer goed zijn. En dus zie je in veel tijdschriften achtergronden en objectieve verhalen. Maar op het web, zegt Karp, zie je convergentie: waar traditionele journalisten op zoek gaan naar hun eigen tone of voice, en zichzelf meer vrijheden toestaan. En terugpraten, dat is ook belangrijk, vindt Karp. En ook: ‘Every publisher can have personality’.
Wat je nu dus ook kan doen, is de cover van je printmagazine alvast online gedeeltelijk weggeven. Een ‘coverstorypreview’, noemt Karp dat. En waarom moet je als uitgever je lezers weer ‘weg’ durven sturen met links? ‘Why links matter’? Omdat je daar geld mee kunt verdienen, natuurlijk. Open deur nummer zoveel.
Van Heukelom wil van Karp weten hoe hij klassieke (oude?) mediamensen overtuigt op het web te gaan publiceren. Karp: ‘Sommige dingen doet het internet beter. Bijvoorbeeld nieuws. Denk ook aan advertenties. Kijk hoe Google online advertenties heeft geperfectioneerd op behoefte.’ Dan wil de zaal nog weten: ‘Stel: ik wil online gaan uitgeven. Hoe kom ik aan publiek?’ Karp vertelt hoe hij het zelf heeft gedaan: commenten bij de blogs die naar hem linken, die blogs lezen, en zelf ook weer linken naar die blogs. Klaar ben je.
Bert Wiggers (Sanoma)
Bert Wiggers verhaalt over het ontstaan en de ontwikkeling van Nu.nl. ‘Een persoonlijk verhaal (‘Mijn Verhaal, noemt Wiggers het zelf’), met een disclaimer.’ Wiggers stampte Nu.nl uit de grond, en heeft daar nu (haha) weinig meer mee te maken (werkt nu bij Sanoma Magazines International, vooral Oost Europa). Wat is het succes, wat is er gebeurd met Nu.nl? Was het geluk, of was het wijsheid. Wiggers denkt dat het voor 70 procent geluk was.
Nu.nl had in het begin twee business units. Nu.nl en Internet Persbureau Nederland (IPB). Dat IPB hield Nu.nl de eerste jaren droog, zegt Wiggers. In het begin zat hij met zijn handen in het haar. Ben Rogmans schreef aan Wiggers in een fax (toen hij zich verveelde in een hotel in Zwitserland): je moet rustig zijn, en je rustig verder ontwikkelen. Ga uit van drie jaar. En: blijf in het business process, en versterk de banden met andere sites van Ilse Media. Volgens Rogmans zijn er drie soorten nieuwsconsumenten: ‘De nieuwsjunks 1e klas’, ‘De nieuwsjunks 2e klas’, en ‘de gewone mensen’. En daar moest Wiggers zich met Nu.nl volgens Rogmans op gaan richten. Wat willen gewone mensen dus op internet weten aan nieuws? ‘Die vraag moesten wij onszelf blijven stellen’.
Rogmans kwam in die fax in 2001 ook met deze slogan op de proppen: ‘Nieuws is wat er gebeurt, nieuwtjes gaan over dingen die de mensen willen weten’. En ook: Nu.nl moet niet de eerste zijn, maar de tweede, binnen tien minuten.
In 2002 een beetje succes. De techniek kraakte, er was nauwelijks commercie. Er was geen belangstelling in de markt. Wiggers probeerde de boel te verkopen, maar niemand had er zin in. ‘Ik denk dat ze daar allemaal achteraf spijt van hebben.’ Wiggers is zelfs bij het Bedrijfsfonds voor de Pers geweest. Daar zei men: ‘Wij doen niet aan internet’. Nu.nl probeerde zich toen te positioneren als aanjager, wilde doorlinken naar de grote krantenbedrijven. Toen kwam de reorganisatie. De redactie ging van 8 naar 3 (die geen journalistieke ervaring hadden). De redactie kwam bij de sales op de vloer, er kwamen geen taken, maar verantwoordelijkheden. En een goedkope techniek (MMBase).
En toen 2005: ‘Als er iets gebeurt in Nederland, dan gaan de pageviews van Nu.nl omhoog,’ zegt Wiggers. De succesfactoren? Nieuws als duidelijke propositie. Er is geen duiding, geen kleur. Blijven kiezen voor de lezer. Keuzes op basis van statistieken én overwegingen. Geen oude journalistiek, maar internet. Geduld, vertrouwen en lage kosten. Headlines sharen, user generated content: dat mag. Niet gevoelig voor journalistieke ‘peers’.
Wat hebben ze goed gedaan? De RSS-headlinefeeds, denkt Wiggers. Geen marketing. Van 8 naar 3 redacteuren. Goedkope en gemakkelijke techniek. Rechtzaak met ANP. Terugbrengen aantal advertentieposities (er waren veel pageviews, maar er werd veel korting gegeven. Toen: rectangles en daar doen we maar zes advertenties per twee weken per persoon. Lezers dacht dat nu.nl niet zo commercieel was. En sales kon exclusiever opereren met schaarste als voordeel). Stats openbaar. Géén sterke koppeling aan Ilse en Startpagina.
Dan nog wat do’s en don’ts. Do’s: eat your own dog shit. Praat met je concurrent. Analyseer je waardeketen. Praat met iedere gek en nerd. Vertel je tante wat je doet. Don’ts: Denkt niet dat het nieuw is wat je doet. Vertrouw niet op marktonderzoek. Geloof geen enkele hockeystick. Denk niet dat je slimmer/beter/netter/ bent dan je publiek. Leer niet op cursussen.