De toekomst is te belangrijk om aan trendwatchers over te laten
Digital Wednesday toont stortvloed aan trends en staat te weinig stil bij gevolgen
Wij mensen hebben op dit moment een beetje een moeilijke relatie met onze toekomst. De vraag ‘waar gaat het allemaal heen?’ is nog nooit zo prangend geweest en het antwoord op die vraag is diffuser dan ooit. We hebben werkelijk waar geen idee. Hoe onzekerder de toekomst, des te groter de behoefte om een antwoord te vinden op die vraag. Dat is nogal een beklemmende vicieuze cirkel. Stel nu dat er níks zou veranderen, dan is de toekomst ook niet zo interessant. Maar het tegendeel is het geval: er zijn zoveel digitale revoluties dat we niet meer weten welke impact ze gaan hebben. Voorspellen heeft eigenlijk geen zin meer, maar des te meer piekeren we ons suf.
In dat licht is het niet meer dan logisch dat de eerste editie van Digital Wednesday, vorige week in Eindhoven, als thema ‘de digitale toekomst’ had. De opkomst was met 200 mensen meer dan behoorlijk te noemen en dat geldt ook voor de kwaliteit van de sprekers.
Knagend gevoel
Toch bleef er na afloop een knagend gevoel achter. Het gevoel dat je krijgt als je anderhalf uur lang wordt overspoeld door aanstormende technologieën en de mogelijke gevolgen daarvan voor de samenleving, zonder dat de hamvraag wordt gesteld of beantwoord:
En nu?
Technologie gaat onze banen overnemen, de macht misschien wel, ons in de gaten houden, onze lichamen binnendringen, aanvullen en klonen of zelfs onze persoonlijkheid kopiëren. Je weet het, je hebt het al vaak gehoord, maar na een stortvloed van voorbeelden blijf je als bezoeker vertwijfeld achter. En je merkt dat je zelf na afloop ook niet de vraag hebt gesteld die gesteld had moeten worden: hoe moeten we hier mee omgaan?
De internetkoelkast die niemand wilde kopen
Als je de presentaties ieder in één zin zou moeten samenvatten, sprak Erwin van der Zande (Bright) eerst vol enthousiasme over gadgets, van Hololens tot Alexa en de internetkoelkast die uiteindelijk niemand bleek te willen kopen.
De tweede spreker, Sander Duivestein, werd geïntroduceerd als trendwatcher die regelmatig te gast is bij Pauw en Witteman en Brandpunt – maar dat zal wellicht aan zijn Marketingfacts-profiel hebben gelegen – en trakteerde de Eindhovenaren op een dwarsdoorsnede van de huidige stand van zaken in de digitale revolutie en waarschuwde voor de risico’s daarvan.
Rob Adams van Six Fingers sloot af met een welkome pragmatische boodschap: als je als bedrijf mee wilt doen in deze digitale revolutie, zorg er dan voor dat je daadwerkelijk innoveert in plaats van dat je elke keer hele kleine stapjes verbetert. De traditionele brainstorm met gele post-its moesten het ontgelden, als ook de heisessie: “Dat is natuurlijk kansloos. Als je je drie dagen gaat afzonderen om iets heel vernieuwends te bedenken, dan weet je één ding zeker: dat gaat tijdens die drie dagen natuurlijk niet gebeuren.”
Wat er niet wordt gezegd is interessanter
Er zat een logische opbouw in de presentaties: wat kunnen we nu al (meer dan je denkt), wat zit eraan te komen (meer dan je je kunt voorstellen) en wat moet je hiermee als bedrijf (jezelf totaal opnieuw uitvinden). Het wordt nog interessanter als je gaat kijken naar wat er op dit soort avonden vooral níet wordt gezegd, de vragen die onbeantwoord blijven.
Wat we intuïtief vooral willen weten, is of dit allemaal wel zo wenselijk is. Willen we deze ontwikkelingen wel? Maken ze ons leven beter of juist minder mooi? Werken we toe naar een utopie of naar een dystopie? Trendwatchers kun je wat dat betreft indelen in optimisten en pessimisten. Tot de eerste groep behoorde zeker Erwin ‘ik ben af en toe een blije eikel’ van der Zande, ook al stipte hij ook wat gevaren aan. Rob Adams zou je beroepsoptimist kunnen noemen: hij adviseert bedrijven op het gebied van innovatie en dan kun je natuurlijk weinig anders dan de voordelen benadrukken.
Sander Duivestein staat duidelijk aan de pessimistischere kant van het spectrum. Zijn positieve kanttekeningen moeten vooral beroepsmatig worden geïnterpreteerd: “Er komt een nieuwe wereld aan en we moeten veranderen. Deze boodschap vertel ik ook vaak op boardroom-niveau.”
Van politiek hoeven we weinig te verwachten
En als die technologie dan een negatieve impact dreigt te gaan hebben, wat moeten we daar dan mee? Zowel Van der Zande als Adams stipten aan dat we van de politiek weinig vooruitgang of sturing hoeven te verwachten; hooguit worden stadsbesturen in de nabije toekomst nog invloedrijker en hebben burgemeesters een steeds grotere vinger in de pap als het gaat om de praktische toepassing van technologie in ons dagelijkse leven.
Dat riep dan weer de volgende vraag op: als politieke macht steeds meer gedecentraliseerd wordt, verliezen we dan juist niet onze grip, aangezien de technologische revolutie een wereldwijd fenomeen is? Wat heb je aan een smart city als de echte vraagstukken (hoe ver kunnen we gaan met klonen, waar eindigt onze privacy) globaal zijn?
Nadenken over de toekomst moet je misschien ook niet overlaten aan trendwatchers. Zij constateren huidige ontwikkelingen en voorspellen de trends van morgen. Ze zijn erbij gebaat om een sense of urgency te creëren: als je niet verandert, dan blijf je achter. Disrupt or die. Als die boodschap eenmaal tussen de oren zit, kunnen ze organisaties adviseren over hoe zij daar dan mee om moeten gaan.
Dat is geenszins een verwijt aan de sprekers van Digital Wednesday: het is volkomen logisch dat dit de insteek is van hun verhalen. Maar bij een publiek dat voornamelijk bestaat uit marketing-, communicatie- en digitale professionals laat het toch een onbevredigend gevoel achter. In wat voor een wereld groeien mijn kinderen op? En hoe kunnen we die wildgroei aan technologische trends nog een beetje bijsturen?
Juist omdat er op dit moment zo veel verschillende technologische revoluties tegelijkertijd plaatsvinden (machine learning, robots, virtual reality en singularity, om er maar een paar te noemen) is het ook vreselijk ingewikkeld om hier ook maar een enigszins zinnig antwoord op te geven. Het zijn niet de trendwatchers van wie we deze antwoorden kunnen verwachten, maar van een beroepsgroep die zijn brood verdient met het fantaseren en mijmeren over de toekomst, zoals sciencefiction-schrijvers.
Black Mirror
Dat bedoel ik op geen enkele manier ironisch: fictie is bij uitstek het middel om hypotheses over de toekomst te toetsen. Een mooi recent voorbeeld daarvan is de Netflix-serie Black Mirror, die in losse afleveringen telkens een antwoord probeert te geven op de vraag wat het zou kunnen betekenen voor onze samenleving als we dreigen door te schieten in een bepaalde technologie. Veel trends die werden aangestipt tijdens Digital Wednesday zijn ook al eens voorbij gekomen in Black Mirror.
Zo vertelde Sander Duivestein dat wetenschappers al zo ver zijn dat ze het brein van een worm op een chipje hebben geplakt, waarna ze het in een robot hebben geplant. Die robot gedraagt zich nu dus als een worm: “Het is het eerste kunstmatige leven dat we hebben geschapen.”
In verschillende afleveringen van Black Mirror wordt ingegaan op de mogelijkheid om je geheugen en persoonlijkheid te downloaden of juist te uploaden naar een mooiere wereld (zoals in San Junipero, de enige utopische aflevering van de serie).
Het filmpje Hyper-Reality, getoond door Van der Zande, laat in een paar minuten zien wat er kan gebeuren als we volledig doorslaan in het reviewen van de wereld en elkaar middels virtual reality:
Hoe treffend en beangstigend de video hierboven ook is, nog nergens heb ik dit thema zo mooi uitgewerkt gezien als in de Black Mirror-episode Nosedive. De aflevering speelt zich af in een wereld waarin we elkaar constant reviews geven: onze vrienden, winkelpersoneel, ieder contact levert je één tot vijf sterren op. Wie gemiddeld een 4,5 of hoger heeft krijgt extra privileges, onder de drie sterren mag je openbare gebouwen niet meer binnen.
Fictie geeft een schrijver of filmmaker de kans om volledig zijn fantasie los te laten op de toekomst. Soms wordt nauwelijks moeite gedaan om een realistisch beeld te schetsen en gaat het alleen over entertainment, maar vaker zit er wel degelijk een kern van waarheid in de utopische of dystopische boeken en films. Niet voor niets staat het boek 1984 van George Orwell op dit moment op nummer 1 in Amazon; de ‘alternatieve feiten’ van Trump hebben wel heel veel weg van de geschiedvervalsing uit het science fiction-boek uit 1948.
Brave New World
Nog eentje dan. Hoewel DNA-technologie en de mogelijkheid om mensen te klonen wel her en der werd aangestipt door de sprekers, is dit nog een onderbelicht thema onder trendwatchers. Niets zal onze samenleving zo ingrijpend veranderen als de mogelijkheid om ons seksloos voort te planten en er op los te modificeren. En je kunt wel denken dat het zo ver nooit zal komen, maar als het kan, zal het vroeg of laat gebeuren.
Dit werd natuurlijk al voorspeld in Brave New World van Aldous Huxley, maar ook het iets minder bekende Mogelijkheid Van Een Eiland van de briljante Franse schrijver Houellebecq is een aanrader. Hij benadert het onderwerp vooral vanuit een psychologisch perspectief: als onze klonen in de toekomst volledig worden gevrijwaard van pijn en verdriet (en waarom zouden we dat niet doen als het kan), blijft er dan eigenlijk nog wel geluk over?
Mijmeren is een multidisciplainere aangelegenheid
Mijmeren over de toekomst is een gezamenlijk project met verschillende disciplines. Trendwatchers houden ons scherp en laten zien wat er al is en gaat komen, fictieschrijvers gebruiken vervolgens hun fantasie om een mogelijk toekomstbeeld te schetsen. Sociologen denken na over de gevolgen voor de manier waarop we met elkaar samenleven, politici sturen vervolgens de ontwikkelingen bij door technologie in te dammen of juist te stimuleren, en ga zo maar door.
Daarmee wil ik niet zeggen dat een bijeenkomst over de digitale toekomst al deze facetten moet behandelen; het is natuurlijk ook verdomd lastig om een sciencefiction-auteur of filosoof naar Eindhoven te halen voor een gratis bijeenkomst. Toch zou ik ervoor willen pleiten om misschien iets minder te leunen op trendwatchers om een beeld te schetsen van de toekomst; hoewel ik heel goed begrijp dat zij graag op dit soort bijeenkomsten spreken, laten ze belangrijke vragen onbeantwoord. Al was het maar omdat dat nu eenmaal niet hun pakkie-an is.
Dus ja, alles verandert razendsnel, we hebben nauwelijks een idee van wat er al kan of gaat komen, maar kunnen we misschien iets meer inzoomen op de mogelijke gevolgen? Dat houdt in dat we iets verder moeten kijken dan het spotten van trends of het creëren van urgentie om te veranderen.
Hoe de maatschappij in zijn geheel gaat veranderen, dat is interessant. En dat hoeft heus niet gebaseerd te zijn op harde feiten, een visie is ook al heel wat.