Branded broadcasting in opmars [onderzoek]

Online Video Monitor: Zowel de marketeer als de consument ziet voor bedrijven rol als broadcaster weggelegd

Waar je vroeger met een televisiecommercial op prime time makkelijk een belangrijk deel van je doelgroep kon bereiken, is dat tegenwoordig een stuk lastiger geworden. Maar het afnemende bereik van televisie is niet het enige relevante gevolg van het einde van het tv-tijdperk; er zit ook een positieve kant aan. De razendsnelle opmars van on-demand-video, vloggers en social video hebben ons namelijk laten zien dat iedereen met een camera en editing skills tegenwoordig zender kan worden.

In de blogwereld is dit al lang een bekend fenomeen. Daar wordt al jaren gesproken over brand journalism: iedereen met een website en/of blog kan zelf voor journalist spelen en zo rechtstreeks zijn doelgroep bereiken. Vloggers en bedrijven die pionieren op het gebied van online video laten nu zien dat hetzelfde geldt voor online video: brand broadcasting ligt voor iedereen binnen handbereik.

Met andere woorden: waar je vroeger investeerde in tv-commercials, zou je nu je doelgroep ook kunnen bereiken via videojournaals of vlogs. Er zijn verschillende bedrijven die zich al op het terrein van brand broadcasting begeven.

Zitten consumenten wel te wachten op branded broadcasting?

Maar zitten consumenten daar eigenlijk wel op te wachten? De resultaten van de Online Video Monitor van Quadia en Marketingfacts laten duidelijk zien van wel. Consumenten geven in dat onderzoek aan dat ze de inhoud van een online video belangrijker vinden dan de afzender. Het overgrote deel vindt het bovendien prima als online video’s door bedrijven worden gesponsord (slechts 20 procent heeft dat liever niet), maar ze willen wel graag weten welk bedrijf er achter een video zit.

Ook opvallend: als consumenten op zoek zijn naar informatie, prefereren ze videocontent van bedrijven zelfs iets boven zelfgemaakte video’s van andere consumenten. Video’s die afkomstig zijn van bedrijven worden vaker betrouwbaar gevonden dan video’s die zijn geüpload door consumenten.

Video blijkt vooral in trek te zijn als inspiratiebron, als oriëntatie voor een product of dienst of als instructie voor een gekocht product. Ruim vier op de tien consumenten gebruikt YouTube regelmatig als zoekmachine en het merendeel van de consumenten geeft aan liever online video’s te kijken dan blogs.

Koken en andere hobby’s

Maar voor welke onderwerpen zoeken consumenten naar online video’s? Kookvideo’s staan bovenaan qua populariteit, maar ook hobby, sporten, reizen, klussen, elektronica en beauty doen het goed.

Niet zo vreemd is dat consumentenvideo’s met name goed scoren in het segment hobby en beauty. Bedrijfsvideo’s doen het weer beter in de categorieën bankieren en energie.

Marketeers moeten leren denken als uitgevers

In de Online Video Monitor werden ook marketeers ondervraagd. Precies de helft onderschrijft de stelling dat bedrijfsvideo’s steeds beter kunnen concurreren met video’s van traditionele media en online influencers, zoals vloggers. Slechts 13 procent is het daarmee oneens (de rest heeft geen mening).

Nog eens 51 procent vindt dat marketeers moeten leren denken als uitgevers (11 procent is het daarmee oneens). Bijna zeven op de tien marketeers geeft aan dat online video de komende 2 tot 3 jaar belangrijker wordt in de digitale strategie; voor bijna twee op de vijf worden bedrijfsvideo’s zelfs de primaire manier van communiceren over vijf jaar.

De opkomst van branded broadcasting zal de komende jaren dus nog wel even een trend blijven. Niet zo vreemd ook: nu consumenten in korte tijd hebben laten zien dat ze door middel van vlogs een enorme invloed kunnen uitoefenen, zullen steeds meer bedrijven op dit nieuwe fenomeen inhaken.

Al was het maar om het dalende bereik van televisiecommercials op te vangen…

Benieuwd naar alle resultaten van de Online Video Monitor? Vraag het volledige onderzoeksrapport hier aan.

Let op: het onderzoeksrapport komt officieel uit op donderdag 26 januari 2017. Aanvragen kan al vóór die tijd, je ontvangt het dan zo snel mogelijk na publicatie.