Wat zei de dokter ook al weer?
80 procent van de informatie die we bij de dokter krijgen, vergeten we. Van wat we ons w?l herinneren, klopt de helft niet. Gebruikt de arts te moeilijke woorden, zijn pati?nten te gespannen of is er iets anders aan de hand?
Hoe zou de uitslag zijn? Zweethanden, hartkloppingen en een verhoogde bloeddruk. Vlak voor een doktersbezoek kampt een pati?nt vaak met aanzienlijke stress. Met als gevolg dat informatie die hij of zij in de spreekkamer krijgt, niet blijft hangen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat slechts twintig procent van alle informatie die een arts – tandarts, huisarts, specialist – geeft, wordt onthouden.
Neuropsycholoog Roy Kessels is als docent en onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht en houdt zich voornamelijk bezig met het geheugen. ,,Twintig procent is natuurlijk erg weinig, zeker als je bedenkt dat van wat iemand zich meent te herinneren, de helft niet correct onthouden is.’‘
Eind vorig jaar ging Kessels in op een verzoek van diverse zorginstellingen om verder onderzoek te doen naar de oorzaken van deze vergeetachtigheid. ,,Vaak krijgt spanning de schuld. En natuurlijk speelt die een grote rol in het niet kunnen onthouden van medicijnvoorschriften, naam van een therapeut, onderzoeken die moeten worden gedaan, enzovoorts. Een slecht bericht kan zo’n klap geven, dat alles wat daarna wordt gezegd, niet doordringt. En wanneer een arts vertelt dat de uitslag goed is, kan de opluchting overheersen, zodat de pati?nt een vervolgafspraak vergeet te maken’‘, aldus de neuropsycholoog.
Ouderdom is een andere voor de hand liggende oorzaak, maar Kessels benadrukt dat – hoewel ouderen inderdaad wat slechter ‘scoren’ – het niet alleen dementen en bejaarden zijn die vergeten wat een arts vertelt. Bij iedereen lijkt het geheugen in de spreekkamer slechter te functioneren. Jong of oud, mondig of niet, niemand is er compleet zichzelf.
In een vooraanstaand Engels medisch tijdschrift publiceerde Kessels zijn onderzoeksresultaten die aangeven dat er veel meer oorzaken zijn dan spanning en ouderdomsverschijnselen alleen. Zijn artikel kon op veel instemmende geluiden uit de medische wereld rekenen; artsen maken zich ook zorgen.
,,We leven in een tijd waarin er steeds meer wordt gestreefd naar kortere ziekenhuisopnamen en meer thuisbehandeling. Dat zorgt voor een grotere informatiebehoefte van pati?nten en een behoorlijke verantwoordelijkheid van de pati?nt voor zijn eigen therapietrouw, dus op de juiste tijden de medicijnen innemen, goede wondverzorging en dergelijke. En die therapietrouw is dus in het geding’‘, aldus Kessels.
Nader onderzoek is nodig om te kijken wat de gevolgen hiervan zijn. D?t er gevolgen zijn, is duidelijk, maar de omvang ervan is niet bekend. ,,Behalve aan verkeerd medicijngebruik met alle – misschien soms zelfs noodlottige – gevolgen van dien en extra lege plekken in de wachtkamer omdat mensen niet komen opdagen op controleafspraken, valt ook te denken aan onnodige ongerustheid. Bijvoorbeeld omdat iemand alleen het woord ‘gezwel’ heeft onthouden en niet heeft gehoord dat de arts vertelde dat het zo goed als zeker een goedaardig gezwel is.’‘
Binnen de medische wereld is al langer bekend dat slechte therapietrouw voor een deel wordt veroorzaakt door het vergeten van informatie, maar er is nooit veel ruchtbaarheid aan gegeven. Kessels: ,,Er is wel meer aandacht gekomen voor de communicatie van de kant van de artsen. Zo wordt op nascholingscursussen aandacht besteed aan gesprekstechnieken en taalgebruik: minder medische termen en complexe informatie en een persoonlijkere benadering. Duidelijkheid is ook van groot belang. Een pati?nt onthoudt beter ‘u moet de komende twee weken thuisblijven’ dan ‘u zult wat rust moeten nemen’. Verder speelt de volgorde waarin de informatie wordt gegeven een grote rol in wat de pati?nt onthoudt. Het kan bijvoorbeeld verstandig zijn als een arts eerst bespreekt wat de verdere behandeling inhoudt voordat hij of zij de ziekte bij de naam noemt. Tijdens de studie geneeskunde wordt dit onderwerp inmiddels expliciet behandeld en de laatste jaren is de communicatie dan ook deels verbeterd, maar de cijfers blijven beangstigend.’‘
Hoogste tijd dus om het probleem onder de aandacht van de mensen te brengen en hen bewust te maken van deze problematiek. Volgens Kessels is kennis van de genoemde cijfers al genoeg om bij het volgende consult pen en papier mee te nemen en het gesprek in trefwoorden samen te vatten.
Bron:
Oorzaken
Er zijn verschillende redenen waarom patiënten informatie die zij in de spreekkamer krijgen, niet goed onthouden.
* De patiënt krijgt steeds grotere hoeveelheden informatie te verwerken. Doordat patiënten steeds mondiger zijn, geeft de arts steeds meer informatie.
* Mondelinge informatie is vrijwel altijd moeilijker te onthouden dan schriftelijke. Daarom is het goed als een arts een foldertje meegeeft of wat trefwoorden op papier zet.
* De patiënt kan moeilijk afstand nemen van de situatie en neemt minder informatie op dan iemand die wat verder van de ziekte afstaat. Iemand meenemen naar de dokter is dan ook aan te raden.
* Bij het ouder worden, werken bepaalde delen van het geheugen slechter.
* Informatie die in strijd is met bestaande opvattingen wordt slechter opgenomen dan informatie die aansluit bij de verwachtingen van de patiënt. Omdat ouderen al veel langer een ‘eigen kader’ hebben ontwikkeld, zullen zij vaker informatie krijgen die niet aansluit.
* Het terughalen van informatie is het gemakkelijkst wanneer iemand zich in dezelfde omstandigheden bevindt als op het moment dat de informatie werd opgenomen. Thuis op de bank is het daarom moeilijk om je te herinneren wat de arts zei.
* Als de arts een bezorgde indruk maakt, verhoogt dat het stressniveau van de patiënt en wordt er minder van het gesprek onthouden.
* Een patiënt onthoudt complexe, medische termen slecht. Sommige artsen vervallen nog altijd te veel in vakjargon.
* Taalbarrières. Mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen, maar ook lager opgeleiden, kunnen baat hebben bij ‘visuele communicatie’ in de vorm van pictogrammen.
Het is vandaag een en al gezondheidszorg op en via Internet in de media. AD, Telegraaf, Trouw en Volkskrant komen allemaal met gerelateerde artikelen. Zeker de moeite waard om te lezen is:
Het Klikt met de dokter, Volkskrant, Zaterdag 20 september 2003