Beste Europese Unie, kunnen we vrienden worden?
Merkstrateeg Diederick Janssens heeft een missie: ook professionele organisaties hebben vrienden nodig, om gehoord, gezien, gewaardeerd en gesteund te worden. Wil je volgers als bedrijf, dan moet je socialer worden. Wil je fans, dan zinniger. Voor vrienden moet je menselijk zijn. Daarom schrijft hij wekelijks een persoonlijke brief aan een bedrijf of instantie, om hun marketing en non-verbale communicatie te spiegelen aan sociaal en menselijk gedrag. De vraag aan elke organisatie: kunnen we vrienden worden?
Beste Europese Unie,
Je zoekt een communicatiestrateeg die je kan helpen de Europese identiteit te versterken en de EU een sympathiek gezicht te geven. Ik wil graag helpen, dus ik heb gereageerd.
Het was half september 2017. Op een onbegrijpelijke ambtelijke online tool moest ik met een uitputtende hoeveelheid persoonlijke gegevens eerst een account aanmaken. Daarna volgde een onvriendelijke database die nog eens een uur van mijn tijd vroeg om ongebruikelijk veel vragen in te vullen. Er stond een teller boven, die op de honderdste seconde ongemakkelijk snel naar een deadline klokte. Het was zwoegen om in de laatste minuut op de finale ‘submit’-knop te klikken. En ja, toen liep de tool vast. Paniek. Had ik een uur voor niets gezwoegd? Ik moest het weten, maar je zei: “U kunt ons niet bellen. Heeft u vragen, vul dan het contactformulier in. Tussen één en drie weken komen we op uw vraag terug”. Drie weken? Mijn deadline passeerde onverbiddelijk over 12,83 seconden! Ik probeerde het nog te omzeilen, maar helaas: je liet écht geen mogelijkheid om te bellen en hield vast aan je drie-weken-responstijd.
Begin oktober kreeg ik antwoord: de sollicitatie was opgeslagen. Om te weten hoe verder, moest ik vanaf nu mijn account minimaal twee keer per week openen om te kijken of ik een bericht had. Tussen twee weken en drie maanden kon ik antwoord verwachten, zou ik dan niet binnen een week op dit antwoord reageren, dan zou de sollicitatie worden verwijderd. Je wilde het niet mailen als er nieuws was. Dus twee maanden logde ik twee keer per week in tot er begin december uitsluitsel kwam. Uit een taal waar zelfs een notaris geen plezier aan beleeft, voorzien van codes die als wachtwoord onkraakbaar zouden zijn, ontcijferde ik het antwoord: ik was door naar de volgende stap. Op 28 december tussen 13u en 17u mocht ik me online inschrijven voor een computertest, die ik dan eind januari zou moeten doen.
Na deze test brak weer een tijd aan van tweewekelijks onzeker inloggen. Na de achttiende keer was er in juni het bericht, weer in die ambtelijke taal: ik had de test goed gedaan. De volgende ronde: een case. Daarover zou ik ergens tussen eind september en eind december meer horen, als ik op het juiste moment op mijn account zou inloggen, tenminste. Maar het zou ook in de eerste drie maanden van 2019 kunnen zijn, dat kon je nog niet met zekerheid zeggen. Ik heb er nog steeds geen bericht over gehad. Maar vol vertrouwen kijk al ik al uit naar de volgende stap. Doe ik de case goed, dan volgt een kennismakingsgesprek, ergens in mei, of na de zomer van 2019. Dat is nog niet bekend.
Ik begin een beetje te snappen hoe het komt dat de EU na zoveel decennia nog steeds niet geliefd is. Zonder gezicht, geen identiteit. Zonder contact, geen sympathie. Gedraag je je als een systeem, dan word je behandeld als een systeem. Dan heb je gebruikers en geen vrienden. Dat is karma. Dan kun je na zestig jaar nut en winst, nog steeds bij de eerste hapering worden weggedaan.
Intussen is mijn derde zoontje geboren. Hij kan al lopen. Misschien een leuk onderwerp voor ons eerste gesprek: hoe kinderen rond hun tweede jaar sociale wezens worden. Ik hoop dat je ooit je persoonlijke betrokkenheid vindt. Dat de Europese droom ooit iets menselijks wordt. Give a shit.
Kunnen we vrienden worden?
Met vriendelijke groet,
Diederick