Economisch weerbericht (104): Het grote misverstand
Op dit moment precies twee jaar lang hebben we ons op Marketingfacts bezig gehouden met het wekelijkse ‘Economisch Weerbericht’. Vandaag is dit mijn laatste bijdrage, maar EW gaat door. Allereerst wil ik Jaap bedanken voor het vertrouwen dat hij in me heeft gesteld. Economen staan in de volksmond en bij politici bekend als mensen die op een rationele manier denken. In de media wordt de indruk gewekt, dat economen precies weten waar het om gaat. Van economen wordt verwacht, dat zij nuchter reageren op veranderende economische omstandigheden en dat zij op basis van een analyse noodzakelijk interventies, in de vorm van een advies, kunnen voorleggen aan beleidsmakers en politici. Niets lijkt minder waar te zijn.
Het analyserende denkvermogen van economen wordt met behulp van grafieken en moeilijke woorden in de media breed uitgedragen, zodat de argeloze burger het idee heeft, dat deskundigen de economie onder controle hebben. Burgers trappen daar vaak in omdat zij, evenals de professional, maar bitter weinig verstand blijken te hebben van toekomstige economische processen en al helemaal niet in staat zijn om de analyses te doorgronden en de gevolgen van deze analyses te doorzien. In de praktijk blijkt dat economen er vooral goed in zijn om achteraf te verklaren hoe economische gebeurtenissen tot stand zijn gekomen. Dit is natuurlijk ook veel eenvoudiger dan het voorspellen van de toekomst.
Van economen mogen we verwachten, dat zij verstand hebben van wat er op economisch terrein gaande is, dat zij weten in welke richting de economie zich beweegt en dat zij op tijd adviezen geven over noodzakelijke maatregelen, opdat de economie niet ontspoort. In werkelijkheid is men zelden op tijd met het nemen van maatregelen, en de consument wordt over het algemeen pas gewaarschuwd, als het leed al lang en breed is geschied.
Het is volgens mij noodzakelijk, dat consumenten en het bedrijfsleven minder wijsheid toekennen aan economen en in plaats daarvan zelf gaan nadenken over de gevolgen die het economische gedrag kan hebben op de financiële gezondheid van huishouden of bedrijf. Ook de overheid neemt maatregelen om uw gedrag in economisch opzicht te beïnvloeden. Het is van financieel levensbelang om de regie zelf in handen te houden. Het vrijgeven van de spaarloonregeling is hier een mooi voorbeeld van. Wat gaat u met dit geld doen? Helpt u de macro-economie een handje of helpt u vooral uzelf door bijvoorbeeld dit geld te gebruiken om uw hypotheekschuld af te lossen.
Hoewel het menselijk gedrag wordt gekenmerkt door onzekere factoren, zijn er zeker lessen te leren over terugkerende vormen van economisch gedrag. Een geschiedenisboekje over financiële crisissen kan een goed hulpmiddel zijn om de volgende alarmsignalen te leren herkennen:
Consumentengedrag
- Naarmate de economie langer goed draait, neemt de risicoaversie bij consumenten af waardoor zij zichzelf meer in de schulden gaan steken. De gedachte, dat onderliggende waarde ook fors in prijs kan dalen, wordt achteloos aan de kant geschoven.
- Naarmate de beurzen gedurende een lange periode stijgen, zullen steeds meer consumenten op de beurs actief worden en zullen zij door spectaculaire winsten worden verleid om nieuwe innovatieve producten te kopen die het vooruitzicht bieden op hoge rendementen. Denk eens aan de woekerpolisaffaires.
Bedrijfsleven
- Aan het einde van een periode met economische groei ontstaat er nog al eens een wedloop aan het overnamefront. Soms worden er belachelijke prijzen betaald. ABN Amro is hier een spectaculair voorbeeld van. Iedereen rent zonder na te denken achter elkaar aan en biedt nog meer dan de ander, terwijl het nog maar de vraag is of de overnamesom ooit terugverdiend kan worden.
- Als de winsten langdurig stijgen, neemt de macht van de aandeelhouders toe en zullen zij de directie bewegen om meer aandeelhouderswaarde te generen. Volgens betrokkenen in Nova (08/07/2010) is Organon hier een voorbeeld van.
Beurskoersen
- Na een hausse op de aandelenbeurzen, en op het moment dat iedereen positief is, worden degenen die waarschuwen voor een naderend onheil, meestal voor gek verklaard en weggehoond.
- Aan het einde van een hausse nemen de omzetten enorm toe, is de koers-winstverhouding enorm gestegen, terwijl het dividendrendement vrij laag is te noemen.
Het gezonde verstand blijkt ook onder economen, vooral aan het einde van een periode met economische groei, nogal eens zoek te zijn. Degenen die waarschuwen voor naderend onheil, worden niet serieus genomen. Het lijkt erop, dat veel economen elkaar na-apen en dat zij allen uitsluitend de uitspraken overnemen van het selecte groepje met het meeste gezag. Als een prognose onverhoopt niet uitkomt, grijpt men met elkaar terug op retorische kletspraat: ‘Niemand heeft de crisis zien aankomen’. Onzin natuurlijk. Telkens blijkt dat de meeste economen, beleggers, consumenten en investeerders zichzelf keer op keer overschatten.
Economie hangt ten nauwste samen met psychologie. Mensen hebben een beperkt geheugen: ze willen altijd meer hebben, handelen op basis van irreële verwachtingen en hebben een beperkt inzicht in historische ontwikkelingen ten aanzien van het ontstaan van crisissen. We voelen ons veiliger door op te gaan in de menigte, ons te verschuilen achter het collectief, dan dat we op basis van eigen inzicht werken aan het eigen financiële welzijn.
Evenals de meeste gewone stervelingen laten economen zich vooral beïnvloeden door de tijdgeest. Als we de economie beter willen begrijpen, dan zouden we meer moeten vertrouwen op ons eigen boerenverstand, meer gebruik moeten maken van eenvoudige psychologische modellen zoals de rationele emotieve therapie (RET), de cognitieve dissonantie, het SGG-model en tot slot meer kennis moeten nemen van de financiële geschiedenis in plaats van blindelings te vertrouwen op de econoom of uw financiële adviseur.
Als economen of financiële adviseurs ergens een hekel aan hebben dan is het wel aan diezelfde onzekere factoren. Onzekerheid hoort bij ons mens-zijn. Daar kunnen we niet omheen. Financiële adviseurs handelen niet alleen in geld(producten), maar ook in vertrouwen. Soms lijkt het erop dat grafieken worden ingezet om een gevoel van vertrouwen op te roepen, bijvoorbeeld door alleen maar stijgende beurskoersen af te beelden. Als consumenten geen vertrouwen hebben in de toekomst, leggen zij het bijltje erbij neer, kopen ze geen nieuw huis en gaan ze meer sparen. Daar kan de schoorsteen niet van roken. Wat zou u doen, als uw beleggingsadviseur of uw hypotheekadviseur het volgende tegen u zegt: ‘Ach mevrouwtje/meneertje, laten we eerlijk zijn, wij kunnen toch ook niet weten of de koers van uw aandelen of de prijs van uw woning volgend jaar nog net zo hoog is als de hypotheeksom die u nu bij mij wilt afsluiten?’
Tijdens de afgelopen twee jaar heb ik voortdurend actuele economische processen gerelateerd aan psychologische denkbeelden of aan het menselijke gedrag. Deze thema’s hebben in mijn reacties op de columns van Jaap of in mijn eigen columns keer op keer centraal gestaan. Het is mijn oprechte wens, dat het in economisch opzicht goed met u gaat. Vaar niet blind op de voorspellingen van economen of op de prognose van uw financiële adviseur. Het is een misverstand om te denken dat uitgerekend zij u kunnen behoeden voor financiële ellende. Blijf dus vooral zelf nadenken over de gevolgen van uw beslissingen op uw persoonlijke financiële situatie. Het ga u goed!
Jaap,
Je bent een inspirator ten voeten uit en we blijven elkaar zeker zien. De afgelopen twee jaar hebben we elk een rol vervuld, waarmee we elkaar hebben aangevuld. Met jouw breed georiënteerde kennis over literatuur, filosofie en politiek ben je in staat om een verband te leggen tussen onderliggende economische processen en heb je de lezer de afgelopen twee jaar meegenomen naar een vergezicht. Ik heb de afgelopen twee jaar het panaroma mogen inkleuren door een vertaalslag te maken naar concreet handelen in de breedste zin van het woord. Het zou een groot misverstand zijn om onszelf moedwillig op de schouder slaan als we dachten dat onze columns veel effect hebben gehad op de lezer. Reëler is het om te veronderstellen dat het onmogelijk is om de macro-economische droom te ontrafelen. Alle eer gaat toe aan de enige die daartoe moedwillig in staat is: ‘de werkelijkheid’. Daar hoeft geen mens wat aan te doen.
Twee jaar geleden, vlak voor het ontstaan van de crisis, ben ik op jouw columns ingehaakt nadat ik mijn schrijfactiviteiten over de beurscyclus had beëindigd. Eerst op http://www.blikopdebeurs.nl en later op http://www.usmarkets.nl . Opvallend genoeg zijn er op dit moment opvallend veel overeenkomsten op te sommen ten aanzien van waarschuwingsignalen die ook in de zomer van 2007 aanwezig waren, zodat ook op de beurs geldt: ‘crisis/ses is/zijn nog niet voorbij: we gaan de komende decennia nog interessante tijden en transities tegemoet.’ Voor de lezers van EW 104 zal ik deze de komende dagen nog op een rijtje zetten.
Tijdens de zomer van 2007 waren er een aantal beursgerelateerde waarschuwingsignalen die op dit moment ook weer aan de orde zijn. Het is voor beleggers zinvol om hier eens naar te kijken.
Macro-economisch
Er dreigt een valutaoorlog omdat we er zijn achtergekomen dat het beleid, namelijk door te veronderstellen en de acceptatie van het verplaatsen van onze werkgelegenheid richting China, om de inflatie te drukken, niet meer zonder gevolgen kan blijven voor de gezondheid van onze eigen economie. Ondertussen worden de financiële problemen van de grootste economieën in de Westerse wereld vooralsnog niet, of slechts mondjesmaat, aangepakt.
Aan de achterkant van het financiële gebouw, wordt evenals in 2007, geld gecreëerd uit het niets en wordt dit geld via het bankwezen aan de voorkant van het financiële gebouw weer de economie in gepompt zonder dat daar een onderliggende waarde tegenover staat. In plaats van een afbrokkeling van de waarde van het onroerend goed dreigt er nu een afbrokkeling plaats te vinden van de waarde van pensioenen. Met oog op de vergrijzing geen mooi vooruitzicht.
Daarnaast lijkt er evenals in 2007 een toenemende druk te ontstaan op de wereldmunt. Als de dollar plaatsmaakt voor een andere (wereld)munt, is het gedaan met de macht en de financiële slagkracht van Amerika. China zal daar vroeg of laat op uit zijn omdat zij azen op grote hoeveelheden grondstoffen en voedingsstoffen. Ze zullen het prachtig vinden als zij deze kunnen betalen met de Yuan als wereldmunt. Voorlopig lijkt het erop dat de Chinezen veel dollars te dumpen of op een voor hen meer sympathieke manier weten om te ruilen voor de door hen zo begeerde aankoop van (strategische) harde waarden.
De ongelijke verdeling van de welvaart, vooral in Amerika, zal de inspanning, of zoals u wilt de energie die eraan wordt besteed (EW 103) om de werkloosheid aan te pakken grotendeels te niet doen. Ongeveer 41 miljoen Amerikanen leven van voedselbonnen. Dit aantal groeit nog steeds. Deze mensen zullen geen duurzame consumptiegoederen kopen. Het kan niet anders dat de bedrijfswinsten van lokale bedrijven en het Midden- en Kleinbedrijf de komende periode onder druk staan.
Bedrijfseconomisch
De economische groei dreigt te stagneren omdat er aan de voorkant van het economische gebouw hard wordt bezuinigd in talloze landen. Dit gaat ten koste van het besteedbaar inkomen van velen. Het bedrijfsleven zal waarschijnlijk gaan ervaren dat consumenten, ondanks de verwachte groei en het voorkomen van een dubbele dip, consumenten toch minder geld hebben te spenderen waardoor bedrijven de omzet en hun winstontwikkeling van bedrijven onder druk blijven staan. De periode van toenemende faillissementen en een verheviging van de concurrentiestrijd lijkt dan ook nog niet afgesloten te zijn.
Consumenten
Zij die minder te besteden hebben zullen minder geld uitgeven. Deze dreiging is reëel omdat er geknaagd wordt aan de pensioen en aan ons besteedbaar inkomen. De uitwerking op het consumentengedrag kan op zijn minst als dezelfde worden beschouwd, of is zo niet groter dan de dreiging van een aanstormende kredietcrisis. Men blijft waarschijnlijk even behoedzaam en zal meer gaan sparen omdat men reserves wil opbouwen. Natuurlijk er komt een moment dat duurzame goederen vervangen moeten worden. Toch zal het uitgavenpatroon van consumenten onder de geschetste macro-economische en bedrijfseconomische omstandigheden evenals tijdens de periode 2007-2009 naar verwachting onder druk blijven staan. In plaats van voorzichtiger te zijn met de aankoop van een huis en zal proberen om een buffer op te bouwen voor een eventuele waardedaling van de woning, zal men nu meer geneigd zijn om een buffer op te bouwen voor een eigen pensioen.
Koerstechnisch
Ten opzichte van de zomer van 2007:
– daalt de beursomzet,
– staat de koers-winstverhouding op dit moment zelfs met meer dan 60 procent hoger
– lijkt er sprake te zijn van een maandenlange topfase
Sentiment
In de commentaren op de koersontwikkeling op de beurs wordt zelfs op gerenommeerde financiële sites het slechte nieuws praktisch genegeerd terwijl het beter dan verwachte resultaat, maar in wezen een negatief bericht, breed wordt uit gemeten of zelfs omgekeerd in het tegendeel.
Opmerkelijk
De huizenprijzen zijn nog niet zo heel veel gedaald. Ondanks de kredietcrisis, het tanende vertrouwen in ons pensioenstelsel, een lager netto besteedbaar inkomen, bezuinigingen, een eventuele valutaoorlog, een groeiende belangstelling voor de veiligheid van ons voedsel middels de ontwikkeling van resistente bacteriën, een mogelijk cyberoorlog, de aanstormende vergrijzing en het uitputten van de voorraad brandstoffen en mineralen lijken we er zelfs slechter voor te staan dan in 2007.
Tot slot
Het zal allemaal best wel weer goed komen. Voor het zover is, zullen er nog vele columns door Jaap geschreven kunnen worden. Jaap, ik wens je veel schrijfplezier toe.
@Arnoud: Aan jouw tamelijk uitputtende opsomming en analyse wil ik nog graag toevoegen, dat het me bezighouden met EW de afgelopen 2 jaar veel extra inzicht en kennis heeft verschaft, met name in onze dialoog: die van De Amersfoortse School 😉 Het lijkt me, dat we in dat kader misschien de pen nog wel eens zouden kunnen oppakken met een niet onverdienstelijk en beknopt overzichtswerkje over De Grote Transitie als doel. 11-11-11 zou een mooie digitale datum kunnen zijn.
Zeker Jaap, daarbij hebben we de mazzel dat ‘De Amersfoortse School’ behoorlijk wordt gefaciliteerd. Er is altijd wel ergens een gezellige studieruimte beschikbaar. Zelden zie je er een chagrijnige student(e) rondlopen. Dat geven we niet zomaar op. Zonder al teveel reclame voor onszelf te maken lijkt ons concept op een weloverwogen manier in elkaar te zitten. Prikkelend, leerzaam, innoverend, zowel praktisch als theoretisch en er is zelfs ruimte voor een moment van zelfreflectie. Zonder zelfreflectie geen transitie!
Je zou bijna zeggen dat ons concept in al zijn eenvoud marketingtechnisch goed in elkaar zit en daarbij teruggrijpt naar gebruiken zoals deze tijdens het leven van Socrates gebruikelijk waren. We hebben geen geschriften van onze studiebijeenkomsten bewaard, zoals er ook geen geschriften van Socrates bewaard zijn. Desalniettemin adviseer ik geïnteresseerden, zij die meer willen weten over filosofie, om zich toch eens bij de buren te oriënteren: ‘De School voor Wijsbegeerte te Leusden’. U kunt bij hen vermoedelijk veel meer leren.
Misschien moeten we er maar eens serieus over gaan nadenken om na onze schrijfwerkzaamheden over de ‘Grote Transitie’, namens de ‘De Amersfoortse School’, bijvoorbeeld bij de buren een vergaderruimte te huren voor het geven van een lezing (www.isvw.nl/nl/home/ ).
Dag heren Jaap en Arnoud,
u beiden spreekt met enige hoon over economen.
U stimuleert elkaar naar groeter hoogten, maar neemt daarmee ook de afstand niet toe tot uw publiek?
Filosoferen is mooi, maar praktiseren is beter denk ik.
Hoe geeft u beiden invulling aan “de transitie”?
Welke transitie trouwens.
Ik denk dat er inderdaad sprake van een transitie is, maar dat we er nog niet aan willen.
En, dat velen bij het oude willen blijven.
Als gelijktijdig sprake is van grote veranderingen op het gebied van wetgeving, automatisering en informatisering,
consumentengedrag en spirituele waarden, dan kun je inderdaad van een transitie spreken.
Maar als mensen zich als in de oude werled blijven gedragen, verandert er niet zoveel.
Gedrag is het waar het om gaat.
Gedrag heeft veel misstanden veroorzaakt en (aangepast) gedrag kan daar verandering ijbrengen.
Een lange weg is te gaan.
Kunnen, willen en zullen mesnen in voldoende mate veranderen en hun gedrag aanpassen?
We zullen meer toe moeten leven naar respect, letten op het belang van anderen (boven dat van jezelf), meer willen geven dan nemen, oprechte aandacht en opnieuw leren delen. De natuur kan ons veel leren daarover: alles in de natuur is met elkaar verbonden, houdt elkaar in stand en koning leeuw regeert zonder een uitdijend wetboek! In de wereld van de mensen gaan we aan toenemende regelgeving en egoisme ten onder. Maar juist als het spannend wordt zal meningeen zich hier weer schuldig aan maken: we doen het zelf!!
Lees mijn boek “meer is minder” maar eens. Of, kijk op http://www.brandendedijen.nl. Dat is een boek over hardlopen. Maar ook een boek over het leven: keuzes maken, focus houden, omgaan met weerstand en volhouden, om uiteidelijk te genieten van de reis en het resultaat.
Nou, dit lijkt me genoeg. Nogmaals, wat doet u aan de transitie?
Vriendelijke groet, Kees Dullemond
Beste Kees,
Leuk dat je reageert op onze column. Ik had niet verwacht dat je op de valreep van mijn laatste bijdrage op MF nog een actieve rol zou spelen met een aantal opbouwende opmerkingen en een aantal terecht vragen. Om de woorden van Jaap aan te halen: ‘Je bevordert de dialoog’. Prachtig. In Economisch Weerbericht 74 heb je een actieve rol gespeeld door mee te denken over de inhoud van mijn column ‘Rijk worden door niets te doen’. Verder weet ik niet eens of je onze serie Economisch Weerbericht wekelijks heb gevolgd. Gek eigenlijk.
Wikipedia beschrijft een transitie als volgt: ‘ Een transitie is een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld economie, cultuur, technologie, instituties, natuur en milieu.’ De overgang van een industriële economie naar een diensteneconomie is een voorbeeld hiervan.
Begrijp me goed. Jouw reactie zie ik als positief. Laat dat duidelijk zijn. Ik gebruik jouw reactie als een moment van zelfreflectie en terugblik. Ik denk dat we gedurende de afgelopen twee jaar elk Economisch Weerbericht vooral hebben laten afhangen van actuele ontwikkelingen, die zijn te herleiden nar maatschappelijke- en politieke trends of onderliggende economische processen.
Omdat onze samenwerking in historisch opzicht is uitgegroeid tot wat het nu is, heeft het wat tijd nodig gehad voordat het Economisch Weerbericht steeds meer een “Eigen smoel” kreeg. Ik kan ik me voorstellen dat de (wekelijks terugkerende) lezer elke bijdrage als een op zichzelf staande column heeft gelezen. Wij zijn niet in staat zijn geweest om de context duidelijk te maken. Dt komt omdat ik me pas veel later bewust werd van het feit dat we over transities schreven. Ik had het aanvankelijk niet eens door. Hierdoor zijn ze goed in de tekst verborgen omdat deze stijl van schrijven iets is wat ik (we?) blijkbaar van nature doen zonder dat we ons van bewust zijn. Nu wel overigens. We verbergen dus op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen in de tekst door vooral aandacht te vragen voor actuele ontwikkelingen en (sluimerende) trends op het gebied van politiek, ict, natuur en milieu en economie. Het Economisch Weerbericht 99 ‘Don’t Be Evil – snel naar PPP 2.0’is hier in mijn optiek een prachtig voorbeeld van. De voorbereidingen voor een marathon zijn in wezen persoonlijke en vastomlijnde transitie. Dit in tegenstelling tot transities in de economie.
Brandende dijen
In jouw boek ‘Brandende dijen’, heb je geschreven over je eigen transitie. Al je inspanningen om een marathon te kunnen lopen zijn het resultaat van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen: zoals jouw voedingsschema, trainingsschema, jouw netwerk, jouw sociale omstandigheden, jouw gezeur tegen Ellis over het aantal kcal, sportmassage en jouw individuele coach. Feitelijk past dit plaatje volgens de beschrijving van Wikipeda.
Economisch Weerbericht
In tegenstelling tot het lopen van een Marathon, overigens zou ik de hardlopers onder ons dat boek van jou echt aanraden, hebben Jaap en ik vooral over economische transities geschreven die weliswaar niet afgebakend zijn, waar we midden in zitten en die nog volop gaande zijn en daardoor nog voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Het feit dat ik mezelf hiervan pas veel later van bewust werd, komt ook omdat transities in de economie vaak door allerlei andere op elkaar inwerkende en versterkende ontwikkelingen wordt beïnvloed. Ook hier geldt dat het nogal eens voorkomt dat er in de media de nadruk op hele andere zaken wordt gelegd, terwijl er onderliggend sprake kan zijn van een enorm grote economische verandering.
Daarnaast is het heel lastig om grip te krijgen op transities omdat je er als columnist ook deel uitmaakt van de transitie. Je zit er vaak nog midden in. Vandaar de opmerking over een vergezicht. Hierbij moet ik onwillekeurig ook aan jouw boek ‘Brandende dijen’ denken. Ik
Bovengenoemde schrijf ik helemaal namens mijzelf. Ik ben benieuwd wat Jaap hierover te zeggen heeft.
Kees bedankt voor je reactie.
Beste Kees,
Leuk dat je reageert op onze column. Ik had niet verwacht dat je op de valreep van mijn laatste bijdrage op MF nog een actieve rol zou spelen met een aantal opbouwende opmerkingen en een aantal terecht vragen. Om de woorden van Jaap aan te halen: ‘Je bevordert de dialoog’. Prachtig. In Economisch Weerbericht 74 heb je een actieve rol gespeeld door mee te denken over de inhoud van mijn column ‘Rijk worden door niets te doen’. Verder weet ik niet eens of je onze serie Economisch Weerbericht wekelijks heb gevolgd. Gek eigenlijk.
Wikipedia beschrijft een transitie als volgt: ‘ Een transitie is een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld economie, cultuur, technologie, instituties, natuur en milieu.’ De overgang van een industriële economie naar een diensteneconomie is een voorbeeld hiervan.
Begrijp me goed. Jouw reactie zie ik als positief. Laat dat duidelijk zijn. Ik gebruik jouw reactie als een moment van zelfreflectie en terugblik. Ik denk dat we gedurende de afgelopen twee jaar elk Economisch Weerbericht vooral hebben laten afhangen van actuele ontwikkelingen, die zijn te herleiden nar maatschappelijke- en politieke trends of onderliggende economische processen.
Omdat onze samenwerking in historisch opzicht is uitgegroeid tot wat het nu is, heeft het wat tijd nodig gehad voordat het Economisch Weerbericht steeds meer een “Eigen smoel” kreeg. Ik kan ik me voorstellen dat de (wekelijks terugkerende) lezer elke bijdrage als een op zichzelf staande column heeft gelezen. Wij zijn niet in staat zijn geweest om de context duidelijk te maken. Dt komt omdat ik me pas veel later bewust werd van het feit dat we over transities schreven. Ik had het aanvankelijk niet eens door. Hierdoor zijn ze goed in de tekst verborgen omdat deze stijl van schrijven iets is wat ik (we?) blijkbaar van nature doen zonder dat we ons van bewust zijn. Nu wel overigens. We verbergen dus op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen in de tekst door vooral aandacht te vragen voor actuele ontwikkelingen en (sluimerende) trends op het gebied van politiek, ict, natuur en milieu en economie. Het Economisch Weerbericht 99 ‘Don’t Be Evil – snel naar PPP 2.0’is hier in mijn optiek een prachtig voorbeeld van. De voorbereidingen voor een marathon zijn in wezen persoonlijke en vastomlijnde transitie. Dit in tegenstelling tot transities in de economie.
Brandende dijen
In jouw boek ‘Brandende dijen’, heb je geschreven over je eigen transitie. Al je inspanningen om een marathon te kunnen lopen zijn het resultaat van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen: zoals jouw voedingsschema, trainingsschema, jouw netwerk, jouw sociale omstandigheden, jouw gezeur tegen Ellis over het aantal kcal, sportmassage en jouw individuele coach. Feitelijk past dit plaatje volgens de beschrijving van Wikipeda.
Economisch Weerbericht
In tegenstelling tot het lopen van een Marathon, overigens zou ik de hardlopers onder ons dat boek van jou echt aanraden, hebben Jaap en ik vooral over economische transities geschreven die weliswaar niet afgebakend zijn, waar we midden in zitten en die nog volop gaande zijn en daardoor nog voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Het feit dat ik mezelf hiervan pas veel later van bewust werd, komt ook omdat transities in de economie vaak door allerlei andere op elkaar inwerkende en versterkende ontwikkelingen wordt beïnvloed. Ook hier geldt dat het nogal eens voorkomt dat er in de media de nadruk op hele andere zaken wordt gelegd, terwijl er onderliggend sprake kan zijn van een enorm grote economische verandering.
Daarnaast is het heel lastig om grip te krijgen op transities omdat je er als columnist ook deel uitmaakt van de transitie. Je zit er vaak nog midden in. Vandaar de opmerking over een vergezicht. Hierbij moet ik onwillekeurig ook aan jouw boek ‘Brandende dijen’ denken. Ik
Bovengenoemde schrijf ik helemaal namens mijzelf. Ik ben benieuwd wat Jaap hierover te zeggen heeft.
Kees bedankt voor je reactie.
Jaap, een prachtige aanvulling. Je schrijft: ‘In de afgelopen twee jaar is zeker onder economen (evenals onder bankiers en politici) de neiging zienderogen afgenomen om eenduidig richting te willen geven. Dat gedrag, Kees, spreekt boekdelen. Het crisiscomplex (People, Planet en Profit) waar we ons in bevinden is wellicht nog niet diep genoeg en met zekerheid is het gedrag onvoldoende veranderd/verbeterd.’
Dit doet me denken aan Kodrattieff. Hij heeft tijdens zijn leven veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling, en vooral naar de implementatie en acceptatie van nieuwe producten en of de opkomst van technologieën. Als ik zo vrij mag zijn om gedachtegoed op mijn manier te interpreteren dan toont hij in zijn onderzoeken aan, dat het globaal gesproken circa 60 jaar duurt voordat grote transities in de samenleving zijn geïmplementeerd. In zijn beleving zijn financiële crisissituaties omslagpunten.
Op dit moment staan we, ik ben het dan ook helemaal met Jaap eens, voor een (groot) aantal omslagpunten. Het water stroomt altijd naar het diepste punt. Of dit nu via een waterval, een stroomversnelling of via een kabbelend beekje het geval is, dat maakt ten aanzien van het eindresultaat niets uit.
De kwantitatieve verruiming, zoals dat zo mooi heet, kan het ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor de drie P’s op het gebied van het ontwikkelen van nieuwe producten en of technologische ontwikkelingen in de weg staan omdat met het ‘financiële pappen en nat houden’ de een bestaande situatie (hoe ziek het ook is) wordt bestendigd in plaats dat er ruimte wordt gecreëerd voor noodzakelijke en vernieuwende oplossingen. Het bestendigen van de huidige situatie vloeit naar mijn idee voort uit het feit dat we ons overtuigingen hebben eigen gemaakt die we als een reflex oplepelen in plaats van deze overtuigingen diepgaand uit te dagen. Zo hoorde ik op BNR vandaag iemand zeggen dat dankzij het linkse beleid van de afgelopen jaren het zo’n zooitje was geworden. In werkelijkheid heeft het kapitalisme een steeds grotere invloed gehad op het denken van bijna politieke partijen sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Overigens probeer ik me hierover geen oordeel te vellen over deze ontwikkelingen, want ik realiseer me heel goed tot welke sociale problemen bijvoorbeeld het terugdraaien van de kwantitatieve verruiming kan leiden. Vanuit een zo objectief mogelijk standpunt probeer ik een aantal processen te beschrijven en ja, daarmee kleur ik mogelijke oplossingen op een persoonlijke wijze in, waarbij ik inderdaad hoop dat ik een bescheiden bijdrage heb geleverd aan het opgang brengen van het maken van een vertaalslag voor de persoonlijke situatie van de lezer, zodat hij/zij er in zijn persoonlijke situatie mee aan de slag kan.
Als ik een controversieel standpunt mag innemen ten aanzien van een transitie waar we ons in bevinden, is het deze: ‘Langzaam maar zeker bewegen we ons richting het einde van onze democratie, tenzij….’. Helaas een aantal voorbeelden leidt ertoe om eerder te spreken over dankzij, bijvoorbeeld omdat:
Paradoxaal genoeg er een situatie lijkt te ontstaan die erop duidt dat China in staat is om steeds meer hongerige monden te voeden, terwijl het aantal hongerige Amerikanen (afhankelijk van voedselbonnen) steeds groter wordt. Steeds meer Europeanen of Amerikanen lijken op te rukken naar rechts omdat de traditionele partijen sinds de jaren 80 met toestemming van de overheid de sociaaldemocratie de rug toe hebben gekeerd ten gunste van het kapitalisme. De argumentatie dat concurrentie goed is voor de consument, bleek achteraf niet helemaal te kloppen of werd teniet gedaan vanwege het feit dat er een grote consolidatieslag heeft plaatsgevonden, waardoor de concurrentie zienderogen afnam.
Zoals Jaap schrijft in het Economisch Weerbericht 103, hebben de lobbyisten het bijvoorbeeld in Amerika voor elkaar gekregen om de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen, qua tijdsbeeld aardig passend in de cyclus van Kondratieff, de kop in te drukken. Jaap kan wel eens gelijk hebben met zijn stelling dat we nog niet diep genoeg in de ellende zitten. Ook volgens de cyclus van Kondratieff (welke mening je er ook over hebt) zou deze stelling kunnen bevestigen omdat tijdens zijn ‘Winterperiode’ er een schuldsanering op gang komen. Vooralsnog hebben overheden de schulden alleen maar laten oplopen. Nu pas lijkt er hier en daar een begin gemaakt te worden aan het terugdringen van het overheidstekort.
Jaap, nu we zo aan het terugblikken zijn, mede dankzij Kees Dullemond, realiseer ik me dat we de afgelopen twee jaar samen iets moois hebben neergezet. Het kost alleen zo verschrikkelijk veel tijd.
Meer informatie over Kondratieff:
http://www.iex.nl/columns/columns_artikel.asp?colid=41869
@Arnoud: De uitkomst van “De Grote Transitie” is prima te plotten in 4 kwadranten, gedefinieerd door de 2 haals op elkaar staande onzekerheidsassen “onbegrip <> begrip” en “welvaart <> welzijn”. Moesten we maar eens een scenarioplanningexercitie aan wagen, stel ik voor.
‘onbegrip <> begrip” en “welvaart <> welzijn’, gaan we wat mij betreft doen!
GOEDGOED!! :-))
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!