Check: dit kwam er terecht van de voorspellingen voor de deeleconomie in 2016
Een analyse van wat er in 2016 zich in de deeleconomie afspeelde
Als ondernemer kijk je vooruit, maar ook terug. Om te leren en te analyseren wat er is gebeurd en hier jouw strategie op aan te passen. Als ondernemers achteruit kijken, waarom doen experts dat dan eigenlijk bijna nooit? Ik ga de uitdaging aan en blik terug op mijn ‘5 voorspellingen voor de deeleconomie in 2016’
1. ‘Traditionele’ bedrijven stappen in de deeleconomie
De voorspelling:
“Traditionele (corporate) bedrijven zetten zelf stappen in de deeleconomie. De mobiliteitsbranche neemt het voortouw. Ook corporates Facebook en Google stappen in de deeleconomie”
De realiteit:
De eerste stappen in de deeleconomie door corporates lagen in 2016 zoals verwacht voornamelijk op het investerings- of acquisitievlak. Zo nam AccorHotels voor 170 miljoen dollar de high-end Airbnb variant Onefinestay.com over en beloofde het direct om zeventig miljoen in de ontwikkeling van het platform te stoppen.
In mobiliteitsland wisten de corporates ook goed de startups te vinden. Een prima manier om dicht op ontwikkelingen te zitten. Zo investeerde General Motors vijfhonderd miljoen dollar in Uber-concurrent Lyft. Het bedrijf wil op den duur Lyft gebruiken als platform voor de toekomstige zelfrijdende auto’s van het bedrijf.
Eigen initiatieven kwamen van onder andere BMW. Het bedrijf kondigde vlak voor de jaarwisseling een pilot met veertig zelfrijdende taxi’s in München aan.
Vooral verzekeraars zijn dit jaar hun toekomst aan het verkennen. Zo kun je bij Centraal Beheer sinds december deelautoverzekering afsluiten en experimenteert OHRA met Clixx: een verzekering waarbij je per dag jouw auto voor delen kunt verzekeren.
De voorspelling van de opkomst van deelactiviteiten van Facebook en Google is niet uitgekomen. Alleen Facebook lanceerde dit jaar Facebook Marktplaatsen en Google deed met Waze experimenten in ‘ride sharing’. Beiden (nog) met minimale impact. En dat zal denk ik ook nog wel even zo blijven.
In veel segmenten zie je dat de corporates niet het voortouw nemen, maar zoals BMW’s vice resident Klaus Buettner zei: “Someone else spent the money to educate the market and then we came in with a cool product. We will not be the largest, but we can be the coolest.”
Definitekwestie
Hoewel deeleconomie in Nederland de meest breed gedragen term is voor deze ontwikkeling, wordt in het buitenland steeds vaker gesproken over de ‘collaborative economy’ of ‘(peer2peer) platform economy’. De kern van deze ontwikkeling is dat individuen elkaar middels platformen vinden om transacties te doen. In dit artikel spreek ik dus zowel over deeleconomie (spullen) als ‘gig economy’ (arbeid/klusjes). Om het verhaal toegankelijk te houden voor de Nederlandse context heb ik besloten om het woord ‘deeleconomie’ als overkoepelende term te gebruiken, wetende dat dit niet de ideale, maar wel meest praktische en herkenbare terminologie is.
2. Groter aanbod van deelplatformen
De voorspelling:
“Een flinke stijging van het aantal deelplatformen in Nederland en de Googles en Facebooks van deze wereld doen hun intrede in de deeleconomie.”
De realiteit:
Hoewel het aanbod in absolute aantallen is gestegen, valt de groei van het aantal platformen toch tegen. Vooral in segmenten die al goed vertegenwoordigd zijn (accommodatie en mobiliteit) worden minder bedrijven gestart. Al met al lijkt het erop dat de deeleconomiemarkt voor platformen met serieuze groeiambities aardig verzadigd is.
Als er nieuwe sectoren bij komen, zie je dat meerdere ondernemers vaak tegelijk starten. Zo kwamen er dit jaar deelplatformen voor spullenopslag bij. Djeepo en Storage Share begonnen bijna op hetzelfde moment. Dat zagen we in 2015 ook met camperdelers Camptoo en GoBoony. Kijk hier voor het volledige overzicht van deelplatformen.
3. Groei via partners en API’s
De voorspelling:
“Platformen zullen hun api’s openstellen voor anderen om zo sneller te kunnen groeien.”
De realiteit:
Deze voorspelling was een duidelijk staaltje wensdenken. Wat mij betreft lijkt groei via api’s en die openstellen voor anderen een logische stap in de deeleconomie. De ondernemers hebben blijkbaar nog niet voldoende hun zaakjes op orde om deze stap naar buiten te nemen. Veel platformen versterken eerst de eerst eigen marktpositie versterken en kijken daarna verder. Ook in de deeleconomie is delen lastig.
4. Meer on-demand werkplatformen
De voorspelling:
“De groei van platformen die (laaggeschoold) werk faciliteren. En meer discussie over de duurzaamheid van dit soort platformen.”
De realiteit:
Hoewel Uber, Helpling en Werkspot ook in 2016 aan de weg timmerden, bleef de groei van het aantal platformen voor tijdelijk werk beperkt in Nederland. De groei zat voornamelijk in de ‘on demand’ bezorgmarkt van vers eten waar UberEATS, Foodora en Deliveroo in een aantal grote steden lanceerden. Dat de strijd in de bezorgmarkt zich nu echt gaat richten op de vraag wie niet alleen het digitale, maar ook het fysieke contact met de klant heeft, is onder andere te zien in de stap die Thuisbezorgd net na het nieuwe jaar maakte door de overname van het Duitse Resto-in. In de Verenigde Staten zijn veel meer van dit soort platformen aanwezig en zag ik het afgelopen jaar wel een stevige groei. Daarnaast nam de discussie toe over de ongelijkheid die deze platformen veroorzaken.
Arbeiders verdienen minder en minder in de VS, maar platformen stellen werknemers in staat om dat te veranderen. 2016 was dan ook het jaar van de ‘platform coops’: platformen die in handen zijn van de personen die het werk verrichten. Zo is er in Denver een taxiplatformcoöperatie met zeshonderd taxichauffeurs. Zij hebben per persoon 2.000 dollar neergelegd om een eigen taxi-app te bouwen. Inmiddels hebben zij een indrukwekkend marktaandeel van 34 procent in de regio waar de coöperatie actief is.
5. De markt wordt volwassen
De voorspelling:
“Platformen kunnen zich niet meer achter hun ‘disruptieve’ karakter verschuilen en nemen hun verantwoordelijkheid.”
De realiteit:
Deze voorspelling is absoluut uitgekomen. Terwijl platformen in het begin exponentieel groeiden, zag ik in 2016 een aantal platformen keuzes maken die negatief zijn voor groei op korte termijn, maar positief voor hun bestaansrecht op langere termijn.
Zo maakte Airbnb afspraken met de besturen van onder andere Amsterdam en Londen. Het bedrijf programmeerde lokale regelgeving in het platform. Volgens de Financial Times loopt het bedrijf hierdoor jaarlijks 382 miljoen euro aan inkomsten mis in Londen. De misgelopen inkomsten als verlies noteren is een typische kortetermijn gedachte. Als Airbnb het niet gedaan had, hadden andere maatregelen en wetgeving de business sowieso aangetast. Nu werken ze samen aan een oplossing, oftewel: deze stap was essentieel voor het bestaansrecht van het bedrijf op de langetermijn.
Iedereen met een gezond (ondernemers)verstand kon aan zien komen dat Airbnb deze stap eens moest gaan zetten. Platformen als Airbnb konden onder de mantel van disruptie en innovatie in een korte tijd flink groeien, mede door de verwarring rondom regelgeving, maar wisten ook dat er een moment zou komen dat zij zich aan bestaande regels moesten conformeren.
Je ziet ook dat kleinere platformen dankbaar gebruik maken van de harde lessen van de grote voorlopers als Airbnb. Zo kwam AirdDnd, een platform voor thuisrestaurants, proactief met een voorstel voor regulering. Juist om discussies met de gevestigde orde al vanaf dag één naar een voor hun werkbare modus te sturen.
Daarnaast nemen publieke instanties de deeleconomie steeds meer serieus. Zo heb ik afgelopen jaar gepraat met instanties als de CER, CPB, NEN en het Ministerie van Financiën over de impact van deze ontwikkeling. Het lijkt erop dat de deeleconomie volwassen wordt en dat biedt een meer duurzaam perspectief voor de toekomst.