101 gratis schrijftips uit een blogtraining

22 augustus 2017, 05:00

Zoals neem je zelf niet al te serieus, write drunk en edit sober

De vraag komt de laatste tijd opvallend vaak langs: of we een schrijftraining kunnen verzorgen. Maar natuurlijk. Lastig blijft het wel altijd een beetje; omdat schrijven meer een creatieve vaardigheid is dan exacte wetenschap, kun je nauwelijks garanties geven over het resultaat.

Wat we wel kunnen doen, is algemene tips, handigheidjes en aandachtspunten delen die je kunnen helpen bij het schrijven van een verhaal.

Verder is (creatief) leren schrijven vooral een kwestie van vaak doen, durven experimenteren en persoonlijke begeleiding en feedback.

De algemene tips vind je hieronder alvast. Let wel: dit zijn vooral tips voor het schrijven van blogs – bij het produceren van reclamefolders of whitepapers komen weer andere regels kijken.

1. Bedenk wat je verhaal teweeg moet brengen

Als het ergens vaak mis gaat bij het schrijven van blogs, dan is het wel dat de auteur niet van tevoren helder heeft gedefinieerd wat er in het hoofd van de lezer moet zijn gebeurd aan het einde van het verhaal. Met andere woorden: bedenk wat je verhaal teweeg moet brengen. Dat kan zijn dat de lezer iets nieuws heeft geleerd, van mening is veranderd of gewoon een leuke tijd heeft gehad tijdens het lezen. Dat noemen we ook wel het verschil tussen opiniërende, informatieve en entertainende verhalen.

Welke insteek je kiest, is vaak afhankelijk van hoe goed de lezer je al kent. In de eerste fase van de customer journey (als je nog moet werken aan je naamsbekendheid) is het vaak goed om wat laagdrempelige, amusante verhalen te delen met de wereld. Opiniërende blogposts passen weer beter in de volgende fase, als mensen je al kennen maar nog overtuigd moeten worden van jouw merk ten opzichte van concurrenten. Zijn ze zo ver dat ze overtuigd kunnen worden om klant te worden, dan is het delen van kennis (informeren) een goede strategie.

(Slide uit onze blogtraining)

De insteek van deze blogpost is natuurlijk het delen van kennis. Het doel is dat je als lezer aan het eind van het verhaal meer weet dan aan het begin.

2. Pak eens een onderwerp bij de horens

‘Wie ben ik om hier iets over te schrijven?’

‘Daar is al zoveel over gezegd.’

‘Niemand zit op mijn mening te wachten.’

Er zijn heel veel redenen om niet aan de slag te gaan met een onderwerp. En een hele goede om dat wel te doen: je weet vaak meer dan je denkt dat je weet. In de jaren dat ik mensen heb begeleid bij het schrijven van blogs, heb ik één ding geleerd; aspirant-bloggers zijn negen op de tien keer veel te kritisch op hun eigen vermogen om de wereld iets bij te brengen.

En trouwens: dat anderen al honderden keren hebben geschreven over een onderwerp, betekent niet dat jij het niet ook kunt doen.

3. Verplaats je in de lezer

Natuurlijk moet je je verplaatsen in de lezer, dat staat buiten kijf bij alles wat je doet op het gebied van marketing en communicatie. Bij het bepalen van een onderwerp kunnen je potentiële lezers je een handje helpen. Kijk bijvoorbeeld eens in Google Analytics waar je website-bezoekers vaak naar op zoek zijn en schrijf daar iets over. Een lezer die organisch via Google bij je uit is gekomen, is veel waard.

Als een bedrijf weet hoe je deze inbound marketing-tactiek toepast, dan is het Hubspot wel. Niet zo vreemd ook, want ze hebben de term inbound marketing uitgevonden. Wat Hubspot knap doet, is schrijven over dingen waar hun doelgroep (marketingmanagers) ook echt iets aan hebben. Dat kan ook een e-book zijn met 37 standaard vacatureteksten, want welke manager die op zoek is naar personeel heeft daar geen behoefte aan? Ondertussen heeft Hubspot weer mooi je aandacht (en emailadres) te pakken.

4. Verzamel input

Als blogger ben je eigenlijk net een journalist. Een lezer verwacht van je dat je een bepaalde autoriteit hebt in het onderwerp waarover je schrijft. Dat betekent ook dat je je huiswerk zult moeten doen en gaat lezen wat anderen al hebben geschreven over het onderwerp dat je behandelt. Selecteer daaruit de relevante bronnen, verwijs ernaar als dat handig is voor je lezers (netjes is het sowieso) en trek uit die bronnen je eigen conclusies.

5. Maak het een beetje leuk voor jezelf

Oeh, deze is zo belangrijk. Je leest iets te vaak artikelen die van A tot Z kloppen, en toch totaal onleesbaar zijn (want: saai).

Tegelijkertijd is dit ook het moeilijkste onderdeel van bloggen. Want je weet wel dat het ook een beetje leuk moet weglezen, maar hoe doe je dat? Je bent als schrijver zelf al de beste graadmeter. Lees je eigen verhaal eens terug, ook tijdens het schrijven. Pakt het? Houd je de aandacht erbij? Prikkelt het? Zo niet, probeer het dan eens anders te verwoorden.

Het is eigenlijk net zoals het vertellen van een anekdote aan familie of vrienden. Ook daarbij heb je in de loop der jaren trucjes geleerd om een verhaal spannend te maken, aan te dikken en sappig te vertellen. Doe dat ook als je schrijft.

6. Prikkel met je kop…

…en met de intro. Steek 90 procent van je creatieve vibes in de woorden die lezers als eerste in hun scherm zien of op de voorpagina zien staan. Als die prikkelen, dan is de kans groot dat ze de rest van het verhaal ook uitlezen. Verras daarin, prikkel de nieuwsgierigheid en breng lezers een beetje van hun stuk. De überbazen van de kop zijn de samenstellers van de Blendle-nieuwsbrief. Het geheim van de koppenmakers: gebruik veel signaalwoorden (deze, hoe, waarom), spreek de lezer direct aan en kies voor een negatieve insteek. Dan krijg je dus een kop als Zo weinig invloed heb je op je eigen leven (en zo ga je daarmee om), daar moet je toch gewoon op klikken?

Probeer met je eerste zin zo ver mogelijk weg te blijven bij een eerste zin als deze:

De wereld verandert sneller dan ooit tevoren, bedrijven die voorop willen blijven lopen zullen succesvol mee moeten kunnen gaan in deze veranderingen.

Misschien denk je nu: ‘Hé, maar net schreef je toch dat je niets moet aantrekken van wat anderen al geschreven hebben?’

Klopt, maar dat ging over het onderwerp. Het origineel brengen van je verhaal is iets anders; het is wel de bedoeling dat je een thema net even wat anders belicht dan al je voorgangers.

7. Structureer

Een vaste bijrol in onze schrijftraining is weggelegd voor het konijn dat immers en daarentegen zegt.

Niet omdat het leuk is om af en toe naar Hans Teeuwen te kijken, maar omdat dit konijn een goede raadgever is bij het schrijven van een verhaal. Dat geldt niet alleen voor blogs, maar voor alles wat je schrijft.

Maar wat doet dat konijn dan? Je stimuleren om in elke zin een voegwoord te gebruiken, zoals immers, daarentegen, omdat, tenzij, daardoor, mits, en zo verder. Dat hoef je niet heel letterlijk te nemen, maar het is wel belangrijk om van elke zin die je schrijft duidelijk te maken wat het verband is met de zinnen daarvoor.

Wacht, die herhaal ik even:

Maak van elke zin duidelijk wat het verband is met de zin daarvoor

De reden waarom is simpel: zo bied je de lezer structuur. Mensen zijn al gauw de weg kwijt in je verhaal. Het is soms in je hoofd heel duidelijk welke argumentatie je volgt, maar voor de lezer niet. Door heel sterk te benadrukken wat het verband is tussen de huidige zin en de tekst daarvoor, neem je de lezer mee aan het handje.

Dat kun je bijna niet genoeg doen, al zullen er schrijvers zijn die iets anders beweren.

Daarom, nog maar eens een herhaling:

Je kunt lezers niet genoeg aan de hand meenemen

8. Wit beats grijs, altijd

Ken je dat gevoel, dat je een heel beeldscherm voor je hebt met woorden en dat de moed je al in de schoenen zakt? Vreemd genoeg vinden we dat niet erg als we een boek lezen, maar als we een tekst lezen op ons beeldscherm dan hebben we behoefte aan lucht, witruimte en afbeeldingen.

Kijk maar:

Niet te doen, toch?

Bouw daarom witruimte in door korte alinea’s te gebruiken, tussenkopjes en afbeeldingen toe te voegen.

9. Visualiseer

Talking about afbeeldingen: online schrijven doe je niet alleen met woordjes. Afbeeldingen, video’s, zelfs gifjes; je kunt er als blogger niet omheen (al zou je dat willen).

Als je afbeeldingen gebruikt, let erop dat ze rechtenvrij zijn. Dat kun je zeker weten door gebruik te maken van (betaalde) stockfoto-databases of eigen foto’s. Anders is Google Image search altijd nog een optie: daarin kun je aangeven dat je alleen foto’s wilt zien die rechtenvrij zijn. In de praktijk komt het er vaak op neer dat deze van Wikipedia of Flickr komen.

Trouwens, nu we het toch over Google Image Search hebben; wist je dat je daar ook kunt zoeken op afbeeldingen die lijken op een afbeelding die je in het zoekvenster sleept? Als je dus onverhoopt wel een keer een afbeelding hergebruikt en de rechthebbende fotograaf zoekt wie zijn of haar foto onrechtmatig heeft geplaatst, dan is dat eenvoudig te achterhalen met Google.

10. Schrijf normaal

Als het gaat om schrijfstijl, dan geldt de volgende vuistregel: schrijf als het even kan zoals je praat. Mocht het zo zijn dat je grammaticale fouten maakt in je spreektaal, dan ligt het natuurlijk iets genuanceerder.

Een fout die veel bloggers maken is dat ze dingen officiëler en deftiger proberen te verwoorden.

Doe dat niet.

Een van de predikers van de schrijf-normaal-school, die dat zelf overigens ook consequent toepast, is Dimitri Lambermont. Lees hier een van zijn tirades.

11. Houd het persoonlijk

Bloggen is een persoonlijk iets. Je naam en je foto staat bij het verhaal, dus schroom niet om er een persoonlijk tintje aan te geven. Mensen mogen het ook met je oneens zijn, het is vooral belangrijk dat lezers merken dat je persoonlijke passie hebt voor het onderwerp.

12. Insteek in de inleiding

Misschien heb je op school geleerd dat je op twee manieren kunt schrijven:

  1. Je begint met de insteek en gaat die daarna onderbouwen
  2. Je begint heel breed en schrijft steeds nauwer naar je conclusie toe.

Dat laatste: niet meer doen, althans niet als je schrijft voor online. Online lezers zijn namelijk extreem kort van concentratie.

Online lezers zijn extreem kort van concentratie

13. Wissel af

Schrijf je een tekst over struisvogels, dan heb je al gauw de neiging om zo’n beetje in elke zin het woord ‘struisvogels’ te gebruiken. Probeer dat te vermijden, wissel af met andere termen of omschrijvingen (deze dieren, de grote loopvogel).

Dat geldt ook voor zinnen: een lange zin op zijn tijd is niet erg, maar wissel die af met een korte zin. Kom je er niet onderuit om een keer een passieve zin te gebruiken, schrijf dan daarna een actieve zin.

14. Maak rond

Het is mooi als je aan het eind van het verhaal je lezer het gevoel kunt meegeven dat het stuk af is. Niets werkt dan zo goed als terugverwijzen naar de intro. Veel geoefende schrijvers houden daar al rekening mee als ze de eerst zin tikken. Anderen (zoals ondergetekende) leren het nooit en denken altijd aan het einde: ‘Oh ja, nu moest ik het nog rond maken’.

15. Redigeer

Of het nu Oscar Wilde is of Ernest Hemingway, dat maakt niet uit; het schijnt dat een beroemde schrijver ooit het volgende zei:

Write drunk, edit sober

Hoewel het soms bijzonder goed kan werken om iets op te pennen na de consumptie van alcohol of andere geestverruimende middelen, zit er nog een andere kern van waarheid in deze quote. En wel deze: schrijf een eerste versie, laat hem dan even liggen en kijk er de dag later nog eens na. Dat helpt je om met een verse blik opnieuw te oordelen. Vaak zul je zien dat je tekst eigenlijk een stuk beter is dan je in eerste instantie dacht.

(Bron afbeelding: Wikipedia)

16-100. Neem jezelf niet al te serieus (dat doen je lezers ook niet)

Ook al weet je behoorlijk wat, het kan heel erg opluchten als je een beetje lucht in je verhaal bouwt. Geef aan dat je sommige dingen zelf ook niet helemaal weet of kunt, bouw af en toe een kwinkslag in. Bijkomend voordeel is dat je jezelf uit hachelijke situaties kunt redden (bijvoorbeeld als tijdens het schrijven blijkt dat je geen 101 maar 17 tips hebt).

101. Oefen

De laatste tip is eigenlijk meer waard dan alle adviezen die ik hiervoor deelde: blijf oefenen. De eerste keer is het verdomd moeilijk om een toffe kop te verzinnen, variatie aan te brengen, leuke visuals te verzamelen en een verhaal rond te breien. Dat is niet erg, want schrijven is geen exacte wetenschap, maar een creatief proces; vaak doen, oefenen en trainen is het devies.

Wacht, had ik dat niet ook al in de intro gezegd?

Freek Janssen
Content Strategist bij Philips

Creative strategists, with a (very) strong belief in two rules: (1) Put the audience first in every story you tell (2) Have a good time whilst doing so. Every piece of content create with enthusiasm, will be met with enthusiasm. I learned the storytelling metier in journalism. Then I helped businesses to improve the way they communicate; first at an international integrated comms agency, now in an integrated comms team at Philips. My sweet spot is building the bridge between strategy and execution. Specialties: storytelling, content strategy, messaging, media relations / PR.

Categorie
Tags

5 Reacties

    contomlon

    Nice information. Thanks for sharing!


    22 augustus 2017 om 06:43
    Astrid van Bernebeek

    Fijne tips, Freek! Ga ik tot me nemen. En delen 🙂


    22 augustus 2017 om 20:10
    Frheek

    Dank, Astrid :)!


    23 augustus 2017 om 07:04
    Pieter Teekens

    Amen!


    28 augustus 2017 om 11:42

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!