Zeven hacks in Google Tag Manager voor meer inzicht

28 oktober 2019, 10:00

Google Tag Manager is inmiddels niet meer weg te denken uit de toolbox van een online marketeer. Voorbij zijn de tijden dat de developer ingeschakeld moet worden voor elk stukje extra code. Met een beetje kennis van zaken kun je als marketeer zelf aan de slag en naar hartenlust tags inrichten. Toch wijst niet alles zich vanzelf, waardoor zuivere metingen niet altijd gegarandeerd zijn. Dankzij deze zeven Tag Manager-hacks wordt jouw leven als marketeer een stuk makkelijker en je metingen een stuk zuiverder!

Zelf scripts plaatsen

Dankzij Google Tag Manager is het niet meer nodig om scripts te laten plaatsen voor het tracken van marketingwerkzaamheden. Zo plaats je bijvoorbeeld met gemak je Google Analytics-tracking via een zelf gedefinieerde variabele:

Door hier een specifieke UA-code aan toe te voegen en vervolgens deze nieuwe variabele te koppelen aan een Google Analytics ‘page view tag’, verloopt de Google Analytics-tracking voortaan via Tag Manager. Dit heeft het voordeel dat je de Google Analytics-tracking indien gewenst makkelijk zelf kunt wijzigen.

Een soortgelijke actie werkt bijvoorbeeld ook voor de tracking van Facebook. In het geval van de Facebook-pixel plaats je via Tag Manager het stukje script dat normaliter in de broncode van je website komt te staan. Dit werkt via een tag die gebruik maakt van ‘Custom HTML’. Door de Facebook-pixelcode hierin te plaatsen en deze te koppelen aan elke paginaweergave, zorg je ervoor dat je tracking op orde is zonder zelf te rommelen aan de broncode van je website.

Downloads doormeten

Interactie met je downloadable content is natuurlijk ontzettend interessant. Helaas zijn downloads niet direct inzichtelijk met de standaardinstellingen van Google Analytics. Gelukkig is het meten van downloads makkelijk in te richten via Google Tag Manager. Dit kan door gebruik te maken van de ingebouwde variabele ‘Click URL’. Deze variabele houdt namelijk bij wanneer een gebruiker op een specifieke link klikt.

Door vervolgens een trigger in te stellen die alleen afvuurt wanneer een Click URL eindigt op een door jou gedeeld bestandsformaat, zorg je ervoor dat de tagmanager een signaal afgeeft wanneer specifiek een download is aangeklikt.

Deze trigger kun je vervolgens koppelen aan een gebeurtenis-tag om vervolgens deze informatie door te sturen naar Google Analytics.

Klikken op uitgaande links

Benieuwd waar bezoeker naartoe navigeren als ze jouw website verlaten? Het is mogelijk om klikken op uitgaande links te tracken door gebruik te maken van een Auto Event Variabele. De Auto Event Variabele is helaas niet standaard ingebouwd in tagmanager en zal dus zelf aangemaakt moeten worden. Deze variabele zoekt uit wat de domeinnaam is van een geklikte link. Een Auto Event Variabele maakt het namelijk mogelijk om stukjes data uit een specifieke actie te vissen. In het geval van een geklikte link is dat stukje specifieke stukje data de domeinnaam van de desbetreffende link. Als deze klik niet de domeinnaam bevat van onze eigen website dan kunnen we stellen dat de klik een uitgaande link is.

Tip: Gebruik voor het tracken van uitgaande links alleen de domeinnaam in plaats van de complete URL. Gebruik je de complete URL dan krijg je namelijk heel veel data maar weinig inzicht terug. Het is namelijk vaak waardevoller wanneer je overzichtelijk hebt naar welke domeinen er wordt uitgestapt en niet naar welke specifieke URL.

Cross-domain tracking

Maak je gebruik van meerdere domeinen, dan is het voor je analyses wel zo fijn om al deze data gebundeld te hebben. Dit is in Google Analytics helaas niet standaard het geval.

Tip: Dit is alleen interessant als al deze domeinen binnen één customer journey vallen.

“Maak je gebruik van meerdere domeinen, dan is het fijn om al deze data gebundeld te hebben”

Je kunt dit het makkelijkst doen door je Google Analytics-code via Tag Manager in te stellen, zoals ik je heb uitgelegd in de eerste tip. Binnen de eigen Google Analytics-variabele kun je namelijk een nieuw veld toevoegen, ‘allowLinker’, en deze vervolgens op ’true’ zetten. Daarna kun je via de optie Cross-Domain tracking een lijst opgeven van domeinen die je wilt tracken.

Let op: Het is belangrijk om in Google Analytics deze lijst met domeinen uit te sluiten via de verwijzingsuitsluitingen anders zal cross-domain tracking niet correct werken.

Sub-domain tracking

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je gebruik maakt van subdomeinen. De interactie tussen subdomein en hoofddomein is helaas niet direct inzichtelijk binnen je Google Analytics-omgeving, aangezien Google Analytics standaard alle paginapaden na de domeinnaam rapporteert en de cookie zo is ingesteld dat deze niet snapt wanneer het om het subdomein of het hoofddomein gaat. Je kunt dit oplossen door het veld Cookie Domain op de waarde ‘auto’ te zetten.

“De interactie tussen subdomein en hoofddomein is niet direct inzichtelijk binnen je Google Analytics-omgeving”

Vervolgens wil je natuurlijk ook volledige domeinnamen inzichtelijk krijgen binnen Google Analytics. Dit kun je het makkelijkst doen door twee ingebouwde variabelen in Tag Manager te activeren: ‘Page Hostname’ en ‘Page Path’.

Nadat je deze variabelen hebt aangemaakt, kun je ze toevoegen aan de Google Analytics Pageview-tag via een nieuw veld met de naam ‘page’. Dit veld geef je vervolgens de twee genestelde variabelen {{Page Hostname}}{{Page Path}} mee. Op deze manier overschrijft tagmanager de standaardwaarde voor paginapaden in Google Analytics met de nieuwe waarde, inclusief domeinnaam.

De kracht van genestelde variabelen

Zoals je in de voorgaande tips wellicht al is opgevallen, maak ik graag gebruik van zogenaamde genestelde variabelen. Met genestelde variabelen kun je variabelen gebruiken binnen andere variabelen. Dit maakt het mogelijk om dynamisch informatie in te schieten. Heb je een downloadtrigger ingesteld, zoals uitgelegd in de tweede tip, dan is het interessant om te zien waar deze klik heeft plaatsgevonden. Dit kan bijvoorbeeld door {{page path}} toe te voegen aan het gebeurtenislabel van de tag die deze informatie doorzet naar Google Analytics. De genestelde variabele {{page path}} controleert per afgevuurde tag namelijk wat de waarde van het paginapad is wanneer iemand op downloadable content klikt.

Tot slot: de previewtool effectief inzetten

Met bovenstaande handigheden creëer je in korte tijd meer inzicht in het gedrag van je bezoeker. Toch wil ik je tot slot de tip meegeven dat je Google Tag Manager moet zien als een puzzel. Iedere website is namelijk anders, waardoor niet elke handeling hetzelfde is door te meten (bovenstaande tips wel, overigens). Wil je erachter komen hoe jouw website werkt, dan raad ik je aan om alle ingebouwde variabelen in Tag Manager te activeren en vervolgens een trigger in te stellen voor een klik op elk element.

Wanneer deze trigger is geactiveerd, kun je namelijk handig gebruik maken van de previewtool om inzichtelijk te krijgen welke variabelen er per actie worden getriggerd. Vervolgens kun je naar hartenlust de waarden van deze variabelen in gaan zetten voor metingen.

Meer inzicht in het gedrag van je bezoeker is ontbetaalbaar en zoals je ziet zijn de mogelijkheden in Google Tag Manager eindeloos. Maar weten wat je wilt meten, betekent nog niet dat je ook daadwerkelijk meet wat je wilt meten! Wees daarom bewust van alle mogelijkheden en blijf testen tot je zeker weet dat je data zuiver is. Deze zeven hacks helpen je in ieder geval op weg.

Sjoerd Hutmacher
Online Marketing Consultant bij Pure Internet Marketing

Sjoerd Hutmacher is online marketing consultant bij Pure Internet Marketing. Al sinds zijn eerste keer internetten via een trage inbelverbinding is hij verslaafd aan alles omtrent internet en communicatie. Na zijn opleiding communicatiewetenschap en master in media en beïnvloeding heeft hij eerst jaren in de e-commerce gewerkt om vervolgens de rol van consultant aan te nemen.

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!