Hoe ChatGPT ons allemaal wijzer kan maken
Al een paar maanden houdt het programma ChatGPT de media flink bezig. Kunnen chatbots zorgen voor de democratisering van kennis?
ChatGPT is een zogeheten ‘chatbot’ een intelligente digitale ‘assistent’ waar je schriftelijk vragen aan kunt stellen en die uitgebreide antwoorden kan geven in de vorm van teksten. Het programma kan ook spraak omzetten in tekst. Sinds het programma werd vrijgegeven eind november vorig jaar zijn gebruikers er op talloze plekken mee aan de slag gegaan. De een liet zien hoe je er krantenartikelen mee kon schrijven, de ander gebruikte het voor het schrijven van een speech. Enkele Kamerleden hebben er inmiddels vol trots hun eerste moties mee geschreven. Soms zijn de uitkomsten van ChatGTP nog lachwekkend en stellen we ons gerust dat wij dat als mens veel beter kunnen (ook hier op Marketingfacts, zie: “Maakt de komst van ChatGPT tekstschrijvers overbodig?“). Al kun je je afvragen hoelang ook dat nog duurt.
Concurrentiestrijd
ChatGPT past in een voortschrijdende ontwikkeling waarbij technologie door kunstmatige intelligentie steeds ‘intelligenter’ en ‘menselijker’ wordt. De computer ‘begrijpt’ ons steeds beter en kan ons antwoorden geven in onze eigen taal en op een manier die aansluit bij onze informatiebehoefte, context en gemoedstoestand. Je zou ChatGPT kunnen zien als een combinatie van Google Search en Wikipedia maar dan geavanceerder. In plaats van zoekwoorden in te geven kun je een vraag stellen en je krijgt geen tien tot honderden zoekresultaten waar je zelf een keuze uit moet maken maar één pasklaar en relevant antwoord in de vorm van een tekst die op jou is afgestemd.
Met ChatGPT betreedt het bedrijf Open.AI de arena waar grote tech-bedrijven strijden om het leiderschap op het gebied van ‘de volgende interface’ na ‘touch’: spraak. Eerder schreef ik een uitgebreide analyse hier op Marketingfacts over de opkomst van chatbots en spraakgestuude interfaces zoals Siri (Apple), Alexa (Amazon), Cortana (Microsoft), Bixby (Samsung) en Google Assistent.
Allemaal dommer?
De grote vraag is wat de impact van chatbots als ChatGPT gaat zijn. Gaan ze leiden tot de creatie van nog meer onzinnige en ongeïnspireerde inhoud op het Web met als verdienmodel dat het geconsumeerd wordt en er advertenties bij getoond kunnen worden? Wordt het contact tussen mensen en tussen klanten en bedrijven onpersoonlijker door het verder automatiseren? Of wint het aan persoonlijkheid ten opzichte van de rubriek ‘Veelgestelde vragen’ op de website en de overbelaste klantenservice?
Het is een terugkerende vraag over het nuttig en zinvol inzetten van een technologie die vele toepassingen kent. Een vraag die er altijd is geweest, ook met de komst van het gedrukte boek, de televisie, de rekenmachine en de computer.
De bezorgdheid groeit dat we straks niks meer weten en het verleren om mooie teksten en opstellen te schrijven, net als het mooi schrijven (rechtshandig, met vulpen), hoofdrekenen en kaartlezen. Transcriberen van video’s en podcasts, het samenvatten van blogs, verzinnen van een verhaal, het ‘overtypen’ van nieuws om te publiceren via alle mogelijke kanalen, het schrijven van een reclametekst of en onderschrift bij een product. Het kan allemaal een stuk efficiënter met hulp van de ‘taalbots’. Verliezen we onze fantasie?
“Hoe kunnen we onszelf als mens op een hoger niveau tillen met deze nieuwe technologie?”
Samen slimmer?
ChatGPT kan uiterst nuttig zijn om snel wegwijs te worden in een nieuw onderwerp en kennis op te vragen uit verschillende bronnen en deelonderwerpen. En stel je moet een nota schrijven, een verslag maken van je onderzoek of een voor een breed toegankelijke tekst: ChatGPT helpt je alvast flink op weg.
Het ‘domme’ en herhalende werk kan worden uitbesteed zodat er meer tijd over blijft voor het moeilijke, het verdiepen en uitzoeken van bronnen, het analyseren van een vraagstuk, het aangaan van echt contact met klanten (in plaats van bombarderen met reclameboodschappen) en bijvoorbeeld voor artsen en specialisten: het maken van lastige morele afwegingen of medische behandelingen, voor bedrijven: de strategische keuze om een product of dienst te ontwikkelen in nauwe interactie met klanten, en voor beleidsmakers: het (voorbereiden voor het) voeren van een debat over de wezenlijke maatschappelijke keuzes die voorliggen.
De brede toepassing van chatbots kan zorgen voor een oud ideaal, de ‘democratisering’ van kennis. Het zou ervoor kunnen zorgen dat consumenten en burgers snel op een hoger kennisniveau kunnen aanhaken op een discussie en bedrijven en overheden kritische vragen kunnen stellen. Dat zou tegenwicht kunnen bieden aan het vele nepnieuws.
Maar dit zal niet vanzelf gaan. Het staat of valt met de kwaliteit en betrouwbaarheid van de data en informatiebronnen die door chatbots worden gebruikt. Bij Google kunnen we niet precies achterhalen hoe het tot een rangschikking is gekomen van zoekresultaten maar we zien er vervolgens wel een verwijzing bij naar een bron. Bij ChatGPT is dit een stuk minder transparant omdat het programma niet letterlijk teksten citeert maar zinnen kan herformuleren. Toch zijn er inmiddels programma’s die kunnen detecteren of een chatbot gebruikt is, maar dit zal een voortdurende technologische ratrace blijven met chatbots die steeds beter worden.
Op zoek naar de waarheid
Google heeft met Search een grote uitdaging om de betrouwbaarheid van een bron vast te stellen, hierbij werkt het met reputaties van bronnen, kruisverbindingen tussen websites en consistentie van informatie. De zoektechnologie maakt dus voor een groot deel gebruik van collectieve intelligentie: de relevantie die wij mensen aan informatie geven door het aan te klikken, te bekijken, te ‘liken’ en door te sturen. Ten opzichte van andere zoekmachines zoals destijds AltaVista kon Google grote sprongen voorwaarts maken.
Aan vooruitgang lijkt nu een einde te zijn gekomen door de opkomst van sociale media het afgelopen decennium. Steeds meer verwijzingen op het web worden beïnvloed door ‘hypes’ en commotie op sociale media en niet meer op de ‘lokale onafhankelijke’ kennis waar de wisdom of crowds op gebaseerd is. Tegelijkertijd is er een voortdurende poging om de algoritmes van Google gunstig te stemmen en ‘bovenaan te komen bij zoekresultaten’ onder de onschuldig klinkende naam Search Engine Optimization.
Google heeft steeds meer last van ‘nepnieuws’ omdat het zich voor een belangrijk deel baseert op populariteit. Het bedrijf gaf zelf aan dat er tijdens de laatste presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten op bepaalde momenten net zoveel ‘bronnen’ waren die het ene feit verspreidden als bronnen die het tegenovergestelde beweerden. Hoe stel je dan ‘de waarheid’ nog vast? (zie ook deze serie over nepnieuws op mijn eigen blog). En bij experimenten met ChatGPT, dat ook leert van menselijke input, blijkt al snel dat dat kan leiden tot schelden, discriminatie en de wens om autonomie. Waarden en gedragingen die in ons als mens zitten ingebakken en waarvan we de negatieve kanten in onze samenleving proberen te ondervangen.
“Hoe transparant zijn de chatbots en kunnen ze onafhankelijk worden gecontroleerd?”
Artificial Intelligence: Slimme combinatie van harde en sociale feiten
Hoe transparant zijn de chatbots en kunnen ze onafhankelijk worden gecontroleerd? Bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie zal daarom dus een slimme combinatie gevonden moeten worden tussen ‘harde’ feitelijke informatie, zoals die in encyclopedieën, wetenschappelijke literatuur en onderzoeksjournalistiek en ‘sociale feiten’: de verspreiding. Van nieuws en kruisverwijzingen op sociale media.
Zouden de zoekresultaten van Google, ChatGPT en anderen dan betrouwbaarder worden als we ze toegang geven tot alle encyclopedieën, woordenboeken, atlassen en de non-fictie in bibliotheken? Zou daarmee de informatie waarmee burgers en consumenten zich voeden en zich gedragen op sociale media feiltelijker worden? En kan dat samen (blijven) gaan met het verdienmodel waarbij advertenties een rol spelen?
Tot nu toe had Google met Search min of meer een monopolie op het zoeken op het web. Meer concurrentie tussen aanbieders van chatbots is gewenst. Dat geeft ons meerdere ‘brillen op de werkelijkheid’. Het gevaar blijft echter dat we de neiging hebben om de antwoorden van chatbots voor waar aan te nemen, zeker wanneer we zelf niet de kennis hebben om ze te controleren. Of dat we de chatbots per definitie wantrouwen en ons heil zoeken op sociale media, waar we al snel in een warm bad terecht komen van gelijkgestemden en horen wat we willen horen.