Economisch weerbericht (48): We the People
Gisteren 222 jaar geleden zag de Amerikaanse grondwet het licht. De preambule daarvan, realiseerde ik me, had dit jaar prima de afsluiting van de troonrede kunnen zijn. Het gaat om één enkele zin, die de ambitie uitdrukt van “eenheid, gerechtigheid, een stabiele leefomgeving, de fysieke bescherming daarvan, welzijn en vrijheid; voor ons en toekomstige generaties”. Precies de restauratie van kernwaarden die we in deze historische tijden van crisis nodig hebben. Deze waarden stonden in de troonrede centraal, maar hoe ze te bereiken en te financieren bleef in de sterren en wordt als hersenbreker uitbesteed aan ambtenaren.
Arnoud schreef in dit verband: “Je zou bijna gaan denken dat er wereldwijd is afgesproken de hoge begrotingstekorten te accepteren, omdat men geen (uit)weg ziet tot het (her)vinden van aanvaardbare economische uitgangspunten”. Dat is er inderdaad aan de hand, en het komt door de multidimensionale economische en ecologische problematiek waar elk land mee worstelt. Voor het eerst moet de wereld in gezamenlijkheid door de bocht en dus is het op elkaar wachten met de daadkrachtige maatregelen die het verschil moeten maken. Betreurenswaardig maar voorstelbaar en hoe dan ook simpelweg een fact of life.
Toch zijn we minder met handen en voeten gebonden dan het lijkt. Het “(her)vinden van aanvaardbare economische uitgangspunten” begint namelijk bij de vraag waarmee de mondiale workforce zich in een optimaal gemechaniseerde en gevirtualiseerde wereld – een ideaal dat door de crises nog meer in de versnelling komt – nog zijn geld moet verdienen. Er is geen excuus om nationaal maatregelen te nemen die aansluiten bij dat gegeven en die vraag. Naar mijn overtuiging is dit de meest duurzame insteek om te zorgen dat de multidimensionale crisis er uiteindelijk zo min mogelijk inhakt.
Eerder deze maand stelde Henk Volberda, hoogleraar te Rotterdam, wederom het volgende vast (pdf):
“In tegenstelling tot bijvoorbeeld Zwitserland en Scandinavië heeft Nederland de omslag naar een kenniseconomie nog niet weten te maken, ondanks jarenlange beloften en het Innovatieplatform. De alarmerende context van die vaststelling vormt het stijgende concurrentievermogen van de meeste opkomende economieën, terwijl ons land bij de verliezers hoort. Minder concurrentievermogen leidt tot (nog) meer werkloosheid, afnemende export, een dalende binnenlandse consumentenvraag en afnemende investeringen – dingen die we er op dit moment natuurlijk niet ook nog bij kunnen gebruiken.”
Kortom: natuurlijk kan er 20 procent worden bezuinigd, moet het aantal departementen drastisch teruggesnoeid en moeten de werkloosheid en haar effecten worden beperkt. Maar daarnaast moet ons onderwijs over de hele linie eindelijk eens de focus en het niveau krijgen waar we de komende decennia mee vooruit kunnen. Krachtdadig die weg inzetten is een noodzakelijke stap om “We the People” van ons landje voor te sorteren voor de multidimensionale economische en ecologische wereldproblematiek. Al is het beroerd aan de late kant.
@Matthijs,
Je bent een goede plaatsvervanger. Maar dat terzijde.
Er zijn vele soorten zoogdieren. Zij vormen met allerlei andere soorten dieren en planten een ecologisch evenwicht. Dit evenwicht wordt regelmatig verstoord door de natuur, bijvoorbeeld door ziekten en veranderende klimatologische omstandigheden. Denk aan in dit verband aan de IJstijd of het uitbreken van epidemieën. Meestal herstelt het ecologische evenwicht zich wel weer.
Er is maar een zoogdier dat zich onderscheid ten opzichte van alle andere levende wezens, namelijk: de mens. Het zoogdier ‘de mens’ kan nadenken. Bijvoorbeeld over oorzaak en gevolg. De mens heeft gedurende de laatste eeuwen een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Nu lijken we in een situatie te terecht te kunnen komen waarin de mens zelf in staat is om de theorie van Darwin te ondermijnen.
Darwin stelde vast dat organismen in staat zijn om (erfelijke) eigenschappen door te geven aan hun nakomelingen, zodat nakomelingen zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. De mens heeft niet alleen (levens)terrein veroverd ten koste van het leefterrein vele soorten collega-zoogdieren, maar dreigt zichzelf nu ook zijn eigen leefterrein te ondermijnen.
De mens heeft al zijn gedachten, bevindingen, en daarmee gepaard gaande technologische ontwikkelingen kunnen doorgeven aan de volgende generatie. Geen enkel ander zoogdier is in staat om de verworven kennis of opgedane ervaring op zo’n dergelijk grote kennisintensieve wijze door te geven. Een zegen is het! We zijn er enorm op vooruitgegaan. ‘We the people’ hebben daar allen van kunnen profiteren.
Het ontwikkelen van een kenniseconomie is natuurlijk een prachtig streven. Het kan (economische) vooruitgang boeken. Maar laten we ons in het jaar van Darwin ook beseffen dat wij ons als mens niet meer aanpassen aan de veranderende omstandigheden, maar veel meer bezig zijn om de omstandigheden zodanig te veranderen dat wij ons daarmee zelf in de economische- en ecologische wielen snijden omdat we ons simpelweg niet meer kunnen aanpassen aan de door ons geïnitieerde veranderingen. Er is één troost voor de milieubeweging, namelijk dit: het verstoorde ecologische evenwicht. Met of zonder mens, zal deze zich echt wel weer aanpassen.
Het zijn onze irreële gedachten die ertoe leiden dat wij ons verheffen tot alle andere dieren of virussen! Met alle economische gevolgen van dien. Het is natuurlijk een te simpele oplossing om voor te stellen terug te keren naar het leven ver voor Christus zodat we al zoekend naar besjes en wortels proberen in leven te blijven. Dit is voor niemand een optie. Ook voor mij niet ;-). Het is bijna onmogelijk om een oplossing te zoeken welke is gebaseerd op kennis, die ene zin uit de eerste alinea van jouw betoog over kernwaarden en het in balans brengen van ons denken ten aanzien van onze gevoelens.
@Arnoud: Auteur staat nu goed. Uiteraard heeft Jaap dit geschreven. Zulks niveau haal ik (nog) niet 😉
Beste Jaap,
Ik begrijp het dilemma. Echter, voor zover ik je goed heb begrepen zijn jouw dilemma’s voornamelijk gestoeld op economische dilemma’s. Namelijk: ‘het recht van de goedkoopste’. Inderdaad, we kunnen niet concurreren met de werkplaats van de wereld. We hebben daar een te hoge levenstandaard voor ontwikkeld.
Natuurlijk, vanuit economische principes ben ik het helemaal met je eens. Waar vallen nu de grootste klappen? Ja, in de (overbodige) dienstverlening zoals consultancy en nieuwe decadente beroepsgroepen zoals de hondenuitlaatservice of de strijkservice. Ten tijde van economische crisis zijn deze beroepsgroepen overbodig geworden. Een hond kun je zelf wel uitlaten als je toevalligerwijs werkloos bent geworden en de vreselijk dure tarieven voor consultancy kun je missen als kiespijn. Toen het nog goed ging vertelde iemand die werkzaam was in de laatst genoemde branche tegen mij: ‘Het wordt goed betaald om gebakken lucht te verplaatsen’
Nu verschillende bedrijven de hete adem van de crisis in hun nek voelen pakken ze het anders aan. ING draait KPN de duimschroeven aan op het punt van een kostenreductie à 10 procent per jaar, vervolgens draait KPN de duimschroeven aan bij hun eigen ingehuurde consultancy de door zo ongeveer 40 procent van de kosten af te halen, middels een openbare inschrijfprocedure. Zo ontstaat inflatie!
Je hebt helemaal gelijk als je wilt stellen dat kennis een toegevoegde waarde moet hebben. Tegelijkertijd wringt hem daar de schoen. Vanuit ecologisch oogpunt blijft bestaan dat we veel kennis hebben benut om als zoogdier langer en luxueuzer te kunnen leven! Vooral ten koste van andere zoogdieren. Het Westen heeft gewonnen van de Oosterse concurrent, maar het zal ten koste gaan van onze mooie aarde als het Oosten een inhaalslag wil maken.
Kenniswerkers hebben we nodig. Vooral als we hun gedachtegoed koppelen aan de kernwaarden zoals jij hebt opgesomd! Helaas, de structuur van de machtsverdeling zit anders in elkaar. Kennis wordt onvoldoende benut omdat we ons eigen belang vooropstellen en of om te voorkomen dat onze positie wordt aangetast. Als we zo doorgaan met het uitputten van de aarde zullen we vroeg of laat de theorie van Darwin moeten herschrijven.
Sorry,
Ik bedoel: Zo onstaat deflatie, in plaats van inflatie.
Arnoud, mijn grootste zorg betreft de automatisering/virtualisering/mechanisering van de fysieke wereld, gekoppeld aan de vraag wie van al die miljarden mensen straks nog zinvol bezig zal zijn. Ik weet wel dat zinvol bezig zijn (heb ik het bewust even niet over geld) gerelateerd is aan de eigen perceptie/waardenbeleving en die van de community in kwestie, maar zonder een educatie-boost en de verheffing daarvan tot norm is de kans op lethargie en a(nti)-sociaal gedrag groot. Dat zien we overal. Misschien hoeven we – zeker in eerste instantie – niet eens zozeer “bang” te zijn voor de BRICS (Brazil, Russia, India, China, South-Africa) als wel voor een onomkeerbare nieuwe kaste-ontwikkeling: nu van enerzijds lieden die recht denken te hebben op “luxe” en voor wie het hoogst haalbare de Popstar-status is en anderzijds van lui die zoveel “geleerd hebben” dat ze een comfortabele positie in de maatschappij kunnen bekleden. Straks (wanneer precies?), met de voortschrijdende automatisering/mechanisering/virtualisering van de wereld (van auto’s tot pharma tot energie tot voedsel tot kleding tot noem maar op) zal er in combinatie met een besef van “genoeg” (geen 80 woonboulevards meer in Nederland) voor steeds minder mensen nog werk zijn. Dan zou het aardig zijn wanneer educatie er al ten minste voor zou hebben gezorgd dat we a) weten hoe de wereld in elkaar zit, opdat zoveel mogelijk mensen betrokken mee kunnen doen en b) dat we inzien dat “werk” geen doel op zich meer is. Tenzij het water ons ineens dermate aan de lippen stijgt dat we allemaal in de dijkbewaking moeten. Dan is er niks aan de hand want calamiteit en oorlog verbroedert het beste.
Het proces zoals je dit hierboven beschrijft is volgens mij al gaande sinds de industriële revolutie. Behoudens vele (economische) schokgolven, zijn we er over het algemeen fluitend doorheen gerold. Vooral omdat er voortdurend nieuwe vormen van dienstverlening tot stand zijn gekomen. Voorbeelden hiervan zijn de financiële sector, de zorgsector, de sport- en vrijetijdsindustrie. Ik ben het volledig met je eens als je stelt dat we niet op onze lauweren moeten rusten om te voorkomen dat er een tweedeling ontstaat. Ook ben ik het eens met het feit dat we ons moeten ontwikkelen tot een leergierig volkje. Benut deze (economische) kennis dan ook! Omdat we dit hebben verzuimd, zitten we nu met de gebakken peren. Waarom heeft het CPB, op basis van de beschikbare kennis hun boek eind jaren negentig niet gepubliceerd? Ik vermoed dan ook dat kennisontwikkeling niet het uiteindelijke probleem zal niet kunnen verhelpen, bijvoorbeeld ter voorkoming van een tweedeling, omdat er zelfs in sommige hoogontwikkelde sectoren nu al te weinig overlevingskansen aanwezig zijn voor kenniswerkers. Ter illustratie:
‘Paradoxaal genoeg heeft de agrarische sector zich op het gebied van kennisontwikkeling enorm ontwikkeld. Ondanks de moderne, bijna volledig geautomatiseerde, bedrijven, waar hoogontwikkelde ondernemers inderdaad met steeds minder mensen per ‘koe-éénheid’ een bedrijf runnen, staat het water hen toch aan de lippen. Een lijkt zich dan ook nieuw drama af te spelen in de agrarische sector. Dagelijks schijnt er minimaal één boer mee stoppen.
Mijn punt is dat we in het Westen al na de industriële revolutie enkele wezenlijke veranderingen (succesvolle) hebben doorgemaakt. We zijn tijdens de industriële revolutie begonnen met het opzetten van een productiemaatschappij. Daarna zijn we getransformeerd naar een dienstverleningsmaatschappij. Op dit moment lijken we de al gemaakte omslag van een dienstverleningsmaatschappij naar een consumptiemaatschappij alleen maar te willen bestendigen. Vreemd genoeg heeft de economie zich na de omslagpunten steeds gunstig ontwikkeld. Tenminste, als we naar de werkloosheidsontwikkeling kijken. Tot voor kort stonden we op een historisch laag percentage. Dit succes heeft alleen maar tot stand kunnen komen omdat de waarde van geld werd losgekoppeld van een fysiek bezit (bijvoorbeeld dat van goud) Ik denk dat onze consumptiemaatschappij zijn langste tijd heeft gehad en dat onze maatschappij nieuwe doeleinden nodig heeft, tenzij het proces van een ontkoppeling van geld aan een fysiek waarde of bezit verder wordt doorgezet.
Nieuwe doeleinden werden altijd gekoppeld aan geld! Is het betaalbaar? Kunnen we als maatschappij overleven? Kortom, er moet geld op de plank komen. De kredietcrisis lijkt deze wetmatigheden aan de kant geschoven te hebben. Zoals gezegd heeft de werkelijke waarde van geld heeft zich in de laatste paar honderd of misschien wel honderd jaar steeds meer losgekoppeld van een onderliggende waarde. Nadat het proces van ruilhandel tot geldhandel was afgerond kwam er een nieuwe ontwikkeling op gang, namelijk de ontwikkeling van geldhandel tot virtuele getalletjes. Als gevolg hiervan lijkt de economie steeds meer op een monopolyeconomie. De Centrale Banken geven alle deelnemende banken, elke keer dat zij langs start komen vanwege (virtuele) problemen, een grote som geld.
Het gevaar van een nieuwe (kennis)economie is dan ook dat er vele activiteiten kunnen ontstaan die er in wezen niet toe doen. Als de nood aan de man is, hoeven we niet met het vliegtuig op vakantie, hoeven we maar enkele keren tijdens ons leven naar een financiële dienstverlener, kunnen we ons beperken tot het lezen van de gratis kranten en of het nieuws via internet vergaren, kan er best bezuinigd worden op consultancy, en hebben we ook geen nieuwe Nike Air Max schoenen nodig of hoeven we zelfs geen auto op krediet kopen.
Alleen als het geld definitief los wordt gekoppeld aan waarde of bezit kunnen bovenstaande beroepen blijvend worden uitgevoerd. Je kunt je per slot van rekening nu al afvragen of landen en individuen ooit in staat zijn om de aangegane schulden OOIT af te betalen. De meeste leningen zijn volgens mij berekend op de verdiencapaciteit van de afnemer. Daardoor lijken de Centrale Banken en regionale banken hard op weg te zijn om een definitieve ontkoppeling van geld ten opzichte van (onderliggende) waarde te bevorderen. In dat geval hoeven we niet bang te zijn voor de BRICS. Ze accepteren ons geld maar! Zo niet, dan blijven ze met hun overproductie zitten. Laten we dan voor de zekerheid wel onze agrarische sector sparen en behoeden voor verval! Je weet maar nooit. Menig oorlog is verloren omdat de voedselvoorziening niet adequaat genoeg was! Boeren, blijf zoeken naar een vrouw en blijf investeren in kennis. Wij, maar ook de industrie zullen jullie voedsel nog hard nodig hebben! Al was het alleen maar zodat ook jullie in staat worden gesteld om de schulden aan de (Rabo)bank af te betalen.
Willen, kunnen, aankunnen of dromen? We willen wel, we kunnen het in principe ook wel, maar helaas roepen onze gevoelens maar al te vaak (politieke) weerstanden op, waardoor we uiteindelijk verzanden in een proces van uitstellen of zelfs afstellen. Hoe kun je de kloof tussen kunnen en aankunnen overbruggen? Vooralsnog lijkt het realiseren van gezonde overheidsfinanciën, economische groei, een kenniseconomie en innovatie, volledige werkgelegenheid en behoud van de natuurlijke omgeving op een jongensdroom.
Gerelateerde artikelen
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!
Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!