Economisch weerbericht (135): Internet verandert ons geheugen

16 juli 2011, 07:19

Daar gingen we gisteren weer. Internet Alters Memory kopte The Slatest. Onderzoek had het uitgewezen. Het is zo verleidelijk om altijd weer keihard van stapel te lopen. Wat verandert er nou eigenlijk? Gaat het om fysiologische zaken? Veranderen de hersenen? Verandert ons geheugen? Verandert het gebruik van de menselijke geheugen- annex verwerkingsfaculteit structureel? Of gaat het puur om hoe we dingen doen wanneer we de kans krijgen? Als eerste uiting van adaptief vermogen. Het internet voor je neus, dus (op)zoeken maar. In de aanname, dat alles er morgen ook nog wel zo zal bijliggen: zoekproces en resultaten. Gek zeg, dat we ons kennelijk daarop verlaten.

Het “Google Effect”

De onderzoekers hebben het zelf heel voorzichtig over “processes of human memory” die veranderen. Wat in elk geval verandert of misschien wel “slechts” verandert, is ons gedrag. Misschien is het “Google Effect” ook wel een opmaat – zoals Betsy Sparrow suggereert – om zaken structureel in een groter verband te gaan begrijpen: “perhaps those who learn will become less occupied with facts and more engaged in larger questions of understanding”. Dat klinkt hoogdravend en weinig wetenschappelijk. Bovendien is het “Google effect” er eentje uit de oude doos. Ik zal u vertellen wat er in elk geval wel aan de hand is.

Van zoeken ga je vinden en daar samen iets mee doen

(Vermeende) feiten en verbanden liggen tegenwoordig voor het oprapen. Met internet als de primaire vorm van extern of transactief geheugen treden de eigen perceptie, opinie en productie noodzakelijkerwijs op de voorgrond. Daar hoef je geen onderzoek voor te doen – dat wordt alom gedemonstreerd. Wel eens van sociale netwerken en weblogs gehoord? Van crowdsourcing? Van open source? Van open innovatie? Het complement van zoeken en “information at your fingertips” op internet is simpelweg: dingen vinden, daar iets van vinden en er samen met anderen iets mee doen. Vanzelfsprekend zijn locatie en context samen met zoekgedrag en interesses een prachtig vierspan om economisch handelen te stimuleren. Ook dat gebeurt volop. Zeker met het App Effect bovenop het Google Effect.

Geheugen als een zeef

Rijkelijk instemmend quotend eindigde Nick “The Shallows” Carr gisteren zijn blogpost over het onderzoek van Sparrow en consorten als volgt:

“We are becoming symbiotic with our computer tools,” […] “growing into interconnected systems that remember less by knowing information than by knowing where the information can be found.” […] “We must remain plugged in to know what Google knows.”

Platte feiten, die iedereen zo uit zijn mouw kan toveren – a propos “onthouden”. Tevens een opmerkelijk platte kop boven de blogpost: “Minds like sieves”. Dat weten we ook allemaal: de onlangs verscheiden professor Wagenaar had er zijn levenswerk van gemaakt. Maar goed, bij elkaar misschien helemaal niet zo erg, totdat Carr meent aan het eind nog even een cliffhanger van jewelste te moeten opdissen. Deze: “as memory shifts from the individual mind to the machine’s shared database, what happens to that unique “cohesion” that is the self?” Ik wil er maar dit van zeggen. Praten over “the self” is een paar obscure stappen terug naar allerlei glibberige vertogen, die we al lang achter ons hadden gelaten. Wellicht was Carr dat even vergeten!

Jaap Bloem
Research Director Sogeti/VINT bij Sogeti/VINT

Jaap Bloem is in IT since the PC and now a Research Director at Sogeti/VINT. In his days at KPMG Consulting he co-founded the IT Trends Institute. Jaap was a publisher of IT books and editor in chief of IT magazines at Wolters Kluwer. Before coming to VINT, Jaap was the Marketing Executive for the Dutch Chapter of ISOC, the Internet Society. Jaap has co-authored many books and articles, and loves to develop and evangelize ground-breaking thought and insight together with colleagues and partners. Jaap Bloem is in augustus 2018 overleden.

Categorie
Tags

13 Reacties

    Berend

    Wat ik wel denk, is dat mensen lui worden in het nadenken. Als ze even iets niet weten pakken ze google erbij, wat als gevolg heeft dat ze eerst google raadplegen ipv nadenken en graven in je geheugen. Als je dit jezelf aanleert kan ik me voorstellen dat er wat minder op je ‘harde schijf’ wordt opgeslagen, je steeds meer afhankelijk wordt van google en dus, wanneer je internet wegneemt, je hulpeloos bent?


    19 juli 2011 om 05:08
    JaapBloem

    @Berend: dat zal ongetwijfeld ook gebeuren. Net zoals het Google-effect de aloude stelling onderbouwt, dat “we immers liever lui zijn dan moe”. M.i. ook heel belangrijk in dit verband is de leeftijdscategorie. Net zoals het oppassen geblazen is met een teveel aan allerlei media, geldt dat ook voor internet. Als onze hersenen door de millennia heen niet zo bijster snel veranderen en onze cognitieve vaardigheden ook niet, dan is het ook niet zo handig om allerlei traditionalia op te geven misschien. Want we zijn nog wel even iets meer dan ons geheugen, brein etcetera. Die zaken in redelijkheid (!;-) overlaten aan digitalia lijkt me prima. Net zoals de rekenmachine de rekenlineaal verving hebben we echt computers en netwerken hard nodig om substantieel vooruit te komen. Net als media en de (smart)foon. Het belangrijkste is, dat we daar steeds niet gemakzuchtig van worden. In plaats daarvan moeten we het trio zoeken-vinden-handelen sociaal, economisch, maatschappelijk en “wetenschappelijk” – liefst in combinatie – zinvol aanwenden. Over die zingeving en de noodzaak ervan is heel veel discussie mogelijk. En die vindt ook volop plaats.


    19 juli 2011 om 06:22
    JaapBloem

    CLUE: internet verandert mijn activiteiten/handelen. Skip out memory & brain. Die abstracties hebben we niet meer nodig. VET. Hey U.S. followers. This is going too fast perhaps? Plz let me know . . .


    20 juli 2011 om 14:27
    Gyurka Jansen

    Dankjewel, Jaap. Ik denk dathet vooral zo is dat we meer in paden, en ‘hoe kom ik bij de oplossing?’ gaan denken, niet dat per se onze hersenen veranderen. Zoals je zelf inderdaad ook aangeeft is dat niet echt nieuw, we gaan hoogstens vaker zo denken. (En misschien over een bredere laag van de bevolking) Wat dat betreft is de nadruk op zoeken en beoordelen van betrouwbaarheid op scholen en bij studies niet eens zo gek.

    Zelf zie ik echter nog wel veel waarde in het ‘oude’ denken: bij het evalueren en optimalisern van je zoektoch is veel parate kennis toch nog wel erg handig. Maar misschien ben ik al net wat te laat met mijn scholing en denk ik zelf nog oud. 😉


    22 juli 2011 om 08:34
    JaapBloem

    @Gyurka: volgens mij hebben we er allebei een vriend bij 😉


    22 juli 2011 om 09:46
    JaapBloem

    Geheugen en intelligentie. Dat thema hield de Egyptische koning Thamos al bezig, toen de god Toth hem het schrift aanbood, als overgang van prehistorie naar historie. Thamos’ angst hebben we overgeleverd gekregen via Socrates en Plato. Zaken op schrift stellen, zo vreesde de koning, maakt ons vast vergeetachtig. Internet had deze vorst dus zeker aan banden gelegd.

    Ons geheugen is ons erg dierbaar. Dat is van alle tijden en heeft niets met Alzheimer te maken. Ook Michel de Montaigne maakte zich in de 16de eeuw zorgen om zijn slechte geheugen. Dat paste natuurlijk goed bij deze vader van het skepticisme. Stelselmatig vroeg Montaigne zich af wat hij eigenlijk nou helemaal wist. Voordat Plato leefde, was het de Romeinse dichter Simonides van Ceos al opgevallen, dat ezelsbruggetjes met locatie en ruimte het feilbare menselijke geheugen aanzienlijk beter lieten presteren. Simonides legde de basis voor de Ars Memoriativa, de kunst van het herinneren.

    In onze tijd is Joshua Foer het levende bewijs, dat de geheugenpaleizen van Simonides en andere trucs uitstekend kunnen werken. Met een voorschot van ruim 1 miljoen dollar begon Foer zijn geheugen te trainen. In 2006 won hij het jaarlijkse U.S. Memory Championship. Begin 2011 verscheen zijn boek Moonwalking with Einstein: The Art and Science of Remembering Everything. Een film is in de maak bij Columbia Pictures.


    29 augustus 2011 om 17:26

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!