“Internet cruciaal voor de internationale concurrentiepositie van Nederland”
SIDN, de beheerder van de Nederlandse domeinnamen, bestaat 25 jaar en viert feest tijdens haar eigen congres waar onder andere Kevin Kelly op visite komt. Op haar feestje maakt de SIDN de resultaten bekend van de Nationale Internetenquête (n=11.000). Meest opvallende resultaten zijn dat 51% van de respondenten toegang tot internet als grondrecht beschouwt, en dat respondenten de kans groter achten dat men met cybercriminaliteit in aanraking komt (36%), dan met fysieke criminaliteit (25%). Zakelijke respondenten onderstrepen het belang van internet, en zeggen dat het cruciaal is voor concurrentiepositie van Nederland, het kansen biedt qua efficiencyverbetering en communicatie en belangrijker is dan zelf innoveren.
Internet & de economie
• De resultaten bevestigen dat internet niet meer weg te denken valt uit het bedrijfsleven en hiermee dus van grote waarde is voor de economische activiteit binnen Nederland en de concurrentiepositie. Het belang van internet voor de economie (45% van de respondenten vindt internet onmisbaar voor de economie) wordt ook hoger ingeschat dan het belang van internet voor de maatschappij of het individu (respectievelijk 36% en 28%).
Economie
• De zakelijke respondenten zien meer kansen dan bedreigingen. Opvallend is dat zij die kansen hoofdzakelijk zien in een verhoging van de efficiency en mogelijkheden voor beter klantcontact. Relatief weinig zakelijke respondenten (15%) zien kansen in het zelf ontwikkelen van nieuwe innovatieve internettoepassingen of concepten. Investeringen in infrastructuur (77%) en kennis (62%) zijn vereist om Nederland de sterke positie op het gebied van internet te laten behouden en uit te breiden.
• De respondenten verwachten over 5 jaar meer uitgaven te doen via internet dan nu het geval is (gemiddeld 50% meer). Vooral respondenten met hogere inkomens verwachten in de toekomst (relatief) meer via internet uit te zullen geven. Deze verwachting ligt lager dan de gemiddelde stijging in de periode tussen 2007 en 2010, waarin de omzet van internetwinkels is verdriedubbeld. Toch geeft deze uitkomst een sterke indicatie dat er nog verdere groei te verwachten is in de internetbestedingen. Daarmee zet de verschuiving van consumptie via fysieke kanalen naar consumptie via internet voorlopig door, zij het mogelijk minder sterk dan voorheen.
Inernet & het individu
• Het belang van internet voor het persoonlijk leven is lager dan het belang voor de economie en de maatschappij. Dit neemt niet weg dat respondenten ook een grote toegevoegde waarde zien van internet voor het privéleven en het onderdeel is geworden van het dagelijks leven.
• Een absolute meerderheid (85%) gebruikt internet dagelijks of bijna dagelijks. Bij een groot deel (49%) is het gebruik het afgelopen jaar toegenomen.
• Internet is een spil geworden in het ontmoeten van mensen en het opbouwen en onderhouden van relaties met familie en vrienden. Een meerderheid van de respondenten geeft aan internet te gebruiken voor het opbouwen en onderhouden van contacten, maar ziet internet niet als onmisbaar. Internet lijkt in relaties voor de meerderheid meer een verrijking te zijn voor, dan een vervanging van hun fysieke communicatie.
• Internet wordt door een aanzienlijk deel van de respondenten als bedreiging gezien voor het bewaken van een gezonde werk-privé balans: een kleine minderheid (40%) geeft aan dat werk- en privézaken door internet steeds meer door elkaar dreigen te lopen. Deze ontwikkeling wordt niet als een positieve gezien: een grote meerderheid (74%) van de respondenten die dit als een issue ziet, geeft aan hier moeite mee te hebben.
Bescherming & privacy
Bescherming van de privacy is een gevoelig onderwerp. Aan de ene kant lijken consumenten hun hele leven te delen op social media. Aan de andere kant heeft een meerderheid van de respondenten er moeite mee als surfgedrag wordt opgeslagen. De weerzin tegen het gebruik van surfgegevens neemt toe als data wordt gebruikt voor reclamedoeleinden. Een meerderheid heeft er echter ook problemen mee als surfgedrag wordt opgeslagen voor het verbeteren van de internetervaring. Met name respondenten in de leeftijdscategorie 45-65 geven aan er vaker moeite mee te hebben dat surfgedrag gebruikt wordt voor gerichte benadering. Daarentegen hebben tabletbezitters minder bezwaren dan gemiddeld tegen dataopslag als de gegevens worden gebruikt voor de verbetering van de internetervaring. Gepensioneerden hebben sowieso minder bezwaren tegen opslag van het surfgedrag.
48% van de respondenten ziet liever algemene reclame voor een brede doelgroep dan reclame die op hen persoonlijk van toepassing is. 27% daarentegen ziet liever gerichte reclame. Gepensioneerden hebben een sterke voorkeur voor op hen persoonlijk gerichte reclame. Hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen hebben relatief veel weerstand tegen reclame op internet die op hen is afgestemd.
In juni 2011 heeft de Tweede Kamer een wetswijziging aangenomen waarmee bedrijven worden verplicht om eindgebruikers toestemming te vragen voor het plaatsen van zogenaamde tracking cookies. De wetswijziging moet nog worden aangenomen door de Eerste Kamer. In september 2011 hebben publieke discussies plaatsgevonden over de nut en noodzaak van deze wetswijziging. De wetgeving en de berichtgeving erover kunnen de meningen van respondenten beïnvloed hebben.