Zonder platformen als pijlers komt de circulaire stad niet van de grond

28 augustus 2015, 09:00

Op dit moment staat verduurzaming volop in de belangstelling. Diverse lokale, nationale en internationale energieakkoorden zetten in op een reductie energieconsumptie en vergroening van de energieproductie. Op allerlei plaatsen komt ‘energie’ los van burgers en bedrijven. Dit alles zou moeten leiden tot een ‘circulaire stad’ een stad die duurzaam, gezond en leefbaar is. Maar door versnippering en gebrek aan schaalgrootte komt de circulaire stad nu nog niet van de grond. Er ontbreken ondersteunende, coördinerende structuren, die samenwerking en innovatie faciliteren en duurzaam verankeren. Kortom: platformen.

Veelheid aan burgerinitiatieven heeft coördinatie nodig

Hieropgewekt.nl, Blijstroom.nl, De Groene Stad, Thuisafgehaald, Peerby, slechts een greep uit de vele manieren waarop gemeenschappen van burgers en ondernemers zich organiseren en samenwerken en zo een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de stad. Een belangrijk kenmerk van deze initiatieven is dat ze spontaan zijn, ontstaan kunnen zijn uit een toevallige samenloop van omstandigheden, gedragen en gedreven door een harde kern fanatieke voorlopers en vaak ‘ad hoc’. Ze leveren een belangrijke eerste bijdrage aan een meer duurzame stad.

Dit is echter nog lang niet genoeg. Willen circulaire steden echt van de grond komen, dan zijn veel meer initiatieven nodig, moet hun schaal toenemen (doordat kleinschalige projecten verder opschalen en zich als een olievlek verspreiden naar andere steden) en moeten ze langdurig voortgezet worden. Bovendien moeten initiatieven elkaar bij voorkeur aanvullen of versterken en helpt het als andere spelers, bedrijven, burgers en overheden, kunnen aanhaken.

Dat betekent keuzes maken en afstemmen. Naarmate het aantal (burger)initiatieven groeit, neemt de kans echter toe dat verschillende initiatieven elkaar op den duur in de weg gaan zitten. Op een leeg grasveldje dat gebruikt wordt voor zonnepanelen (zoals de ZonneWijde in Breda) kunnen geen windmolens meer staan. Opschalen vraagt om kennisdelen en vaak om nieuwe investeringen en zorgt ervoor dat het beheer complexer wordt. Dit zijn zaken die de lokale burgergemeenschappen vaak te boven gaan.

Zelforganiserende burgers hebben ondersteuning nodig

Daarbij komt de vraag hoe goed en volhardend burgers zijn in het afmaken en volhouden van hun gestarte initiatieven. Eerdere burgerprojecten zoals ecozones in Groningen en het door burgers uitgerolde wifinetwerk in Leiden hebben een grote uitdaging om voldoende enthousiastelingen te vinden die het netwerk willen helpen te onderhouden. Zelforganisatie door burgers is geen wondermiddel en is niet een kwestie van het volledig overlaten aan burgers. Crowdsourcing vraagt om een goede ondersteuning, coördinatie en het verschaffen van hulpmiddelen aan de crowd.

Toekomstige infrastructuren hebben regulering nodig

Intussen zetten overheden vol in op het ‘slim’ maken van hun steden, ofwel ‘smart cities’. Dit zijn steden die efficiënter beheerd kunnen worden door inzet van ICT waarmee alles in de stad, met name het energieverbruik en de stromen van verkeer en goederen, gemeten kunnen worden. Naast IBM, Siemens en Huawei bieden steeds meer bedrijven zulke slimme ICT-oplossingen aan. En het aantal Nederlandse steden dat inmiddels contracten gesloten heeft met een of meer van deze aanbieders van digitale infrastructuren, groeit elke dag, met als voorlopers Amsterdam, Den Haag, Almere en Tilburg.

Deze digitalisering en bouw van technische systemen brengt ook vragen met zich mee. In hoeverre kunnen de systemen samenwerken met die van naburige gemeenten? Hoeveel ruimte is er voor burgerinitiatieven en op open data en open-sourcesoftware gebaseerde toepassingen? Wie is eigenaar van wat en hoe wordt er omgegaan met de verzamelde data?

Die vragen worden steeds relevanter omdat infrastructuren in de circulaire stad vaker multifunctioneel zijn en ruimte bieden aan meervoudige diensten, waarbij samenwerken en concurreren, publiek een private belangen in het spel zijn.

Rioleringen worden onderdeel van warmtenetwerken waarmee restwarmte elders gebruikt kan worden om te verwarmen; energienetwerken worden ‘grids’ die energie kunnen geven en opnemen, kunnen uitwisselen en grote hoeveelheden data kunnen transporteren. Lantaarnpalen kunnen oplaadpunten worden voor elektrische auto’s. Telecomnetwerken krijgen steeds meer vermogen om de energievretende sensoren en robots van energie te voorzien. Wegen ‘convergeren’ met elektronische kaarten rond mobiliteitsplatformen.

We hebben het hier over de aanleg van cruciale digitale infrastructuren van de komende decennia. Infrastructuren die deels met elkaar kunnen concurreren, maar ook infrastructuren waarvan er in bepaalde gevallen maar een kan worden aangelegd, zoals waterleidingen en rioleringen. Infrastructuren met een publiek karakter dus. Dat alles vraagt om een goede coördinatie en scherp toezicht op de toegankelijkheid van de toekomstige infrastructuren.

Platformen als nieuwe infrastructuren

Zowel aan de fysieke als de sociale ‘infrastructuur’ van de circulaire stad wordt momenteel dus volop gewerkt. Om de energie aan beide kanten in goede banen te leiden, te versterken en te ondersteunen, zijn structuren nodig. Structuren die zorgen voor coördinatie, die samenwerking faciliteren en innovaties aanjagen. Structuren met een technologische component (gekoppeld aan fysieke infrastructuren), maar ook een sociale en een economische. Platformen zijn zulke structuren en daarom uitermate geschikt.

Platformen kunnen zorgen voor een professionalisering van de dienstverlening (ten opzichte van losse burgerinitiatieven), een naadloze integratie van productie en diensten die gebruikers ten goede komt, en ze hebben oog voor de belangen en motivaties van zowel de gebruikerskant (de burgers) als de aanbodkant (bedrijven, ondernemers, ontwikkelaars). Zo dragen platformen ook bij aan de economische duurzaamheid van de producten en diensten die ontwikkeld worden in de circulaire stad.

Pijlers onder de circulaire stad

Platformen koesteren de inzet van burgers en kunnen een duurzame ondersteunende structuur zijn die bestaat uit een volgende generatie digitale infrastructuur met oog voor toegang voor alle burgers en ruimte voor ontwikkelaars om onderling compatibele producten en diensten te ontwikkelen. Platformen vragen een nieuwe manier van besturing en regulering. Meer daarover wordt onder andere beschreven in dit boek.

Net zoals de steden uit de Gouden Eeuw op houten palen gebouwd werden, hebben de circulaire steden van de toekomst pijlers nodig waarop ze stabiel kunnen ‘staan’ en groeien.

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!