Pieter van de Glind & Harmen van Sprang (ShareNL): “De deeleconomie is de hype voorbij”
Dat er een boek moest komen over de deeleconomie stond tweeënhalf jaar geleden al vast. Op dat moment benaderde een uitgeverij Pieter van de Glind en Harmen van Sprang van ShareNL met de vraag of zij dat boek wilden schrijven. “De uitgever voelde toen al de behoefte.” Maar het kostte dus nog enige tijd. “We hebben in het afgelopen jaar veel meer dan tweeënhalf jaar geleden met het bedrijfsleven, overheden en met startups gewerkt waardoor we echt een overview hebben kunnen ontwikkelen op de deeleconomie. Wat is het en waar gaat het naar toe? Daarom geloof ik dat dit het goede moment is om dit boek naar buiten te brengen.”
De deeleconomie heeft de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt; huizen, auto’s, gereedschap, maaltijden, zorg. Er is vrijwel niks meer wat niet gedeeld kan worden met anderen. De verschillende platformen schoten de afgelopen jaren als paddestoelen uit de grond. “Ik denk dat er in 2015 ook wat meer kritische geluiden kwamen, wat ook gezond is wat ons betreft. Je zit nu in een fase waarin je de plusjes en minnetjes aan het afwegen bent.”
Zo was iedereen aanvankelijk heel enthousiast over Airbnb, maar inmiddels klinken ook veel kritische geluiden. Dankzij Airbnb worden woningen aan de woningmarkt onttrokken om fulltime verhuurd te worden en de verhuursite zou zelfs zorgen voor het opdrijven van de woningprijzen in een stad als Amsterdam. Ondanks die kritiek zien Van de Glind en Van Sprang de deeleconomie als een blijver: “Eigenlijk is het een volgende stap in hoe wij handelen via het internet.”
“Vertrouwen en gemak zijn basisvoorwaarden”
Een belangrijke voorwaarde voor een goed deelplatform is vertrouwen. Van de Glind en Van Sprang noemen het zelfs één van de grondvoorwaarden. Zonder vertrouwen gaan mensen niet met elkaar in zee. Daarnaast weegt gemak heel zwaar. Wanneer je voor een huurauto niet helemaal naar een huurbedrijf moet reizen, maar eenvoudig de auto van je buurman kunt lenen, maakt dat een leensite aantrekkelijk. Maar de ontwikkelingen staan niet stil. Onder invloed van big data worden de nodige veranderingen verwacht.
“Ik denk dat je door big data en herkenning van mensen naast de wat, de waar en wanneer, ook de wie en de waarom gaat leren kennen. Dus de succesvolle deelplatformen van de toekomst die weten niet alleen die eerste drie w’s, maar ook wie ik ben en waarom ik op dat moment een auto wil. Als ik heel snel ergens heen moet, dan zal snelheid belangrijk zijn. Als ik ver moet, zal comfort misschien belangrijk zijn. Als ze mij herkennen als een persoon die om duurzaamheid geeft dan zal dat een factor zijn, dat ze eerder een elektrische auto aanraden. Dat is de nieuwe horizon waar het naartoe gaat. Dus dan gaan dat soort ontwikkelingen de deeleconomie weer beïnvloeden.”
Natuurlijk niet onomstreden, want hoe zit het met privacy? Van de Glind is vooral positief: “Ik zou het heel mooi vinden als ik zo goed begrepen zou worden door dienstverleners dat ik maar heel weinig moeite hoef te doen om precies te krijgen wat ik wil. Je bent in die en die Airbnb’s geweest en je vond dat en dat het leukst, die plekken vind je interessant. Jij houdt van bergbeklimmen, dan is dit de plek in de wereld waar je heen moet. Je kan met die vlucht, met die auto, je kunt naar dat appartement. Allemaal voor jou geregeld: ik hoef alleen maar op ja te klikken. Dat zou ik absoluut fantastisch vinden en ontzettend gemakkelijk. Aan de andere kant is dat natuurlijk ook eng omdat je nog meer een open deur aan het worden bent voor alles en iedereen. Letterlijk een open boek. Ik zie wel dat dat iets is waar het heen gaat. In lijn daarvan is één van de grote vraagstukken die voor ons liggen in hoeverre wordt de deeleconomie een heel sociaal verhaal of een heel efficiënt verhaal.”
“Hoop dat er een sociaal element behouden zal blijven”
Hoewel de deeleconomie een grote groei heeft doorgemaakt, schat Van Sprang in dat nog maar slechts één derde van de bevolking heeft kennis gemaakt met het fenomeen. “Er zit nog heel veel groei in, dus ik kan me ook voorstellen dat er steeds meer bestaansrecht is voor de initiatieven die net wat kleiner van schaal zijn en net wat socialer zijn naast die hele groten. Maar het is voor een deel een glazen bol, we weten het niet zeker.”
Van Sprang verwacht nog meer initiatieven op het terrein van de zorg. “Ik denk dat er in zorg nog wel veel meer gaat gebeuren en ik zie nu bijvoorbeeld recentelijk in de logistiek wel een aantal platformen ontstaan. Ook de grote postbedrijven die zich daar heel serieus op richten. Achterbanken zijn zo vaak onbenut, daar kun je niet alleen personen op laten meerijden, maar je kunt dus ook pakketjes vervoeren naar elkaar toe.”
Ondertussen neemt het aandeel van serieus gefunde platformen gestaag toe. De deeleconomie die aanvankelijk in de randen van de ‘echte’ economie ontstond, wordt zo langzaam maar zeker door die ‘echte’ economie overgenomen. Waarmee het sociale aspect van de initiële platformen langzaam maar zeker lijkt te worden vervangen door commerciële motieven.
“Ik hoop dat er een sociaal element behouden zal blijven in de deeleconomie, maar dat is ook voor een deel ook aan de markt. Dus dat blijft een spannende…Het blijft natuurlijk nog steeds een jong fenomeen, er blijven gewoon nieuwe ontwikkelingen kansen en uitdagingen ontstaan. Dus nu hebben we het hier over, maar over een jaar hebben we het vermoedelijk over hele andere zaken.”
ShareNL bereid zich al voor op die nieuwe toekomst. “Wij kijken inmiddels ook langzamerhand naar andere dingen zoals internet of things, robotisering of autonomous driving, dat soort zaken. Dus we zijn al aan de hand van wat we nu ontwikkeld hebben naar andere thema’s aan het kijken, Dat doen we nu nog vooral binnen onze vier muren.(…) Wij zullen onze kennis en adviesrollen blijven vervullen, maar wel op ander terrein. Wij blijven vooruit kijken.”