In deze coronacrisis wint inhoud het van vorm
Ik merk iets vreemds. Door het vaak thuis zijn en thuiswerken, maar ook door het wegvallen van de vele reclames van de Unilevers, Burger Kings en Starbucksen merk ik hoezeer ik altijd beïnvloed ben door deze reclame-uitingen van ‘bekende merken’. Ook al heb ik mezelf altijd voorgehouden dat ik daar niet gevoelig voor ben.
Op televisie of onderweg op billboards, reclame was er overal. En na zes weken merk ik dat ik sommige merken ook helemaal niet mis. Ik heb lang genoeg afstand gehad dat ‘even naar de Mac’ niet eens meer in me opkomt.
Maar dit gaat verder dan visuele reclame. Ik doe tegenwoordig mijn boodschappen online. Ik kocht van de week de vriesverse afbakcroissantjes van het AH-huismerk (omdat ik die toevallig vond toen ik zocht op croissantjes in de AH-app), en die waren zoveel beter dan de Danerolles die ik altijd kocht dat ik dacht: waarom heb ik die in de winkel nooit gezien?
Waarom heb ik de vriesverse afbakcroissantjes nog nooit in de winkel gezien?
Volgens mij komt dat omdat ook de winkels worden gedomineerd door de merken met de grootste marketingbudgetten. Die staan midden op de schappen en je hoeft er niet naar te zoeken of voor te bukken. Als je die, door marketingbudgetten gedreven, visuele dominantie weghaalt, gaat het meer om de inhoud.
Influencers zijn belangrijker
En dit was natuurlijk al een tijdje gaande. Denk aan al die artikelen over hoezeer influencers inmiddels belangrijker zijn dan traditionele reclame. Ik zie dat nu versterkt worden. Niet zozeer door bekende social media-influencers (want de marketingafdelingen hebben die alweer omgetoverd tot andere vormen van reclame) maar het feit dat ik een product koop omdat een van mijn influencers (mijn zus) er goede ervaringen mee heeft en niet omdat het me opgedrongen is in reclames. (Of dat ook de beste invloeden zijn weet ik niet – ik heb opeens een airfryer in huis.)
Er is meer balans bij vergaderingen dan dat er vroeger was
Maar dat de inhoud momenteel meer wint van de vorm, merk ik ook op andere gebieden. Neem videobellen. Ik deed dat al jaren, maar nu opeens veel meer mensen gedwongen zijn het te doen, merk ik dat mensen die normaal via een natuurlijk overwicht een vergadering domineren, opeens meer gelijkwaardig zijn aan die wat meer teruggetrokken ontwikkelaar die niet snel in een groep het woord zal nemen, maar vanuit het veilige comfort van zijn of haar eigen werkplek, opeens goede ideeën kwijt kan.
Er is meer balans bij vergaderingen dan er vroeger was. (Frappant is overigens dat ik recent nog las dat veel mensen videobellen als meer vermoeiend ervaren – toeval?) Overigens is door het thuiswerken en videobellen ook de drempel voor onzinnige meetings iets groter geworden, waardoor er meer tijd is voor echt belangrijke vergaderingen.
Geen klapvee meer
Bij tv-shows raak ik er intussen aan gewend dat er geen publiek (klapvee?) aanwezig is, en dat de bekende Nederlanders die alleen bekend zijn vanwege ’het bekend zijn’ minder in talkshows komen opdraven. Dat er daardoor meer aandacht is voor de inhoud. Dat ik bijvoorbeeld bij ‘Dit was het nieuws’ zelf na moet denken of ik een grap leuk vind en niet automatisch lach omdat het studiopubliek dit doet.
Ziggo zendt momenteel op een van zijn live-kanalen DJ-sets uit van deejays die zonder live publiek je thuis laten genieten van muziek. Ik vond het zo fijn om eens echt naar de muziek te kunnen luisteren zonder gejuich, en dat het vooral draaide om hoe goed hun mix was in plaats van hoe meeslepend ze “Put your hands up!” kunnen schreeuwen.
Op veel meer plekken wint de inhoud het dus momenteel van de vorm. Straks wordt alles weer ‘normaal’. Hopelijk kunnen we een aantal van deze ontwikkelingen echter vasthouden en meer belang blijven hechten aan de inhoud!