Duurzame innovaties vragen om nieuwe samenwerkingsverbanden

25 februari 2015, 08:30

De spelers uit de klassieke ‘triple helix’ moeten zich gaan verbinden met de burger en organiseren rond platformen

De intensieve samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen, de zogenoemde triple helix of gouden driehoek, wordt vaak gezien als de succesformule voor innovatie en economische groei. De Brainport Eindhoven geldt in binnen- en buitenland als een geslaagd voorbeeld van zo’n samenwerking. Overheden, kennisinstellingen en bedrijven stelden een gezamenlijke meerjarige agenda op voor economische groei en stemden hun activiteiten op het gebied van kenniswerkers, onderwijs en vestigingsklimaat op elkaar af. Op deze manier wist de regio een moeilijke periode na het faillissement van DAF en de ontmanteling van Philips te boven te komen.

Samenwerken in innovatie

Twintig jaar later is de triple helix echter aan vernieuwing toe. De burger neemt als vierde speler een steeds belangrijkere rol op zich in onze genetwerkte samenleving. Door de burgers meer te betrekken en aan te sluiten bij initiatieven die van onderop uit de maatschappij opkomen, kan innovatie worden versterkt en versneld en maatschappelijk draagvlak worden behouden.

De burger in opkomst

Burgers hebben de afgelopen decennia de beschikking gekregen over middelen waarmee zij een grotere rol kunnen spelen in innovatieprocessen en in het bedenken, financieren, produceren en verhandelen van goederen en diensten. En dat doen ze. Op talloze terreinen zijn sociaal ondernemerschap, fanatieke doe-het-zelf-gemeenschappen en op delen gebaseerde diensten initiatieven al in opkomst. Dat levert een hele nieuwe economie op naast de bestaande, aangeduid als de deeleconomie.

Nieuwe ondernemingen als Airbnb, Peerby en Uber spelen in op deze ontwikkelingen met nieuwe organisatiemodellen. Zij innoveren de markt op een disruptieve manier en zetten zo bestaande machtsverhoudingen op hun kop. Toch hebben al deze ‘burgerinitiatieven’ nog weinig verbinding met de bestaande spelers: bedrijven, overheden en kennisinstellingen, die via gezamenlijke agenda’s en ‘polderen’ proberen te innoveren.

De energie van burgers beter benutten

De verduurzaming van de energievoorziening vraagt zowel om nieuwe technologische innovaties, nieuwe grondstoffenkringlopen, nieuwe verdien- en financieringsmodellen als ook een vermindering van het energieverbruik, investeringen in zonnepanelen, gedragsverandering bij burgers. De burger is dus een cruciale schakel in de oplossing.

Bovendien kunnen bedrijven en overheden gerichter inspelen op de wensen van burgers door burgers een rol te geven in het genereren van ideeën, het selecteren of beoordelen ervan en het verspreiden ervan. Het gebruikmaken van de ‘wisdom of crowds’ kan op uiteenlopende manieren met meer en mindere mate van interactie. We zien dat deze trend om burgers vroegtijdig te betrekken bij het innovatieproces wordt versterkt door digitalisering waarbij innovatie sterker dan ooit gestuurd wordt vanuit de vraagzijde, met de eindgebruiker (en dat kan de burger zijn) als vertrekpunt. Dit is precies wat in de innovatieagenda’s van de meeste topsectoren nog ontbreekt.

Het Energieakkoord is een goed voorbeeld van polderende partijen die gezamenlijk belangrijke stappen zetten maar onvoldoende aansluiting hebben bij de moderne samenleving. Daardoor zijn de duurzame doelstellingen die gerealiseerd kunnen worden lager dan mogelijk en bestaat het risico op een groeiende weerstand ontstaan tegen de vernieuwingen, zoals de beweging tegen windmolenparken.

Draagvlak voor innovaties is des te belangrijker bij transities en nieuwe ontwikkelingen. Het op grote schaal verzamelen en interpreteren van gebruikersdata, 3D-printen en synthetische biologie brengen nieuwe maatschappelijke en ethische dilemma’s met zich mee. Daarnaast zien we maatschappelijke weerstand tegen nieuwe diensten als UberPop en Airbnb en de toenemende inzet van robots die bestaande werkgelegenheid aantasten en in eerste instantie weinig bijdragen aan de lokale economie en sociale samenhang.

Nieuwe vormen van samenwerken

Al deze ontwikkelingen hebben grote invloed op de triple helix. Zowel wat betreft de rol van de spelers in de huidige triple helix als in de manier waarop innovatie en samenwerking worden vormgegeven. Steeds vaker zullen bedrijven, overheden en kennisinstellingen niet meer de experts zijn die vanuit een ivoren toren opereren, maar nemen zij de rol van architect, procesbegeleider of ondersteuner op zich, ruimte gevend aan de inbreng van burgers.

De combinatie van nieuwe digitale technieken en burgerbetrokkenheid leidt tot nieuwe vormen van samenwerken en innoveren. Vormen waarbij in interactie met eindgebruikers geïnnoveerd wordt. Het onderzoekslab is niet langer een gesloten laboratorium van experts maar een levend laboratorium, een living lab of field lab, waarin productconcepten uitgetest worden bij gebruikers. Dit betekent tegelijkertijd dat de sociale aspecten van innovatie belangrijker worden: samenwerken, betrokkenheid, participatie, wederkerigheid, vertrouwen, veiligheid en eigenaarschap worden kernbegrippen in die samenwerking.

De opkomst van nieuwe laagdrempelige en kleinschalige technieken zorgt eveneens voor een nieuwe industriële structuur: decentraal en genetwerkt. Produceren en distribueren veranderen van karakter met de mogelijkheid om flexibel en gepersonaliseerd te werken. Bovendien spelen ook niet wetenschappelijke vormen van kennis een rol zoals praktische vaardigheden, op ervaring gebaseerde kennis en ambachtelijk vakmanschap.

Platformen als nieuwe steunpilaren

Om de nieuwe samenwerking tussen alle vier de spelers vorm te geven, zijn nieuwe samenwerkingsverbanden nodig en structuren om deze te coördineren. Structuren die samenwerking faciliteren in wisselende combinaties en waarbij uitwisselbaarheid en toegang goed geregeld zijn. Platformen kunnen deze rol vervullen: ze verbinden vragers met aanbieders, bieden een ondersteunende gestandaardiseerde infrastructuur die samenwerking mogelijk maakt, waarbij grote bedrijven, sociale ondernemers, overheden en burgers elkaar aanvullen. Het platform biedt vervolgens ruimte aan een grote diversiteit aan innovaties.

Deze nieuwe platformen zijn niet langer georiënteerd langs traditionele markten of sectoren maar bevinden zich rond maatschappelijke uitdagingen, plaatsen waar over de grenzen van disciplines en grenzen heen samenwerking tussen spelers essentieel is. De onderstaande figuur geeft die verschuiving van bestaande samenwerkingsstructuren in de triple helix (links), geordend langs topsectoren aan richting nieuwe genetwerkte structuren waarbij burgers eveneens een rol hebben (rechts).

Figuur: Schematische weergave van de transitie van losse diensten en triplehelix-netwerken (links) naar nieuwe netwerken met burger betrokkenheid rond maatschappelijke thema’s (rechts). Uit: De kracht van platformen, M.Kreijveld et al. Vakmedianet, 2014)

Voor het innovatiebeleid betekent dat overheden zich in het innovatiebeleid minder zouden moeten inzetten op het versterken van technische capaciteit van de door de industrie aangedragen topsectoren, zoals chemie, logistiek en high tech. Overheden zouden maatschappelijke uitdagingen centraal kunnen stellen. Ze zouden bedrijven, kennisinstellingen en burgers kunnen uitdagen om hiermee actief aan de slag te gaan (in nieuwe combinaties) en de ambities in te realiseren doelstellingen hoog te leggen. Maar laten we niet met zijn allen naar de overheid kijken. Wie pakt de handschoen op?

Lees meer over de structuur van en dynamiek rond platformen in mijn boek ‘De kracht van platformen. Nieuwe strategieën voor innoveren in een digitaliserende wereld.

De komende maanden ga ik verder op zoek naar hoe deze platformen voor duurzame innovaties eruit zouden kunnen zien. Wie wil meedenken of heeft interessante bijdragen? Neem dan gerucht contact met me op.

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!