Smartphoneverslaving: vooral vrouwen en jongeren lopen gevaar

26 maart 2015, 08:30

Een onderzoek van de Universiteit Twente

Door de een of andere oorzaak, ik weet niet meer exact welke, ben ik de afgelopen tijd getriggerd om eens wat dieper te duiken in het onderwerp van verslaving en het bewust opwekken daarvan door commerciële partijen. Over dat onderwerp zal ik de komende tijd vaker bloggen. Dit eerste artikel gaat over een recent onderzoek naar smartphoneverslaving van de Universiteit Twente waar ik zelf ook aan verbonden ben. Uit het onderzoek door van Deursen, Bolle, Hegner en Kommers (2015) blijkt dat hoe meer het gebruik van een smartphone een gewoonte (habit) wordt, hoe hoger de kans dat je er inderdaad aan verslaafd raakt. Frequentie speelt dus een belangrijke rol. Dat lijkt overigens sneller te gaan als je de telefoon meer voor sociale toepassingen gebruikt. En het zijn dan vooral vrouwen en jongeren die een hogere kans hebben om verslaafd te raken. Dus zo onschuldig lijkt het doelbewust aankweken van habits, zoals onder andere Nir Eyal ons wil doen geloven, nou ook weer niet.

Wat werd er precies onderzocht?

De onderzoekers vonden verscheidene andere wetenschappelijke studies waarin wordt gewezen op het probleem van internet en smartphone verslaving. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar de factoren die daar nou precies aan bijdragen. Om dit gat in de kennis op te vullen wordt in dit onderzoek met name gekeken naar het type smartphone gebruik oftewel welke soorten van genot (gratifications) een rol spelen in het gebruik van smartphones. Denk hierbij aan social (Facebook, Whatsapp, Twitter etcetera) en niet social gebruik (Nu.nl, YouTube, Slam.fm etcetera)

Vervolgens werd gekeken naar de mate van invloed van verschillende psychologische factoren op het ergens aan verslaafd raken. Hierbij werd specifiek gekeken naar de persoonlijkheid variabelen social stress, emotionele intelligentie en self-regulation (zeg maar het vermogen om bewust te bepalen wat je wel en niet doet) . Deze waren namelijk in eerder onderzoek als eens aangewezen als belangrijke factoren. Ook word besloten om geslacht en leeftijd als variabelen in het onderzoek mee te nemen.

Is er een verschil tussen een gewoonte en een verslaving?

In de publicatie wordt eerst heel helder uitgelegd dat een verslaving iets anders is dan een gewoonte: eerst komt de verslaving aan bod, waarbij uiteraard geldt dat een smartphoneverslaving natuurlijk iets anders dan niet van de coke of alcohol af kunnen blijven.

Het wordt dan ook een behavioural verslaving genoemd en niet een substance verslaving. Gokken is bijvoorbeeld ook een behavioural verslaving. Je kunt er niet mee stoppen omdat je het vreselijk lekker vindt ondanks alle negatieve gevolgen. Gaming of seks dan wel internetten kan bij sommigen ook zulke gevolgen hebben. Je komt er dan ook niet vanaf zonder echt af te kicken.

Wat zijn habits dan?

Habits zijn gedragingen die je eigenlijk heel automatisch doet. Zonder erbij na te denken. Dat wordt ook wel type 1 of systeem 1 gedrag genoemd. Je leert ze vooral aan door herhaling en meestal in combinatie met bepaalde omstandigheden.

Een habit kan heel handig zijn vooral omdat je daardoor bijvoorbeeld verschillende dingen tegelijk kunt doen of heel complexe taken kunt vervullen. Daarnaast zijn habits ook handig omdat je daaruit voor een deel iemands persoonlijkheid kunt afleiden en dus weet wat iemand in bepaalde situaties waarschijnlijk zal doen. Dat helpt uiteraard in het sociale verkeer.

De andere kant van de medaille is dat ze ook hinderlijk kunnen zijn als ze ongereguleerd optreden. Denk maar eens aan als die keren dat je gezellig zat te eten en anderen alleen maar op hun smartphone zaten te kijken. Of die keren dat je eigenlijk dat werk af wilde maken maar gewoon niet van Facebook of Twitter af kon komen. Of dat je op weg naar een afspraak die voor een deel op dezelfde route naar je werk ligt de juiste afslag mist omdat die net iets eerder is dan je vaste afslag.

Dit soort van automatisch gedrag wordt opgeroepen door triggers. Die kunnen zowel van binnenuit komen als van buitenaf. Hierbij is bekend dat bijvoorbeeld onze behoefte aan sociaal contact en om erbij te horen een heel sterke rol van binnenuit kan spelen (Baumeister & Leary,1995). Maar de externe triggers kennen we ook allemaal. Het trillen, rode getalletjes op je social apps en die andere notificaties op je mobiel die zich toch aan je netvlies weten op te dringen als je net House of Cards zit te kijken, in een vergadering zit of aan het autorijden bent.

Als er iedere keer dat je op zo’n trigger regeert positieve gevolgen zijn voor je (iemand heeft iets van je geliked, of iets aardigs gezegd of nodigt je ergens voor uit dan wel dat je bijvoorbeeld het laatste nieuws krijgt als je klikt) hoe waarschijnlijker het dan wordt dat je het de volgende keer weer zult doen.

Hoe relevanter of lekkerder je de beloning vindt, in combinatie met hoe vaak je op de trigger reageert, bepaalt de sterkte oftewel de hardnekkigheid van de habit. En als zo’n habit sterk is, reageren we sneller op de triggers. Die gaan dan als een cue voor gedrag functioneren. Het wordt op die manier dus eigenlijk een zichzelf versterkende cirkel. Kijk maar eens wat er met jezelf gebeurt als je een keer in een omgeving bent waar er geen bereik is met je telefoon. Dan worden mensen vaak meteen onrustig.

De onderzoekers poneren dan ook de stelling dat er een positieve correlatie is tussen het gebruik van een smartphone als een habit en het eraan verslaafd raken. Dus hoe sterker de habit, des te groter de kans op een verslaving. Voor meer uitleg hierover, google maar eens op Skinner Box.

De Skinner Box

Het type gebruik

In het onderzoek wordt er op basis van eerder verschenen onderzoeken een onderscheid gemaakt tussen social en niet-social gebruik van smartphones. Beiden geven een gratification omdat ze bepaalde behoeften vervullen. Dat geldt meer voor het social gebruik van je smartphone dan het niet-social gebruik ervan. Daarbij is eerder al aangetoond dat mensen die een grotere behoefte hebben aan sociaal contact en dat via social gebruik van de smartphone kunnen bevredigen, meer dan bij het niet-social gebruik het geval is, een sterke habit kunnen ontwikkelen. En hoe sterker de habit, hoe groter de kans op verslaving stellen van Deursen et al.

Hoe werd er onderzocht?

Het onderzoek werd in 2014 in Nederland uitgevoerd op basis van een enquête die 386 bruikbare resultaten opleverde. De gemiddelde leeftijd van de respondenten lag rond de 35 jaar met een variatie tussen de 15 en 88 jaar. Zij gebruikten hun smartphone gemiddeld bijna 17 uur per week en hadden er een al in hun bezit gedurende gemiddeld 4,7 jaar.

En wat waren de uitkomsten?

Over het algemeen bleken de hypotheses van de onderzoekers aardig te kloppen.

Ik geef de belangrijkste conclusies hier even puntsgewijs weer.

  1. Een meer frequent process gebruik gaf een hogere habitvorming en ook verslaving te zien.
  2. Hoe meer het gebruik van de smartphone een habit, was hoe hoger de verslaving eraan.
  3. Met name het social gebruik leidt vaker tot habitvorming en heeft hierdoor een indirecte invloed op verslavendheid.
  4. Social stress komt vaker voor bij vrouwen dan mannen en heeft een directe invloed op verslaving.
  5. De mate waarin mensen aangaven in staat te zijn tot zelfregulering heeft een directe invloed op social stress en dus de mate van verslaving.
  6. Vrouwen scoorden in het algemeen hoger op emotionele intelligentie. Maar dit bleek geen rol te spelen bij habitvorming of verslaving
  7. Hoe jonger, hoe groter de kans op habitvorming en verslaving van smartphones. Dat komt vooral door een lagere zelfregulering en socialstressonderdrukking bij jongeren.
  8. Vrouwen gebruiken de smartphone vaker voor social dan mannen.
  9. Vrouwen zijn gevoeliger voor het ontwikkelen van habitvorming en verslavend gebruik van smartphones. De onderzoekers hadden echter verwacht dat dit voor mannen zou gelden.

Hierbij werden wel de volgende kanttekeningen gemaakt. Het aantal mensen in het onderzoek dat als echt verslaafd getypeerd kan worden was (gelukkig) vrij klein. Het onderzoek werd echter georganiseerd middels een enquête en kan dus tot sociaal wenselijke antwoorden hebben geleid. Dit zou dus kunnen betekenen dat de frequentie van gebruik en dus de mate van verslaving in werkelijkheid hoger zou kunnen liggen.

Daarnaast geldt dat er volgens wetenschappelijke definities eigenlijk pas sprake is van verslaving als er ook tastbare ernstige consequenties zichtbaar zijn. Een impulsief excessief smartphonegebruik is op zichzelf nog niet als verslaving te kenmerken. Er worden dan ook aanbevelingen gedaan om in toekomstig onderzoek hier dieper op in te gaan door onder meer onderzoek te doen onder verslaafde gebruikers.

Mijn conclusies

Ik vraag mij na lezing af of de grens tussen een habit en een verslaving zo makkelijk is te trekken. Als een habit kan leiden tot verkeersongelukken, zoals door het social actief zijn achter het stuur, is dat dan niet op zichzelf al ernstig genoeg is om tot verder nadenken te leiden? Of zou je kunnen stellen dat als je self-regulation niet zo sterk is om je van social achter het stuur te onthouden, je eigenlijk al van verslaving moet spreken? De grens lijkt mij nog niet zo duidelijk. Maar zodra er schade is, gewonden zijn en zelfs doden, dan is het in mijn optiek niet slechts een habit meer.

Aan het eind van het onderzoek maken de onderzoekers overigens de optimistische kanttekening dat zelfregulering aan te leren is, dus dat er gelukkig een uitweg is. Daarnaast wordt dat ook sterker als je ouder wordt. Ik weet niet helemaal of dat laatste wel helemaal klopt. De ouderen die aan dit soort onderzoeken mee doen zijn uit het internetloze tijdperk. Zij zijn dus niet hun hele leven al blootgesteld aan de beïnvloedingstechnieken die door de knapste psychologen ter wereld zijn bedacht voor de Facebooks en Apples van deze wereld. Wat gebeurt er met je als je je hele leven er al mee te maken hebt gehad?

Maar mooi onderzoek. Met name omdat ik om mij heen en bij mijzelf ook merk dat ik niet meer zonder dat apparaat kan. Ik begon mij dan ook steeds vaker af te vragen hoe dat nou kon.

Door het lezen van steeds meer wetenschappelijke literatuur, gesprekken met anderen maar ook door het recenseren van boeken over gedragsbeïnvloeding krijg ik steeds meer de indruk dat sommige van de technieken die ik kende helemaal niet altijd de commercieel attractieve onschuldige verleidingstactieken zijn die ik dacht dat zij waren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het gebruik van kennis uit de psychologie zoals ‘de Zes van Cialdini’, kennis ten aanzien van onbewuste beslissingsprocessen die mensen gebruiken en de biases die zich daarbij voor kunnen doen dan wel de verborgen trucs uit de wereld van design- en conversionmanagement.

Met name door het vorig jaar recenseren van het boek Hooked van Nir Eyal begon ik mij af te vragen hoe onschuldig dit eigenlijk allemaal is. In zijn boek wordt namelijk precies uitgelegd hoe je habits voor producten kunt creëren. Daarom wordt zijn boek op dit moment dan ook uit het hoofd geleerd door iedere venture capitalist, tech-startup en web psycholoog.

Na dit onderzoek van Van Deursen en collega’s heb ik dat gevoel helemaal gekregen en zie ik dat het stimuleren van habits ook risico’s voor consumenten met zich mee brengt. Met name omdat dit juist direct kan leiden tot verslaving. En dat moeten wij niet willen. Dat is niet goed voor consumenten en, dus, uiteindelijk ook niet voor merken. Daar ga ik de komende tijd dus meer over bloggen. En ik ga dat doen onder de hashtag #Darkmarketing.

In mijn volgende blogpost ga ik hier dieper op in. Tot dan.

Referenties

  • Baumeister, R. F., & Leary, M. R. (1995). The need to belong: desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological bulletin, 117(3), 497.
  • van Deursen, A. J., Bolle, C. L., Hegner, S. M., & Kommers, P. A. (2015). Modeling habitual and addictive smartphone behavior: The role of smartphone usage types, emotional intelligence, social stress, self-regulation, age, and gender. Computers in Human Behavior, 45, 411-420.

dr. Ronald Voorn
Adviseur en toezichthouder alsmede assistant professor bij Universiteit Twente

dr. Ronald Voorn is jarenlang, o.a. als managing director bij Heineken, actief geweest in het bedrijfsleven. Daarna heeft hij zijn hart verloren aan de wetenschap en behaalde recentelijk zijn PhD op het gebied van consumentenpsychologie met het onderwerp hoe menselijke waarden het consumenten gedrag beïnvloeden. Hij is nu werkzaam als assistent professor op het gebied van duurzaamheid, consumentenpsychologie en gedragsbeïnvloeding. Daarnaast is Ronald vicevoorzitter van de RvC van verzekeringsmaatschappij Univé Dichtbij en actief als consultant, gastspreker, onderzoeker en trainer via Science4business.nl en gedragineendag.nl

COMMUNITY
Categorie
Tags

5 Reacties

    Kathelijne van Essen

    Interessant artikel Ronald!


    26 maart 2015 om 11:34
    ronaldvoorn

    Dank je Kathelijne


    26 maart 2015 om 11:48
    George

    Ik werk met alleen maar mannen en ja een paar jaar geleden dacht ik dat de smartphone echt iets voor vrouwen en kinderen was.

    Nu zitten veel mannen vast aan de smartphone dus ik denk dat het niet sekse gebonden is,maar meer de angst “er niet bij te horen”

    De behoefte is dus misschien wel het gevolg van wat je “kuddegedrag” zou kunnen noemen.

    De ironie in dit alles is dat in de pauze een aantal collega’s zich kompleet afzonderen om er juist bij te horen.


    11 augustus 2015 om 08:40
    ronaldvoorn

    Wat een leuke reactie Marnix. En graag kees ik je boek. Zit jij ook op Twitter? Ik ben te vinden onder @ronvrn , dan kunnen we even dm’n.

    Mvg Ronald


    31 oktober 2016 om 15:31

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!