Marketeer, heb je al last van data-schaamte?

We moeten ‘iets’ met data. En als het kan, ook ‘iets’ met AI. We noemen ons milieubewuste marketeers, maar staan niet stil bij onze digitale CO2-afdruk. Ontdek waarom het tijd is voor data-schaamte.

26 september 2023, 14:55 1976 x gelezen

“De tijd dringt om klimaatverandering een halt toe te roepen. AI kan daarbij helpen”, lees ik op de site van een groot consultancybedrijf. Het bedrijf bracht een rapport uit waaruit veelvuldig wordt geciteerd door anderen die AI willen gebruiken om het klimaatprobleem op te lossen. Een groen investeringsfonds organiseert een webinar waarin duidelijk moet worden hoe AI “niet alleen het bedrijfsleven op z’n kop zet, maar ook de energietransitie gaat versnellen.”

Dit soort initiatieven ontstaan vast met de beste bedoelingen. Het is heel logisch om de mogelijkheden te ontdekken van een nieuwe, veelbelovende technologie. Toch is het gebruik van AI om het klimaat te redden helaas ongeveer hetzelfde als een brand blussen met lucifers.

Data kost stroom

Als het aankomt op het gebruik van AI, hebben we te maken met uitdagingen die zo groot zijn dat we ze problemen mogen noemen. Dat komt doordat gebruik van ‘het internet’ veel stroom kost. Het versturen van een mailtje, het streamen van een Netflix-serie of het lezen van een nieuwsbrief: het kost verrassend veel energie. Op dit moment zou ongeveer vier procent van de totale CO2-uitstoot afkomstig zijn van ons digitale leven. Dat is meer dan van de luchtvaart. Waarom hebben we wel last van vliegschaamte en niet van schermschaamte? Of beter nog, in dit geval: data-schaamte.

Onderzoekers becijferen dat digitale technologie binnen een paar jaar verantwoordelijk gaat zijn voor veertien procent van alle CO2-uitstoot. Wat heeft het gebruik van data daarmee te maken? Het trainen en gebruiken van AI (ofwel: het ten gelde maken van data) kost zo mogelijk nog meer stroom – en dus CO2-uitstoot. ChatGPT zou in januari 2023 evenveel stroom hebben gebruikt als een middelgrote stad, lees ik in de Groene Amsterdammer.

AI bedreigt de planeet

Benedetta Brevini plaatst in haar boek Is AI Good for the Planet het gebruik van AI zelfs lijnrecht tegenover het laten slagen van klimaatambities. Brevini legt uit dat AI veel stroom kost en dat zelfs als die stroom groen is, dat ten koste gaat van andere zaken waar groene stroom voor nodig is. AI gaat daarbij gebruikt worden om ons nog meer spullen te laten kopen (of series te laten streamen) die we eigenlijk niet nodig hebben. Het zijn de grenzen aan de groei die steeds vaker worden gesignaleerd.

In de praktijk wordt AI nu al gebruikt om nog sneller en goedkoper nog meer olie op te boren. Dat brengt me op een vraag die ik toeschrijf aan auteur James Bridle. Als AI het leven op aarde onmogelijk maakt en AI daardoor niet meer kan voortbestaan, hoe intelligent is AI dan eigenlijk? En belangrijker nog: hoe intelligent is het inzetten van kunstmatige intelligentie om klimaatverandering te versnellen?

Daarbij is ook een rol weggelegd voor marketeers. Je kan je hardop afvragen of je van negen tot vijf de wereld een betere plek maakt. Hilarisch en sneu: ik hoorde over een frisdrankmerk dat als ‘purpose’ (nog zo’n jeukwoord, daar is een prima Nederlands woord voor: een roeping) had om nog meer frisdrankflesjes te verkopen. Kom op, dat is geen roeping, dat is een schwalbe. Je kan je afvragen of het verkopen van meer frisdrank het rechtvaardigt om nog meer data te verzamelen. En je kan je afvragen waarom je wel eens last hebt van vliegschaamte, maar nog niet van data-schaamte. Want die schaamte is inmiddels meer dan gerechtvaardigd.

Aaron Mirck is denker, schrijver en spreker over technologie. Hij publiceerde een dichtbundel over technologie: Dit algoritme deugt niet en een etiquettegids voor het digitale tijdperk: Niet appen tijdens het eten. Hij maakt zich druk om hoe dom we omgaan met slimme technologie. Zijn missie: zorgen dat we bewuster omgaan met technologie, zodat we slimmer werken, minder afgeleid en gestrest zijn en gelukkiger worden.

Categorie

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!