Wasteless gaat strijd aan tegen voedselverspilling
Het is een onderwerp waar mensen het snel over eens zijn: voedselverspilling is zonde. Sterker nog, voedselverspilling is een groot probleem – zeker met het oog op de toekomst, waarin de wereldbevolking groeit en steeds meer mensen gevoed moeten worden. Van al het geproduceerde voedsel belandt 20 procent op de vuilstort. Wasteless wil daar een einde aan maken.
Op dit moment wordt 20 procent van de beschikbare landbouwgrond gebruikt om zaken te produceren die weggegooid zullen gaan worden. Het van oorsprong Israëlische bedrijf Wasteless wil dynamic pricing inzetten in de strijd tegen verspilling.
“Dynamic pricing wordt in de regel gebruikt voor winstmaximalisatie. Wat wij proberen te doen is voedselverspilling te voorkomen, met dynamische prijzen om te voorkomen dat supermarkten die 35 of 50 procent-stickers moeten plakken. Dat is handmatig werk, wat ze zonder enige intelligentie op gevoel doen. Dat kost heel veel geld. Wij denken zeker een half miljard. Bovendien doen ze het niet goed genoeg, waardoor zeker 2,5 miljard euro aan eten weggegooid wordt. Dat is niet zomaar eten, maar eten wat nog bruikbaar is”, aldus David Kat, verantwoordelijk voor de businessdevelopment in Europa.
“2,5 Miljard euro aan voedsel wordt weggegooid: dat eten is nog bruikbaar”
Wasteless heeft 42 factoren in kaart gebracht die een rol spelen bij de verkoop van producten in de supermarkt. Daarvan worden er zestien gebruikt om in de prijzen te variëren. Denk aan houdbaarheid, maar ook de omvang van de voorraad of het weer. “Supermarkten slaan in op hamburgers, omdat vanochtend de voorspelling aangaf dat het vanavond zonnig zou zijn. De praktijk pakt anders uit, dus er zal niet veel gebarbequed gaan worden. Daardoor worden minder hamburgers verkocht dan werd verwacht. Soms weet het supermarktpersoneel hier heel slim op in te spelen, door tijdig af te prijzen, maar gemiddeld gaat dat niet zo goed. Dat betekent dat morgen veel hamburgers de prullenbak in gaan: hamburgers waar wel koeien voor geslacht zijn en water en graan voor is gebruikt.”
Lagere prijs, meer verdienen
Wasteless koppelt het eigen systeem aan zowel de voor- als de achterkant van de supermarkt. “Wij weten wat er in komt en we weten wat er uit gaat. En we weten op detailniveau wat de houdbaarheidsdatum is, bijvoorbeeld dat er nog vier pakken melk staan en hoe lang die goed blijven. Als we niks doen, worden drie daarvan weggegooid. Als we de prijs nu een heel klein beetje laten zakken, dan kan de consument voor tien, vijftien of twintig cent minder een pak melk kopen. Het grote voordeel is dat de supermarkt die melk verkoopt in plaats van dat die wordt weggegooid.” Op die manier zouden supermarkten heel veel geld kunnen besparen. Wasteless kost supermarkten per winkel duizend tot anderhalf duizend euro per maand. Dat bedrag kan volgens Kat met de besparingen worden terug verdiend.
“Zakelijk moet het ook kloppen”
Het systeem is in Nederland nog niet live. Het draait al wel in Israël en bij de elfduizend supermarkten van Dia in Spanje. Kat probeert Nederlandse supermarkten aan boord te krijgen. “Ik ben hier begonnen met het idee dat ik de sustainabilitymensen te pakken moest krijgen. Die had ik heel snel aan boord, maar voor hun is het ingewikkeld om het in de business geïntegreerd te krijgen. Wanneer je wat wil veranderen in een bedrijf, dan moet je het van verschillende kanten benaderen. Zakelijk moet het kloppen, dus je moet de commercieel directeur of iemand in de directie meekrijgen, en de marketing moet mee.”
Inmiddels is met vrijwel alle Nederlandse supermarkten gepraat. “Allemaal begrepen ze in dertig seconden wat ik zei. Ze zeiden: het is grappig, we hebben niet het gevoel dat je iets komt verkopen, maar dat je ons komt helpen iets op te lossen. Inmiddels zijn we twee maanden verder en ik heb nog niet één handtekening, maar we zijn wel nog steeds met iedereen in gesprek.”
Voorraad beheren met alerts
Het systeem werkt met digitale kaartjes die je makkelijk aan kunt passen. Wasteless kan ook alerts sturen wanneer de voorraad het kritische punt bereikt. “Zodat je niet te veel maar ook niet te weinig voorraad hebt. Daar heb je machine learning voor nodig.” De belangrijkste les uit Spanje: ontzettend goed laten zien waar je mee bezig bent om de IT-afdeling mee te krijgen en buiten hun comfortzone te laten treden.
“Zeker in dat soort grote bedrijven wil IT fouten tegengaan. Ze willen zich indekken en dan gaan wij opeens in het hart van de organisatie een oplossing inbrengen. Dat moet je heel erg goed en betrouwbaar doen.”
Kat verwacht dat Wasteless in heel Europa voet aan de grond gaat krijgen. “Over vijf jaar zijn we denk ik actief zijn in vijftien tot twintig landen. Ik denk dat we in ieder land van de top vijf, twee, drie of vier supermarkten als klant zullen hebben. Ik hoop ook dat andere supermarkten het zelf zullen gaan doen. Het proberen zelf te ontwikkelen. Stel dat Albert Heijn dit zelf gaat ontwikkelen dan betekent het dat andere supermarkten ook mee moeten en die kunnen het niet zelf. Ik hoop dat er over vijf jaar echt een coalitie is en dat al die bedrijven in de voedselindustrie in die lange keten samen gaan werken om gezamenlijk problemen op te lossen. Want in lange ketens kun je niet in je eentje dingen oplossen. Het moet geïntegreerd worden en zo het gesprek aangaan voor de consument.”