Marketingcommunicatietalent spotten in 2020: zoek de generalist
De lat mag weer omhoog op de arbeidsmarkt
En ineens zijn er voldoende talenten op de markt. Zeker in de media- en marketingcommunicatiesector. Welke talenten zijn gewild in 2020? Waar letten recruiters op? Na jaren van zoeken naar specialisten, geldt vanaf nu: zoek professionals die niet alleen specialist maar vooral ook generalist is (en liefst algemeen ontwikkeld).
Nadat recruiters een paar jaar lang een feestje vierden in een arbeidsmarkt waar iedereen trok aan iedereen, zit de inbox van werkgevers sinds twee maanden vol met berichtjes van mensen die koffie willen drinken. Op LinkedIn groeit het aantal ‘available’-vakgenoten met de dag. Marketingcommunicatie bleek al snel tijdens de crisis allesbehalve een vitale sector. De werkloosheid loopt inmiddels snel op, wat niet vreemd is als veel bureaus maar ook mediabedrijven als Talpa en Mediahuis niet weten hoe snel ze van grote aantallen mensen af moeten komen. Met name in Amsterdam groeit de werkloosheid deze maanden snel en ‘ons vak’ heeft een groot aandeel in de toename van de werkloosheid.
Weer wat te kiezen
Wat te doen? Die vraag stellen werkgevers zich, maar ook mensen die op zoek zijn naar een job. Wat doe je in een arbeidsmarkt die weer een stuk ruimer is? Werkgevers hebben voor het eerst sinds jaren weer eens wat te kiezen en werkzoekenden moeten weer eens aantonen wat ze in hun mars hebben.
Het goede nieuws voor werkgevers is dus: er valt wat te kiezen.
Het slechte nieuws voor werkgevers: de schaarste is nog steeds heel groot als het gaat om marketing- en communicatiemensen die generalist zijn. Zoals in eigenlijk elk vakgebied geldt ook in marcom-land: er zijn te veel banen en te weinig uitzonderlijk goede mensen.
Te veel specialismen
Tussen 2010 en 2020 heeft het vakgebied een bijzondere afslag genomen. Marketing en communicatie zijn in 1.001 deelspecialismen opgedeeld. Voor elk klusje ontstond een functie. Die tendens wordt nu gebroken. Marketeers en communicatiemensen moeten weer meer generalist zijn. Ze moeten én kunnen nadenken over het gehele merk én een aantal specialismen (liefst dus meer dan één) perfect beheersen.
Wat mij betreft is dat een hoopvolle ontwikkeling. Teams worden compacter en moeten minimaal dezelfde, liefst betere resultaten boeken. Hoe lastig ook voor mensen die tijdelijk pas op de plaats moeten maken, voor de innovatie in het vakgebied is het goed nieuws.
Ja, er is heel veel ruimte voor specialisten. Kandidaten móeten in elk geval ergens in uitblinken. Ze moeten een vak beheersen. Maar wat daarnaast nog veel belangrijker is, is het begrijpen van het grote plaatje.
Als er in de samenleving iets gebeurt, willen we allemaal meedoen aan de hype van de week
Veel van de deelspecialisten hebben jarenlang zo intensief dicht bovenop een dashboard gezeten, zoekend naar gedetailleerde flarden van informatie, dat ze totaal uit het oog zijn verloren hoe dat nou eigenlijk werkt, een merk bouwen. Voeg daarbij dat ons vakgebied lijdt – volg alleen maar de vakmedia – onder een hardnekkige oppervlakkigheid en tendens tot kluitjesvoetbal. We rennen in ons vak achter elke hype aan. Als er in de samenleving iets gebeurt, willen we allemaal meedoen aan de hype van de week. Daar met gepaste distantie naar kijken, is een voorwaarde om succesvol te zijn.
Nu er ruimte ontstaat op de arbeidsmarkt, is het voor recruiters en werkgevers tijd voor een ‘raise the bar’-periode. De lat mag weer omhoog.
Waar zoeken ‘we’ naar in 2020 en 2021?
· Generalisten
Echt, helemaal fantastisch als je goed thuis bent in één of twee social media-kanalen. Of in editing. Of in contentpublishing. Prachtig als je data-koning bent. Maar het is allemaal niet zoveel waard als je niet weet hoe jouw specialisme bijdraagt aan het bouwen van een merk. Zowel aan de kant van het merk als bij bureaus geldt dat de mensen in de marketingcommunicatieteams het merk echt moeten ademen. Ze moeten snappen wat wél en niet past bij het merk. Ze moeten weten wat een bijdrage levert aan de groei van het merk, ook (juist) op de lange termijn. Generalisten snappen de andere specialisten. Ze begrijpen wat elke schakel bijdraagt.
· Inhoud
Merken krijgen meer en meer diepgang. Noem het purpose. Noem het inhoud. Het verhaal achter het merk is belangrijker geworden. Maar wil je inhoud geven aan een merk, dan moet er wel inhoud zijn. Dan heb je mensen nodig die inhoudelijk zijn. Die de rol van een merk snappen. Die het verleden van een bedrijf en een merk kennen, die interesse hebben in het verhaal.
Wil je inhoud geven aan een merk, dan moet er wel inhoud zijn
Alleen maar in je silo zitten knutselen op jouw vakeilandje is niet meer genoeg. Marktonderzoek snappen. Lezen over de wereld om je heen. Je hebt het nodig als je een merk wil positioneren en vanuit die gekozen positie laten groeien.
· Algemene ontwikkeling
In het verlengde van het vorige punt: zorg voor meer algemene ontwikkeling. Het vieren van de oppervlakkigheid heeft ons vak geen goed gedaan. We zijn met onze merken onderdeel van de samenleving, deel van de geschiedenis. Tegelijkertijd spelen we een doorgaans bescheiden rol in het leven van mensen. Als we ons dan laten zien, laten we dan zorgen we dat we de wereld een beetje snappen. Lang verhaal kort: er is méér dan je vakspecialisme. Je bent een gesprekspartner. Je gaat over een merk. En je moet daar op een integere manier resultaten mee boeken. Zorg dus dat je jezelf ontwikkelt, en niet alleen je vakmatige vaardigheden.
· Makers
Alles wat we, met al die inhoudelijke bagage, bedenken moet extreem goed uitgevoerd worden. Aan klantkant én aan bureaukant zal verder worden gebouwd aan een echte makerscultuur. Die trend is al volop zichtbaar. Rapportjes schrijven en doorschuiven is niet voldoende. Je moet iets tot leven kunnen wekken. Daarvoor moet je wat kunnen. Werken in ons vakgebied is voor een belangrijk deel: iets maken. Die makerscultuur botst vaak met de corporate cultuur, die nog altijd dicteert dat je werkt met vaagtaal en gebruik maakt van clichébeelden. Echte makers gruwen daarvan. Dus ruim baan aan de makers.
· Snel en goed
Langzaam en duur? Of snel en goed? We zitten in een recessie. Dus zoeken ‘we’ mensen die én snel én goed zijn. Je moet goed werk leveren. En goed werk kost tijd om te maken. Toch zoeken we mensen die snel én goed zijn. Veel oefenen dus. Kijken hoe het slimmer kan.
· Productiviteit
Snel en goed zegt iets over de productiviteit. En daar is nog wel iets over te zeggen. Even naar het hele grote plaatje: economische groei draait om twee hoofdelementen. De groei van de bevolking kan zorgen voor groei. En productiviteitsgroei van werkenden draagt bij aan economische groei. Nederland groeit al jaren vooral dankzij de groei van de bevolking. Willen we duurzame welvaartsverbetering dan zullen we productiever moeten zijn. Ons vak staat wat dat betreft al jaren min of meer stil. Het lukt niet echt om betere resultaten te krijgen in minder uren of met minder budget.
Voor duurzame welvaartsverbetering moeten we productiever zijn. Ons vak staat al jaren min of meer stil
Dat zal toch moeten. Om misverstanden te voorkomen: productiviteitsverhoging is dus niet doorwerken tot negen uur ’s avonds. Juist niet. Meer en betere output in minder tijd, daar zoeken we naar.
· Empathisch
Snap je klant. Snap de eindklant. De consument. Snap de andere kant van de tafel. Het is lastig. In ons vakgebied is iedereen echt zo briljant en slim dat zijn eigen opvattingen over de wereld en over consumentengedrag wel goed móeten zijn. Dat is dus niet. Blijf je verdiepen in wat mensen écht vinden. Wat je doet, wat je bedenkt, wat je maakt, doe je omdat je inspeelt op een behoefte. De behoefte van de klant. Jouw persoonlijke visie op alles moet je dus leren wegdrukken. In modern Nederlands: kom eens uit je bubbel.
Een nieuwe fase in ons vak, een nieuwe periode voor recruiters. Succes aan iedereen. En feedback en compleet andere inzichten zijn natuurlijk altijd welkom.
Leuk artikel!
Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen waarom mediaspecialusten niet goed scoren als communicatieadviseurs:
1. Ze missen een opleiding die onderscheidende competenties en kennis aanreikt. Want communiceren kúnnen we immers allemaal al.
2. Studenten wordt (via alle mediafilosofie) geleerd niet kririsch te zijn en vragen te stellen, maar vooral om goed dan wel beter te luisteren.
3. De kennisbasis onder de marktpropositie mist een onderbouwing. In de medialogie bestaat er geen definitie van een communicatie. Ja, er zijn allerlei gokken naar. Geen enkele gok in communicatietheorie baseert zich echter op de empirie, maar op aannames van Aristoteles.
4. Veel professionele communicatiekwaliteiten zijn bij nadere beschouwing doorgaans persoonseigen kwaliteiten. Dit kunnen generalistische en specialistische kwaliteiten zijn.
5. De medialogie doet niet aan de empirie. Ze produceert storytelling over het ongekende. Al die stories zijn unaccountable. Alle praktische toepassingen ervan zijn dat dus ook. Maar de empirie is onbespreekbaar binnen het geprganiseerde beroepsdomein. Kritiek op emotionele verhalenvertellers als mw Van Ruler maakt je persona non grata bij Logeion. En emotie regeert in het vakdomein. Het gaat om die reden al jaren alle kanten op. Richting heeft het niet.
Voor richting en relevantie dient mediastudie zich eens te verdiepen in de empirie.
Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen waarom mediaspecialisten niet goed scoren als communicatieadviseurs:
1. Ze missen een opleiding die onderscheidende competenties en kennis aanreikt. Want communiceren kúnnen we immers allemaal al. Qua algemrne ontwikkeling scoren decurricula slecht. Lezen is uit, iedereen kijkt video.
2. Studenten wordt (via alle mediafilosofie) geleerd niet kritisch te zijn en kritische vragen te stellen, maar vooral om goed dan wel beter te luisteren. Naar de boodschap. Kerkelijke beroepscultuur.
3. De kennisbasis onder de waaier aan marktproposities mist een onderbouwing. In de medialogie bestaat er geen definitie van een communicatie. Ja, er zijn allerlei gokken naar. Geen enkele gok in communicatietheorie baseert zich echter op de empirie, maar ze gaan over aannames van Aristoteles. Naast de gok is er de best practice als ‘methode’.
4. Veel professionele communicatiekwaliteiten zijn bij nadere beschouwing doorgaans persoonseigen kwaliteiten. Dit kunnen generalistische en specialistische kwaliteiten zijn.
5. De medialogie doet niet aan de empirie. Ze produceert storytelling over het ongekende. Al 40 jaar… Al die stories zijn unaccountable. Alle praktische toepassingen ervan zijn dat dus óok. Maar de empirie is onbespreekbaar binnen het geprganiseerde beroepsdomein(!) En emotie regeert in het vakdomein. Het gaat om die reden al jaren alle kanten op. Richting heeft het niet. Dus roepen sommige mediawijzers die de vorige keer nog heilig geloofden in branded journalism dat er nu verbindende verhalen moeten komen.
Voor richting en relevantie dient mediastudie zich eens te verdiepen in de empirie. Daar begint kennis mee.
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!