De volgende hype (na Twitter) wordt ‘aggregatie’

17 juni 2009, 04:57

{title}De massa begint social media te omarmen. Dus wat wordt de nieuwe ‘Twitter’? De dienst die ineens door meer dan alleen een kleine groep enthousiast gebruikt gaat worden en uit zijn voegen groeit. De dienst waar weblogs vol over worden geschreven (zoals deze), waar marketing adviseurs (zoals ik) goedbetaalde presentaties over mogen geven, waar traditionele media jaloers op worden qua bezoekcijfers. En waar de gebruikelijke kritische vragen over verdienmodellen over gesteld gaan worden.

De explosieve groei van diverse social media vindt gefragmenteerd plaats over diverse platforms. Denk aan Flickr, YouTube, WordPress, Slideshare, Last.fm, Delicious, Twitter enzovoorts. En daar is het antwoord op de vraag ‘Wat wordt groot na Twitter?’ in verscholen. Het nieuwe toverwoord wordt aggregatie. Het is makkelijk om laagdrempelig te kunnen publiceren, maar het overzicht van al het beschikbare materiaal is volledig verdwenen voor zowel de publicist als voor de (toevallige) voorbijganger. Daarom gaan diensten die content her en der kunnen aggregeren, publiceren, clusteren, verzamelen, indexeren, taggen enzovoorts een groei doormaken de komende tijd en relevant worden voor een grotere groep gebruikers. Dit leidt eindelijk tot orde in de chaos van web 2.0.

Een aantal diensten omarmt aggregatie al. Denk aan Facebook, waar de updates van je vrienden op andere platforms al direct op je homepage worden gepubliceerd en waar Friendfeed al naadloos is opgenomen. Hyves biedt ook al de mogelijk om bijvoorbeeld je tweets binnen te halen. Een ander voorbeeld is Plaxo, waar in de Pulse de updates van je netwerk te vinden zijn vanuit Twitter, Flickr enzovoorts. LinkedIn biedt je via Applications de mogelijkheid om bijvoorbeeld je eigen Slidesharee presentaties, bookmarks en blogposts aan je profiel toe te voegen. Hierdoor ontstaan meer mogelijkheden voor verbeterde online profilering, een waardevolle toevoeging op de standaard informatie die beschikbaar is binnen het platform. Ikki biedt de mogelijkheid om een Social CV samen te stellen: Wat heb je gedaan, Wat doe je nu en Via welke diensten doe je dat? iDiDiD is een netwerk in opkomst, vooral gericht op delen van verschillende content gepubliceerd op en rondom evenementen en activiteiten.

Van dingen dubbel doen wordt niemand vrolijk. Diensten die multi-platform publicatie mogelijk maken, gaan een streepje voor krijgen bij gebruikers.

    Enkele voorbeelden:

  • Mobypicture publiceert foto’s niet alleen op Twitter, maar ook kan meteen doorplaatsen naar Hyves, Flickr en Tumblr.
  • Bij Posterous is het nog makkelijker: je stuurt een mail met tekst of foto en de content wordt geplaatst, inclusief een bijbehorende tweet.
  • De dienst 8tracks (maak zelf een online ‘cassettebandje’) biedt de mogelijkheid om automatisch je Twitternetwerk te verwittigen van een nieuwe productie.
  • MyASICS biedt ook de mogelijkheid om automatisch de notities in je online hardlooplogboek te delen op Twitter: via je eigen account of via twitter.com/myasiscs.

{title}In al deze gevallen is aggregatie slechts een onderdeel van de beschikbare dienstverlening op het betreffende platform. Dit is in het geval van Friendfeed niet het geval. Die site is enkel en alleen gericht op aggregatie. Alle content die je waar dan ook publiceert, kan eenvoudig aan je stream worden toegevoegd. Commentaar kan naar Twitter worden gepushed, maar conversaties kunnen ook binnen Friendfeed worden vervolgd (en netjes geclusterd rondom het begin van het verhaal). Je abonneert je op streams van andere gebruikers (je Twittervrienden en -vriendinnen zijn al voorgeselecteerd), er zijn rooms voor specifieke onderwerpen en je kunt zelf groepen aanmaken binnen de groep mensen die je volgt. Robert Scoble is een Friendfeed evangelist, ik ben wat sceptischer. Pluspunten zijn m.i. alles op 1 plek en geclusterde conversaties. Een nadeel vind ik wel dat het in real time een grote brei van gegevens oplevert die lastig te filteren is. Een tool zoals Frienddeck kan wel een oplossing bieden, waarbij de archieffunctie belangrijker wordt dan de realtime stream.

Het voorbeeld van het koppelen van je Twitternetwerk aan Friendfeed vindt ook op andere plaatsen navolging. Zo kan er binnen Facebook gekozen worden voor een automatische koppeling aan je Plaxo account. Als er iemand in je Plaxo netwerk gebruik maakt van Facebook en er is daar nog geen connectie gelegd, wordt dit door Facebook geregeld.

Clustering staat en valt bij het goed uitvoeren van tagging. Steeds vaker wordt er bij aanvang van een bijeenkomst gemeld wat de juiste hashtag is (bijvoorbeeld ‘#csn09’ of ‘#momoams’). Alle content met die hashtag (foto’s, tweets, blogposts, video’s) kan vervolgens overzichtelijk bij elkaar worden gebracht (mash-ups), zoals hier (probeer zelf een hashtag uit en zie de resultaten).

{title}Ook voor verkeer de andere kant op (een bericht publiceren naar meerdere kanalen) zijn er diensten beschikbaar: bijvoorbeeld Hellotxt en Ping.fm. Je selecteert de netwerken waarnaar je wilt posten en verstuurt het bericht. Dit werkt wel doublures in updates in de hand en je moet ook wel controleren of de berichten inderdaad zijn geplaatst, want dit gaat niet altijd in een keer goed. Verder is dit ‘multi platform posten’ handig om op meerdere plekken tegelijk iets van je te laten horen, de response die dit mogelijk tot gevolg heeft moet natuurlijk wel per platform worden afgehandeld.

Niet alleen content wordt geaggregeerd. Met de groei van het gebruik van Social Media neemt het aantal profielen per persoon toe, ongeacht of er actief gebruik van wordt gemaakt. Ook hier ontstaat een vraag bij gebruikers voor aggregatie, overzicht, bundeling. Diensten die een online visitekaartje aanbieden zijn bijvoorbeeld. Realmee en MyNameIsE. De pokenhype eerder dit jaar past ook goed in dit plaatje. Daarnaast wordt je Google profiel naar mijn idee ook heel belangrijk, zeker gezien de SEO kansen die dit biedt. Dan zijn er ook nog de ‘traditionele’ directories: denk bijvoorbeeld aan WieoWie en het Internetadresboek.

De behoefte aan aggregatie, filtering en de mogelijkheid om cross platform te kunnen publiceren wordt door de toenemende informatiestroom steeds groter. Diensten die dit onderkennen en kunnen integreren binnen hun bestaande dienstverlening danwel een dienst kunnen opzetten die hier goed op inspeelt, worden onderdeel van de hype na Twitter.

Lode Broekman
Docent Digital Marketing bij Hogeschool Van Amsterdam

Lode Broekman (1965) is een resultaatgerichte organisatieadviseur, erkend Senior Marketing Professional (SMP), met ruim 25 jaar ervaring in (online) marketing en communicatie. Hij staat bekend om zijn klantgerichte en pragmatische oplossingen voor commerciële vraagstukken en verder om zijn boeiende presentaties. Daarnaast heeft hij veel ervaring als projectmanager. Hij is enkele jaren docent op de Hogeschool van Amsterdam, Commerciële Economie.

Categorie
Tags

12 Reacties

    Jose Fr. Tomas

    In de (nabije) toekomst verwacht ik dat er een online platform ontstaat waarbij persoonlijke profielen (CV’s) aangevuld worden door Web 2.0 toepassingen. Kan ook niet anders, een CV doet geen eer aan de persoon, te statisch. Zijn volledig online identity zegt natuurlijk véél meer. Visie, meningen, onderzoek, scriptie, heel transparant en inzichtelijk (het gebeurt nu al met o.a. Linkedin en Hyves waar men zijn blog kan invoegen). Zodoende zal een compleet beeld verkregen worden van personen zonder deze gesproken te hebben. Een soort wieowie maar dan op een Web 3.0 (semantische intelligentie) –achtige manier.


    17 juni 2009 om 06:37
    Ties Morskate

    Google Wave hoort ook zeer zeker thuis in dit artikel en is denk ik de eerste stap in deze richting. De presentatie op de DC van vorige maand is dan ook de tijd van het kijken waard.


    17 juni 2009 om 06:40
    sjongsma

    @Lode: goed stuk! Goede voorbeelden ook.

    Alleen heb ik soms het gevoel dat aggregatie wordt gebruikt om een slechte social media strategie “op te lappen”. Laat het duidelijk zijn: ik zie absoluut de voordelen van aggregatie en ik geloof daar bij specifieke projecten ook zeker in. Alleen soms krijg ik het gevoel dat veel netwerken worden ingezet (dus schieten met hagel) om vervolgens dit te groeperen. Dan heb ik het gevoel dat je beter terug naar de tekentafel kunt om je strategie beter door te denken voordat je hem inzet.


    17 juni 2009 om 06:54
    Sjaak

    Ik word echt zo moe van blogs zoals deze die elke situatie als een hype uitleggen.

    Aggregatie zoals jullie het hier beschrijven is niet de toekomst. Ten eerste is het nu al een feit. En ten tweede is het helemaal geen ideale situatie; het is een noodoplossing. De toekomst is aan initiatieven als Activity Streams waarin content word geaggregeerd op basis van contenttype; niet op basis van service provider.


    17 juni 2009 om 06:57
    koningwoning

    @Lode – ik mis toch nog wel een beetje het verschil tussen aggregatie & integratie van allerlei content/ diensten. Bv in Salesforce de integratie met Twitter & Facebook in Salesforce… of LinkedIn binnen LotusNotes.

    Wat hierbij dus interessant is, is dat de waarde van een betaald programma zoals Salesforce of LotusNotes dus vergroot wordt door gratis content van Facebook, LinkedIn of Twitter.


    17 juni 2009 om 14:23
    lbroekman

    @koningwoning Dank voor je reactie. Goede opmerking. Het verschil tussen aggregatie en integratie zit naar mijn mening in de plek die de verzamelde content inneemt op het platform. Integratie is een eerste stap en hergebruik van gegevens is zeer waardevol. Geen dingen dubbel hoeven te doen. Bij M-Freelance haal je je LinkedIn profiel op en past dit aan waar nodig voor je CV. Handig. De voorbeelden die jij noemt zijn ook relevant. Aggregatie gaat naar mijn mening nog een stap verder, waarbij het niet meteen gezegd is dat meer informatie beter is. Zie Friendfeed, wat letterlijk volloopt.


    17 juni 2009 om 15:02
    Godfried van Loo

    Aggregatie is allemaal leuk en aardig zolang je rekening houdt met samenhang en relevantie. Als je een bericht op Twitter plaatst: “He, ik ben vrienden geworden met @jan en @piet” en dit heerlijk ook automatisch kopieert in FriendFeed is de samenhang verdwenen. Immers, het betreft hier gebruikers bij Twitter en niet in FriendFeed. Over replies nog niet gesproken. Diensten als HelloTxT vergemakkelijken het verspreiden van berichten maar bieden geen oplossing voor eventuele reacties die net zo cross-platform zijn als het bericht dat oorspronkelijk is verzonden. Hoewel nog in gesloten beta komt er mogelijk al binnenkort een Nederlandse initiatief dat hierop inspringt door juist de samenhang en omgevingsvariabelen van berichten voorop te stellen. Deels door deze de stroomlijnen maar ook door gebruikers juist hierop te wijzen. Zowel de schrijver als de lezer.


    17 juni 2009 om 18:22
    lbroekman

    @jens: Dank voor de tip, meteen aangepast.


    20 juni 2009 om 16:24
    Ton

    @Lode: ik geloof niet dat ik die Mr.Jummy-campagne nou een goed voorbeeld vind van aggregatie of media-bundeling, zoals ik het noem. Wat het reclamebureau deed, was het inzetten van steeds andere media met hetzelfde poppetje. M.i. gaat het bundelen van online platforms veeleer over de vraag hoe we als gebruiker het overzicht behouden.

    Overigens: op de MrJummy-site die je linkt, wordt enthousiast gedaan over het online bereik van de campagne, maar over het getalsmatige effect op de verkoop van de bewuste rozijnenkoekjes hoor ik niks – hype om de hype; heel knap maar lullig tegelijk. Sorry reclamebureau, voorlopig geen Effie denk ik.

    Tenslotte: Interessant stuk wel, en ook de reacties die ik las. Ben benieuwd naar dat initiatief van @Godfried.


    22 juni 2009 om 08:19
    lbroekman

    @Ton dank voor je reactie. Mr.Jummy vind ik persoonlijk een goed voorbeeld omdat op 1 plek content geaggregeerd wordt die op andere platforms wordt geproduceerd. Redelijk recht toe, recht aan, eens. De optie die jij noemt (overzicht vanuit het perspectief van de gebruiker) is inderdaad anders en nu nog niet 100% goed ingevuld, naar mijn mening.


    22 juni 2009 om 08:42

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!