Jeroen van Leeuwen (INTERVIEWplus): “We willen over 3 jaar dé plek zijn voor goede interviews”
INTERVIEWplus moet een online interviewkanaal worden. Het platform, waar grote namen als Frenk van der Linden, Clairy Polak en Jan Jaap van der Wal aan mee zullen werken, moet eerst wel tweeduizend leden zien te werven voor het van start kan gaan. De crowdfundingcampagne loopt nog niet heel voorspoedig. De aanvankelijke periode van 40 dagen werd, na het behalen van slechts een kleine 20 procent van het beoogde doel, opgerekt tot komende zomer. Geïnteresseerden hebben nu nog meer dan 100 dagen om bij te dragen. “Als we die 2.000 niet halen, gaat het er niet komen. We zetten nu op verschillende fronten in. We hebben denk ik iets te makkelijk gedacht dat gaat wel lopen”, aldus initiatiefnemer Jeroen van Leeuwen.
De vergelijking met De Correspondent is snel gemaakt. Ook daar draaide het om verdieping. Groot verschil is dat de Correpondent dat verhaal bij De Wereld Draait door mocht vertellen. Daardoor werd de kritische grens al snel gehaald. Dat geluk heeft INTERVIEWplus tot op heden niet. Dus zet Van Leeuwen nu in op het maken van pilots. “Zodat je echt kunt zien: dit is wat we voor ogen hebben. Dus we maken van alles minimaal één aflevering en daarmee gaan we teasen en de boer op.”
Zelf ziet Van Leeuwen het duidelijk voor zich: het draait om het verdiepende interview, het lange gesprek. Daartoe heeft hij inmiddels tien mensen bereid gevonden die die gesprekken gaan maken. Bekende interviewers die het vak verstaan. De uitzendingen komen on demand beschikbaar. Leden betalen 4 euro per maand, wat op dit moment in één keer moet worden voldaan.
“Het moet niet houtje-touwtje voelen”
Van Leeuwen heeft zelf een achtergrond bij de publieke omroep. Het gevaar bestaat dat je met die geschiedenis zo’n online kanaal te veel als televisie gaat benaderen, waardoor de kosten al snel oplopen. Dat is volgens Van Leeuwen niet de bedoeling. “Het moet niet houtje-touwtje voelen. Het moet wel kwalitatief goed zijn, maar ik denk dat dat echt wel kan voor andere bedragen dan in televisieland gelden. Dat zit hem soms in meerdere afleveringen op een dag en dat zit hem in meer creatief stileren, dus meer weglaten, minder bouwen, houd het eenvoudig.”
Maar eenvoudig is in sommige gevallen toch al snel meer dan een tafel twee gesprekspartners en een goed gesprek in één take. Susan Smit wil bijvoorbeeld een programma maken over de rituelen, de inspiratie en de werkwijze van bekende schrijvers. Dat programma zal op locatie worden opgenomen en achteraf worden gemonteerd. “Op het moment dat Suzan Smit bij een auteur gaat kijken, moet dat gewoon mooi zijn, dan kost dat een draaidag. Maar bij televisie heb je misschien voor 25 minuten twee draaidagen en dat doen wij in één dag. Dan is het iets meer ramwerk, maar uiteindelijk is het wel mooi.”
De laatste jaren draaide het bij de grote successen op internet niet zozeer om kwaliteit. De inhoud en authenticiteit stonden voorop. Ook zag je met name in Amerika dat nicheprogramma’s waarbij een autoriteit uit de niche het gesprek leidde grote groepen mensen aansprak. Van Leeuwen kiest niet voor de autoriteit, hij kiest voor mensen die bewezen hebben dat ze goed kunnen interviewen. Daarmee houdt hij vast aan het oude journalisitieke principe: als je de skills hebt, maakt het onderwerp niet uit, terwijl dat bij de nieuwe communicatieplatformen helemaal is losgelaten. Daar draait het echt om de expertise die je binnen een niche hebt.
Van Leeuwen: “Ik ben gaan zitten met deze mensen en heb gevraagd: wat wil jij heel graag maken? Dus ze maken iets omdat ze dat willen maken. Clairy Polak loopt al 30 jaar mee in de politiek en is dus zo’n specialist, zij wil alle 150 kamerleden gaan interviewen. Linda Hakeboom heeft documentaires gemaakt met Jett Rebel en Douwe Bob en die zegt “Ik heb daar iets gezien wat me fascineert: achter die schermen zijn allemaal mensen bezig met belangen en dingen, dat zie je niet, het succes lijkt vanzelf te gaan, maar dat is niet zo. Ik wil gaan kijken naar die mensen.” Dus de interviewers die aan de slag gaan, doen dat echt vanuit een persoonlijke drive en motivatie: dit wil ik gaan maken, dit wil ik doen.”
Volgens Van Leeuwen zal de kwaliteit van de niche kanalen ook onvermijdelijk toenemen. “Wat zij doen is niet te vergelijken met wat er tien jaar geleden gebeurde: het ziet er beter uit, er is anders over nagedacht, het is misschien minder spontaan, maar het is kwalitatief anders dan tien jaar geleden. Wanneer er geld verdiend wordt met die kanalen, wordt dat deel terug gestopt in die kanalen. Daardoor gaat de kwaliteit veranderen. Dus ik denk dat de lat wel steeds hoger komt te liggen.”
“Een groot verschil met Het Gesprek is denk ik toch de distributie”
Een andere vergelijking die zich opdringt, is die met de geflopte zender Het Gesprek. “Een groot verschil met Het Gesprek is denk ik toch de distributie: kijken op het moment dat jij het wil, dat is aantrekkelijker dan een zender. Een zender valt of staat toch met het binnenhalen van advertentie-inkomsten, dat hebben wij nu veranderd. We hopen een basis te hebben van mensen die zeggen “Wij zijn geïnteresseerd in het diepte interview en vervolgens kun je nog gaan differentiëren: we gaan hele specifieke programma’s maken voor een kleinere doelgroep”.”
Niet dat Van Leeuwen van plan is alles zelf te gaan maken: “De visie is dat we over 2 à 3 jaar de plek zijn voor goede interviews. Het maakt uiteindelijk de consument niet uit wie het maakt, die wil gewoon verdiepende interviews. We beginnen met eigen content maar we gaan ook op zoek naar content die al staat en vrij beschikbaar is. Zodat je dan kunt aangeven: ik hou van sport en mode en dan krijg je één keer per week een mail met de interviews over sport en mode waarvan de curatoren zeggen: “Dit zou je toch echt moeten zien”.”
Maar dan moeten dus wel eerst 2.000 leden gewonnen worden. Een doel wat mogelijk heel eenvoudig bereikt zou kunnen worden wanneer de interviewers zelf zich hard zouden maken voor de goede zaak. Volgens Van Leeuwen doen ze dat door de invulling van hun beoogde programma. “Wanneer je kijkt naar Zarayda Groenhart, die gaat een programma maken over gebroken gezinnen. Een programma waarvan je zegt: er zijn in Nederland meer niet-traditionele gezinnen dan wel. Een groot deel komt door scheiding, dat gaat echt niet altijd soepel, daar zitten verhalen in. Daar is niet eerder een televisieprogramma gemaakt over dat gaat dankzij haar gebeuren. Zij komt zelf uit een gebroken gezin en wil praten met mensen die het hebben meegemaakt. Ik vind wel dat iets toevoegen aan dat wat er is op televisie. Als je kijkt naar onze concepten dan hebben we die wel allemaal langs die lat gelegd: is dit er al, ja of nee? En als het er is dan doen we het niet. We hebben wel goed gekeken: gaat dit iets toevoegen.”